Dominica loopt langzaam leeg.

(Door Rolf Weijburg)

   

De bevolking van de toch al niet erg dicht bevolkte Caribische eilandstaat Dominica trekt weg. Er is geen werk, het werkloosheidscijfer ligt rond de 25%, de agrarische sector (bananen, citrusvruchten, kopra) wordt gehinderd door het ruige reliëf waardoor er weinig landbouwgrond beschikbaar is en de infrastructuur te wensen over laat (pas in 1958 lukte het om een weg van west naar oost, dwars door het bergachtige interieur van het eiland aan te leggen).
      Op wat kleine fabriekjes (zeep, schoenen, vruchtensap) na, is industrie nagenoeg afwezig, offshore banking  -groot op andere Caribische eilanden- staat in de kinderschoenen en door gebrek aan mooie witte stranden biedt toerisme te weinig soelaas.

   


Dus loopt Dominica langzaam leeg.
      Mensen trekken naar het Verenigd Koninkrijk of Amerika, veelal naar de andere onafhankelijke eilandstaten in de regio, of naar Guyana, het enige land in Zuid-Amerika dat zich tot de Cariben rekent.
      Op de nationale Dominicaanse radio werd op gezette tijden een overzicht gegeven van de actuele inwonersaantallen in het land waarbij voor iedere gemeente steevast het aantal vertrokken personen sinds de laatste peildatum werd genoemd. Op nationaal niveau leverde dat in 2016 een negatief migratiecijfer van - 5,4 per 1000 inwoners op, wat betekent dat er dat jaar ruim 400 van de 76.000 inwoners vertrokken.  
      Daarmee staat Dominica op de 197ste plaats op de migratielijst van 222 landen en gebieden. Op nummer 1 in deze lijst staat Qatar met een positief migratiecijfer van +18,2/1000. De Federated States of Micronesia  waar in 2016 relatief gezien de meeste inwoners het land verlieten, is met  -21/1000 de hekkensluiter.


NATURE ISLAND
 

 

Maar Dominica is een uitzonderlijk mooi eiland. Goed, er zijn weinig mooie stranden die ook al niet wit zijn, maar het eiland is van een ongekende schoonheid.
      Bergachtig (tot een hoogte van bijna 1500 meter) en uitermate ruig, bedekt met een dik, groen tapijt van ondoordringbaar oerwoud dat hier en daar doorbroken wordt door watervallen, riviertjes en borrelende zwavelmeren, met veelkleurige bloemenpracht en 170 soorten exotische vogels als kersen op de taart.

 Meer dan welk ander Caribisch eiland heeft Dominica natuur. “The Nature Island” is nu Dominca’s pseudoniem en dat is precies waarmee de overheid een ander soort toerisme naar het eiland wil lokken. Nature lovers en hikers, ecotoerisme kortom, moeten voor werkgelegenheid gaan zorgen en de economie van het land een boost geven.

   
NATIONAL TRAIL

   

Om dat te bewerkstelligen is met onder andere financiële steun van de Europese Unie de Waitukubuli Trail ontwikkeld.
      Het is het langste wandelpad in de Cariben en voert in 14 segmenten zo’n 150 kilometer van zuid naar noord zigzaggend over het hele eiland. Waitukubuli is de naam die de oorspronkelijke bewoners van Dominica, de Kalinago die rond 1200 vanuit de delta van de Orinoco rivier in het huidige Venezuela noordwaarts trokken, aan het eiland gaven. Het betekent zoveel als “Lang is haar lichaam”, refererend aan de grootte van het eiland.


WAITUKUBULI
        

      De route voert via oude Kalinago paden langs de nature highlights van het eiland, soms met een flinke klim tot wel een kilometer hoogteverschil, soms langs gevaarlijke afgronden, dan weer door lieflijk wandelgebied. Vaak is het ploeteren door de modder want op Dominica regent het erg veel, maar overal staat de route garant voor de mooiste vergezichten.
      De Waitukubuli Trail bestaat inmiddels zes jaar. Sinds enkele jaren wordt jaarlijks de Nature Island Challenge georganiseerd, waarin verschillende landen met equipes van vier atleten tegen elkaar strijden om wie het snelst de 14 segmenten af kan leggen. Een zware opgave waarin de atleten niet alleen kilometers moeten rennen en klimmen over modderige bospaadjes in de tropische hitte, maar ook nog allerlei opdrachten moeten uitvoeren, zoals duiken en vissen, kajakken en zelfs locale gerechten koken.

           

In 2012 was de trail net een jaar geopend maar nergens konden we routekaarten vinden. Het toeristenkantoortje in Roseau had slechts een foldertje met summiere beschrijvingen van de 14 segmenten, maar zonder kaarten. We moesten het maar eens in het museum proberen. Daar werden we doorverwezen naar het ministerie.
      We bezochten diverse overheidsgebouwen maar het leek wel of niemand ooit van de trail had gehoord. Uiteindelijk kwamen we in een kantoor terecht waar men wist waar we het over hadden. Na wat gezoek kwamen er enkele kaarten tevoorschijn waarop de route van een aantal van de segmenten stond aangegeven.

Can’t I buy one of these maps?” vroeg ik.

No, I’m sorry. We only have one of each.

Vriendelijk en behulpzaam werd er een aantal kopieën van de kaarten van het eerste segment gemaakt, dat vervolgens vakkundig met plakband aan elkaar werd geplakt.

We konden op pad.

   

Segment 1 voerde vanaf het startpunt bij Scott’s Head in het uiterste zuiden van het eiland, via een mooie route door dichte jungle de berg op, met fraaie vergezichten alom. Dan langs overgroeide plantages naar Tete Morne en vervolgens  weer naar beneden tot aan het dorp Soufrière waar warmwaterbronnen net voor de kust het zeewater als in een slome jacuzzi doen borrelen.

   

       

    

 

   

 

SOUFRIÈRE

   

Sindsdien heb ik het volgende aan mijn to do list toegevoegd:
      Terug naar Dominica. Waitukubuli Trail lopen


 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

Klik HIER voor alle afleveringen 

 

  •  
  •  


  •