Droom in Tenochtitlán

Toen de Spanjaarden rond 1500 in Mexico arriveerden was Tenochtitlán de belangrijkste stad van het Aztekenrijk.
      Het had zo’n 200.000 inwoners. De stad was gesticht op een eiland in het Texcocomeer.
Op deze tekening van de Nederlandse ‘zeeschilder’ Jan Karel Donatus van Beecq (1638-1722) zien we hoe de stad er ongeveer moet hebben uitgezien.
      Toen was de stad overigens al vernield, want dat gebeurde rond 1520 tijdens een belegering.
Op diezelfde plek werd later Mexico-Stad gebouwd.

 

Huizenrijen met kanalen

Dit gedicht van de Mexicaan Homero Aridjis (1940) gaat terug naar de tijd van Tenochtitlán.
      Op de tekening zie je inderdaad hoe de huizenrijen met kanalen verbonden zijn en dat het verkeer per boot moest gaan.
Dit is het gedicht in de vertaling van Judith Uyterlinde.


Van Homero Aridjis

Droom in Tenochtitlán

Heel de nacht
tussen witte huizen
stak ik het kanaal over
in het water doorkliefden de riemen
het stille groen van de wilgen
en beroerden de schaduwen van de tempels.

Van de overzijde van het kanaal
kwam jij in een gele boot
je gelaat rood geschilderd
en even waren onze boten langszij
onder de blauwe brug
en ik kon niet meer voort
jouw ogen die mij aankeken
troffen mijn hart
met pijlen van licht

Jouw ogen vulden de lucht
met blauwe vogels
en je lichaam liet in het voorbijgaan
stralende lichamen achter
om je heen daalde rust neer
voorbijgangers in de straten
gingen elkaar binnen
zonder zichzelf te verlaten
ik betrad jouw transparante hoofd
ik lichtte jouw ontastbare handen op
Ik dronk licht van jouw borst
ik

een zwarte haan wekte ons


Dichters in Durban

Ik vond dit gedicht in de bundel Dichters in Durban, uitgegeven door de Novib.
      Dit naar aanleiding van het eerste internationale poëziefestival dat in 1997 in Durban Zuid-Afrika werd gehouden.
De organisatoren van Poetry Africa , waaronder Breyten Breytenbach, kregen bij de organisatie van dit evenement hulp van Martin Mooij van Poetry International in Rotterdam.
      Remco Campert en Hugo Claus traden namens de lage landen op.
Bram Peper, toen nog burgemeester van Rotterdam verzorgde de opening. Hij deed dat samen met zijn collega uit Durban, Obed Mlaba.

De keus om juist dit gedicht in de bundel op te nemen is gedaan door Homero Aridjis zelf.