Slachtoffer: Marinus van der Lubbe
Marinus van der Lubbe werd -24 jaar pas- op 10 januari 1934 onthoofd.
Hij werd schuldig bevonden aan brandstichting in de Rijksdag in Berlijn op 27 februari 1933; nog geen maand nadat Adolf Hitler op 30 januari van dat jaar Rijkskanselier was geworden.
Over dat proces en over de gang van zaken rond die brandstichting is veel geschreven en gespeculeerd; er zijn films en documentaires van gemaakt, waarbij veel mensen veel meningen geven en elkaar ook voortdurend tegenspreken.
Maar dat Van der Lubbe het slachtoffer was van een verziekt politiek proces is duidelijk.
En verder is het duidelijk dat die brand de Nazi’s goed uitkwam, want hierna konden zij hun terreur uitbreiden.
Van der Lubbe stond terecht met drie Communisten uit Bulgarije -waaronder Georgi Dimitroff- en met fractievoorzitter Ernst Torgler van de KPD, de Duitse communistische partij in die dagen.
Van der Lubbe was de enige die schuldig bevonden werd. Veel later na de oorlog werd hij overigens door de Duitsers gerehabiliteerd.
Simon Vestdijk schreef in 1934 een mooi gedicht over Van der Lubbe.
Willem Elsschot was daar zo van onder de indruk, dat hij er ook een gedicht over schreef en dat opdroeg aan Simon Vestdijk.
Hier komen beide gedichten.
Van Simon Vestdijk
Grafschrift
Zijn kop was te Mongoolsch voor deze lage landen.
En voor het licht waren zijn oogen veel te dof.
Ook ongeboeid hield hij stijf uitgestrekt zijn handen,
En werd zelfs nog uitgevloekt door Dimitroff
Die anders toch zoo weerzinwekkend grof
Zijn geestverwanten niet poogt aan te randen
Dan was er nog een graaf die riep: ‘Je kop op schoft!’.
Hij deed het, -maar hij zweeg van Duitsche binnenbranden.
Trap op trap af door zalen, vlammend of gedoofd.
Kop op kop af: wij spreken van hoofd
Bij wie én vriend én vijand als een botterik verwenschen…
De schizophrenen en de simpelen van geest-
Bij oude Christenen, Hussieten, Albigenzen
Zijn voor het ideaal de beste mest geweest.
Van Willem Elsschot
Van der Lubbe
Aan Simon Vestdijk
Jongen., met je wankel hoofd
aan de beul vooruit beloofd,
toen je daar je lot verbeidde
stond ik wenend aan je zijde.
De operette duurde lang:
van het wraakhof naar ‘t gevang,
van ‘t gevang weer naar het hof,
in de boeien van de mof.
Veertig haarden dorst je ontsteken,
duizend haarden zou men wreken,
maar je beulen stonden paf
toen je zweeg tot in je graf.
Dokters, rechters, procureuren,
allen zijn je komen keuren,
allen vonden je perfect,
en toen heeft men je genekt.
‘t Had de Koningin behaagd
dat je gratie werd gevraagd,
maar voor zulk een vieze jongen
wordt meestal niet aangedrongen.
Lang heeft men geprakkezeerd
wat een mens het meest onteert,
hangen, branden vierendelen
of gewoon als varken kelen.
Toen heeft men het mes gekozen
om je toch eens te doen blozen,
want zo’n gala met wat bloed
Doet een hakenkruiser goed.
Jongenlief, zoals je ziet,
Leiden krijgt je resten niet.
Hitler laat zich niets ontrukken
want hij houdt van die twee stukken.
Holland vraagt nu onverdroten
of je niets werd ingespoten,
maar die vuige, laffe moord
vindt het minder ongehoord.
Laat het stikken in zijn centen,
in zijn kaas en in zijn krenten,
in zijn helden, als daar zijn:
Tromp, De Ruyter en Piet Hein.
Moog je geest in Leipzig spoken
tot de gruwel wordt gewroken,
tot je beulen, groot en klein,
door den Rus vernietigd zijn.
ZoekPoëzie 1: Slauerhoff
Maneschijn te Tsingtao
ZoekPoëzie 2; Natasha Lako
De vier heldinnen van Mirdita
ZoekPoëzie 3: Ursula Krechel
Boetedagen
ZoekPoëzie 4; Hugo Claus
Voor Gerrit Kouwenaar
ZoekPoëzie 5; Jan Engelman
En Rade
ZoekPoëzie 6; Johnny the Selfkicker
Dendermonde 63
ZoekPoëzie 7; Carlos Drummond de Andrade
De liefde, natuurlijk
ZoekPoëzie 8: James S. LaVilla-Havelin
Silver nights in Rochester
Jeugdherinnering
ZoekPoëzie 10: C.S. Adama van Scheltema
De Dijk
ZoekPoëzie 11: Wyslawa Szymborska
ZoekPoëzie 12; Drs.P
Heen & Weer
ZoekPoëzie 13: Tan-te Pol-lie
Voor de klei-ne-ren
Bommen
Zoekpoëzie 15: Paul van Vliet
Meisjes van dertien
Zoekpoëzie 16: Joan Hambidge & Elisabeth Eybers
Bloedbanden
ZoekPoëzie 17: Marc Chagall & Blaise Cendrars
De dichter (Half vier)
Droom in Tenochtitlán
's Morgens
ZoekPoëzie 20; Slauerhoff versus Schotman
Benard advies
Een witte bungalow op Capri
ZoekPoëzie 22: David Shapiro
Empathy for Dave Winfield
ZoekPoëzie 23: Maurice Gilliams
Winter te Schilde
ZoekPoëzie 24: Saul van Messel
Restaurant
ZoekPoëzie 25: Jacques van Tol
De olieman heeft een Fordje opgedaan
Hoop op Iwosyg
ZoekPoëzie 27: Sujata Bhatt
The stinking Rose
ZoekPoëzie 28: Bert Schierbeek
Remembrandt
ZoekPoëzie 29: Peter Paul Zahl
In naam van het volk
ZoekPoëzie 30; Marnix Gijsen & René de Clercq
Mijn moeder was een heilige vrouw