Demokratisch Onderwijs

Het verscheen in 1970: het rode boekje voor scholieren. Geen hoofdletters. Geschreven door drie kritische leraren. Claartje Hülsenbeck, Jan Louman en Anton Oskamp.
      Geheel in stijl met de tijdgeest vonden ze dat alles in het onderwijs anders moest. Veel meer macht en vrijheid voor leerlingen. De muur tussen school en maatschappij moest worden afgebroken. Pas dan kon die maatschappij veranderd worden.

      

Ik was aan het opruimen, kwam het boekje tegen en had een aangenaam en vermakelijk uurtje.
      Mijn god wat een idealistische rimram staat daarin.
Heerlijk!

Er is in het boekje niet alleen aandacht voor het onderwijs, maar ook voor drugs & seks & het leger & kommunes (met een k) en aktivistische (met een k) groeperingen als Dolle Mina.  

Demokratisering (met een k) van het onderwijs. Daar ging het allemaal om.

Een paar citaten:

De oudercommissie, het parlement op school en de schoolkrant zijn allemaal in het leven geroepen om de echte demokratie op school tegen te houden. Het zijn zoethoudertjes in dienst van de maatschappij.

Want:

----Op een echt demokratische school bestaat een schoolraad van leerlingen, leraren en ouders, die alle beslissingen neemt.
----Leraren worden benoemd door die schoolraad.
----Leerlingen kunnen zelf bepalen wat ze willen leren; hoe en met wie.
----Een ieder moet in zijn eigen tempo kunnen werken.
----Een ieder kiest zelf de groep waarin hij wil zitten.
----Het werk wordt door de hele werkgroep van leraren en leerlingen beoordeeld.
----Leerlingen moeten zelf de sfeer bepalen.
----Er moeten ruimtes aanwezig zijn om te praten, te dansen, te spelen, te vrijen, te roken, te sporten, te leren, en met je handen te werken.

En dan:

‘’Dat klinkt natuurlijk erg mooi, maar vergis je niet: De demokratische school zal alleen kunnen bestaan in een maatschappij, die zich bevrijd heeft van het kapitalisme’’.

En dat wij toen echt in een behoorlijk andere tijd leefden, blijkt uit het volgende curieuze citaat:

‘’Als er in de krant staat dat iemand een zedenmisdrijf heeft gepleegd, klinkt dat erger dan het is”.
Want:
‘’Het gaat dan om iemand die alleen maar op een bepaalde ongebruikelijke manier klaar kan komen’’.

School & kleinkinderen

Ik vraag het wel eens aan mijn kleinkinderen. Hoe de sfeer op school is, wat ze zelf kunnen inbrengen, hoe het met ’t huiswerk is, of er over maatschappelijke zaken of politiek of cultuur gesproken wordt. En ach, dan krijg ik toch bepaald de indruk dat het allemaal nog redelijk hetzelfde is als in mijn tijd. In ESSENTIE dan.
       In de jaren vijftig van de vorige eeuw zat ik op de lagere school in klassen van vijftig of zelfs meer kinderen. We maakten op school veel meer uren; inclusief de zaterdagochtend.
      Ook op de HBS waren de klassen groter dan nu en maakten we meer uren. Bovendien hadden we meer vakken. Ruimtes om te vrijen waren er niet, maar het gebeurde wel. 
      Overal buiten het schoolgebouw werd gerookt. Vrijwel iedereen ging naar de dansschool. 
En er wordt natuurlijk met ander materiaal gewerkt. Computers in de jaren vijftig? Nooit van gehoord. Internet? Onbekend. Televisie? Net in opkomst.

     
Op de fotot zien we het hele zwikkie. Ze zitten nog op de basisschool (3) of het voortgezet onderwijs (4). 

      V.l.n.r. Luc (17), Tijn (13), Camiel (14), Daan (11), Keet (4), Jip (9) en Sam (15).