Nieuwe woorden (111)

 

Let vooral op!


Maar op wat?

 

 

 

Van Dale in de fout

Diep treurig dat de intellectuelen van de Dikke Van Dale zich laten misbruiken door complotdenkers, wappies en antivaxers, die en masse het woord prikspijt gekozen hebben tot Woord van het Jaar. 
      En ze waren gewaarschuwd, want al in 2008 werd met een gerichte lobby het vreselijke woord swaffelen verkozen.
Ze kunnen zich maar beter bezig blijven houden met woordenboeken. En dan woordspijt opnemen.
       Verklaring: Het ten onrechte verkiezen van een woord tot Woord van het Jaar.

 


Ronnie redt het niet

Het was karig met de nieuwe woorden de laatste twee jaar. Karig, omdat vrijwel alles om corona ging. De nieuwe corona-woorden begonnen me de strot uit te komen en daarom ben ik zeer verheugd met het komische woord pofferrobot. Het verscheen in de wetenschapsbijlage van NRC-Handelsblad.
      Wat is een pofferrobot? Ach! Een robotje dat er uitziet als een poffertje. Zes en een halve centimeter in doorsnee en bijna 1 centimeter dik. Het robotje hupst zoals ze dat in de NRC noemen. Het kan ver- en hoogspringen. 7.7 keer zijn lichaamslengte omhoog en zes keer zijn lichaamslengte ver.


 

 
Waarom is het belangrijk dat een robot zo kan springen?
       Simpel.
Het kan objecten op zijn weg omzeilen. Snoeren, drempels, kabels; dat soort dingen.


Robotzuigertje

 

Twee jaar geleden kochten wij dit robotzuigertje. Het idee is simpel. De robot heeft een laadstation en als de accu vol is kun je de stofzuiger met een afstandsbediening starten. Er zitten zelfs voelsprieten op. Aanbevolen wordt om de robot een naam te geven. Wij doopten hem Ronnie.

      Aanvankelijk leek het goed te gaan. Ronnie ging zijns weegs en zoog alles op. Perfect zou je denken.
Tot Ronnie op een snoertje botste. Hij bleef dan eerst vast zitten, maar rukte zich los en keerde terug naar het laadstation.
      De oplossing leek dus om alle snoeren weg te leggen als Ronnie aan zijn zuigbeurt begon. Maar toen bleek dat ronde Ronnie lang niet overal bij kon.

Bovendien: op een trap werkte de robot natuurlijk ook niet.
       Een miskoop dus.
Maar als Ronnie over de drempels en de snoeren kan springen en ook de traptreden zou kunnen nemen naar het voorbeeld van de pofferrobot zou het misschien toch nog wat kunnen worden.  
      Ik denk dat we dan een jaar of tien verder zijn. En of Ronnie dat haalt…..?


 

 

Gekakel & kinderkleertjes

(Door Els Smit, journalist te Rotterdam)

Soms moeten dingen vastgelegd worden. Zo is Jan Briër, oud chef Kunst van Het Vrije Volk, de bedenker van de uitdrukking: ‘Te laat, te laat’, zei Winnetou, ‘het zaad is al naar binnen toe’.

      Het is een mooi gezegde en het verdient een breed verspreidingsgebied. Dat is geloof ik nog niet het geval. Jammer misschien.
Wat ik wel weet is dat ik het woord ‘Voetbalvrouwen’ heb bedacht. Echt waar.

Dat kwam zo:

In 1974 had het dagblad Het Vrije Volk de wekelijkse rubriek ‘Paspoort’. Daarin werden toen bekende mensen geïnterviewd met korte vragen waarop niet al te lange antwoorden moesten worden gegeven. Ik was 23 en mocht Truus van Hanegem interviewen, de flamboyante echtgenote van Feyenoord-voetballer tevens international Willem van Hanegem.

      Vanaf de eerste vraag in hun mooie huis in Hendrik Ido Ambacht benadrukte Truus dat haar reden van bestaan bij Willem en de kinderen (Alice en Gert) lag. Vanaf de eerste vraag was ook duidelijk dat met Truus absoluut niet te sollen viel. Om de één of andere reden was hun huis de zoete inval geworden voor collega’s van Willem, van hun vrouwen ook. ‘We hebben hier altijd veel visite’, zei ze toen ik nog maar net binnen was.

      Wat heet?

Ze had de ochtend van het interview geen moeite gedaan om de visite af te zeggen. Om de haverklap ging de bel. Allemaal vrouwen van collega’s van Willem. Met dure kinderkleding: Oilily, Studio X, Petl en Quatl weet ik veel.
      Er was een koffieapparaat. En ik hoorde alleen maar gekakel. Er moest tegen elkaar worden opgeboden wie de duurste kinderkleertjes had. Truus keek me aan en ik heb m’n schouders opgehaald.

Terug in het redactielokaal van Het Vrije Volk in Rotterdam zei Peter Ouwerkerk, de beminnelijke chef van de sportredactie tegen me: ‘En, hoe is het gegaan?’ 
‘k Weet niet,’
zei ik. ‘Ik vond Truus heel aardig, maar toen kwamen daar van die, eh, voetbalvrouwen, weet je niet, met dure kinderkleertjes en dure kappers.’

De chef sportredactie moest even grinniken: ‘Voetbalvrouwen haha,’. Hij begreep wat ik bedoelde. Daar was ik blij mee. Hij had uiteraard een column in Het Vrije Volk. Daarin lanceerde hij de week na ons gesprek de term ‘voetbalvrouwen’. Zonder bronvermelding.
      Maar zo ging dat toen. Ik denk dat dingen nog steeds zo gaan.

Net zoals Peter Ouwerkerk zelf, begrepen heel veel mensen, zeker in zijn circuit, wat hij bedoelde. Voetbalvrouwen. De term is laten we zeggen widely overgenomen. Er is ook een televisieserie gemaakt met die naam.

      Bij de BBC hoorde ik niet veel later de term ‘Football Wives’. Maar zo ijdel ben ik niet. Ik bedoel dat de term ook nog eens zou zijn vertaald.

Tegenwoordig hoor je de benaming trouwens minder.
      Even is het Nederlandse damesvoetbalelftal in de sportjournaals aangeduid als ‘de voetbalvrouwen’. Ik vond dat raar. En ook een beetje dom. Nu heten de dames, gode zij dank, meestal althans: ‘de Leeuwinnen’.

 

Meer van Els: HIER

 

 

De upgrade van Kleutertje Luister

In veertig jaar journalistiek heb ik menig persconferentie bijgewoond. Ik hield daar niet zo van, maar soms kon je er niet onderuit.
       Op een persconferentie doen mensen, die een bepaalde functie bekleden mededelingen aan  mensen van de pers. Die schrijven of nemen dat op en maken er een verslag van voor de krant, de radio of de televisie.

      Vaak is tevoren al bekend wat er ongeveer gezegd gaat worden. Een journalist, die iets meer weet dan zijn of haar collega’s zal daarover tijdens die persconferentie niets vragen. Dat gebeurt later in een 1 op 1 gesprek.

      Het begrip is het laatste Coronajaar gedevalueerd. Rutte en een secondant nemen plaats achter een katheder en delen mee wat ze moeten meedelen.  Er is pers aanwezig. In een door de voorlichter bepaalde volgorde mogen ze om beurten vragen stellen. Omdat van tevoren al is uitgelekt wat er gezegd gaat worden, zijn die vragen uitermate voorspelbaar.

      De persconferentie wordt rechtstreeks uitgezonden. Er kijken iedere keer zo’n acht tot negen miljoen mensen naar. Dat is heel veel. Het zijn dus eigenlijk geen persconferenties maar mensconferenties.
      Het volk kijkt, luistert, slikt. Geeft de premier gelijk en besluit om in maart op de goede man te stemmen. Soms geeft men de premier niet gelijk en besluit men om iets anders te gaan stemmen.
       Kritische mensen gaan naar de P.v.d.A., Groen Links of de S.P.
Kankeraars, betweters, tuig, zonderlingen, racisten en fascisten gaan naar F.v.D. of de PVV.

      Gisteravond was er een zogeheten kinderpersconferentie. De woordinflatie is nu compleet.
Kinderen horen niet bij de pers. Ze zitten nog op school, waar ze onderwezen dienen te worden in persvrijheid. Vroeger had je Kleutertje Luister. Die kinderen luisterden alleen maar. Gisteravond mochten ze ook vragen stellen.
       Noem dat dan gewoon bij naam. Bijvoorbeeld: Vragenuurtje voor kinderen. Maar laat de pers er alsjeblieft buiten.

 

Subcategorieën

Beelden

  80

  

  

Klimaatneutraal

Flessengraf