Een mediterende buurman in Bhutan


Hij heette Michael. Kwam uit Oldenburg in het noorden van Duitsland. Hij was voor twaalf dagen mijn buurman. Voorjaar 1999.
      Locatie: Een hotel in Thimphu, hoofdstad van Bhutan. Een onafhankelijk bergkoninkrijk aan de rand van de Himalaya tussen India en China. Ik had geen kamer in dat hotel, maar een appartement met twee slaapkamers, een huiskamer, een grote keuken en een nog grotere badkamer. Er was geen t.v.toestel, want er was toen nog helemaal geen televisie in dat land.
     
Het appartement bevond zich op de vierde etage. Er was geen lift en daarom moest ik vaak trappen lopen. En hoewel ik toen in behoorlijk goede conditie was kostte me dat toch iedere keer moeite want Thimphu ligt hoog, 2300 meter. En dat zorgt voor enige ademnood bij inspanning.
      Michael was in betere conditie. Hij was vegetariër, dronk geen alcohol en leidde verder een zeer bewust sober en verantwoord leven. Hij was Boeddhist. Aanhanger van het Mahayana, een vorm van Boeddhisme, die in Bhutan een soort staatsgodsdienst is. Overal in dat land zie je gebedsvlaggen en
-molens en hoor je gebedsbellen. Op een bevolking van 600.000 mensen zijn 20.000 monniken.
     
Michael mediteerde iedere dag. Hij liet dan zijn deur open staan en zat meestal in de gang. De duur van de meditatie varieerde, net als het aantal keren.
      Hij volgde gewoon zijn gevoel. Michael kon het –zei hijzelf- inmiddels naar behoren. Hij was begin veertig, maar al meer dan twintig jaar Boeddhist. Hij had in Tibet gemediteerd, in Ladakh, in Thailand en in Laos. In het begin volgde hij een soort groepslessen maar dat vond hij te toeristisch. Mediteren moest je alleen doen. En in Bhutan beviel hem dat ’t best.
      Hij draaide muziek, Michael. Ook tijdens zijn meditatie. DIT SOORT MUZIEK.

Geïnspireerd door de Black-Necked Crane, een kraanvogel die iedere winter via Tibet en omstreken naar Bhutan trekt. Die kraanvogel is een soort nationaal symbool. Belangrijk voor de rijke Bhutanese cultuur. Her en der worden zelfs Black-Necked Crane-festivals gehouden, waarbij de deelnemers zich uitdossen als die vogels.           

     

Ik heb diverse gesprekken gevoerd met Michael, want ik was behoorlijk geïntrigeerd door dat Boeddhisme. Hij geloofde onvoorwaardelijk in reïncarnatie en jawel hoor, hij zou best als kraanvogel willen terugkomen. Toen ik hem vertelde dat ik een monnik had ontmoet, die drie jaar, drie maanden en drie dagen achter elkaar had gemediteerd werd hij uitermate enthousiast. Kon hij deze man niet ontmoeten?
      En toen ik ook nog vertelde, dat ik in Thimphu een inwijdingsritueel –een Puja- had bijgewoond, waarbij monniken op hallucinerende wijze met allerlei soorten toeters en bellen muzikale geluiden maken en daarbij ook zingen, wilde hij die opnames graag horen. Ik had meer dan twee uur, maar daarvan had ik al een selectie gemaakt van een minuut of negen.

     
                                                            Audio 25: Zwetend Monnikenwerk
     
     
     
Dat plaatste ik al eerder.


Een PUJA in Thimphu

Toen ik in 1999 in het bergkoninkrijk Bhutan was maakte ik een zogeheten PUJA mee. Een inwijdingsritueel, waarbij het nieuwe gebouw van de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie SNV in de hoofdstad Thimphu werd geopend.
      Er waren zeven Boeddhistische monniken, die een groot aantal muziekinstrumenten bij zich hadden. Een soort Alpenhoorns, koper-en houtblazers, trommels, triangels, bellen en andere toeters en slaginstrumenten. Ze waren allen kaalgeschoren, gekleed in roze en gele pijen en hadden open sandalen aan hun voeten.
       ‘s Ochtends om negen uur begonnen ze te bidden, te zingen en muziek te maken. Er werden kaarsen en wierookstokjes aangestoken. Dit alles om het gebouw te zuiveren van allerlei verkeerde invloeden.

      Het ging door tot ’s avonds zeven uur. De hele dag werd er van alles geofferd door mensen, die het –deels- bijwoonden. Vooral voedsel en drank. Er werden vliegers gebouwd om de boze geesten te vangen. De mensen konden ook geld offeren, maar alleen oneven aantallen.
      Het was een mysterieus, kleurrijk en imponerend feest. Later op de dag werd het ook vrolijk, omdat de monniken steeds meer bier gingen drinken. Op het laatst was het bloedheet in het gebouw, omdat de ramen niet open mochten. De zwetende monniken deelden ten slotte grote hoeveelheden rijst uit, die de toeschouwers naar elkaar moesten gooien.

Ik heb om u een indruk te geven ruim negen minuten Puja overgenomen. Ongemonteerd. 
      Als u echt een hallucinerende ervaring wilt hebben, moet u het fragment een hele dag herhalen.

 
Voor de VPRO-Gids schreef ik in 1999 dit stukje., dat ik in oktober 2007 op mijn blog plaatste.


Een bizar sprookje

De primeur stond op 17 april 1999 prominent op de voorpagina van de Kuensel, de enige krant in Bhutan. Het bericht werd overgenomen door vrijwel alle media in de hele wereld. Het luidde:

BHUTAN KRIJGT TELEVISIE.

Dertig jaar was erover gesproken, maar op 2 juni zou het zover zijn. De experimentele uitzending zou gaan in de nationale taal, het Dzongka, en voor een deel ook in het Engels.

Bhutan ligt hier ver vandaan als een soort arendsnest ingeklemd tussen India en China met in het noorden de hoge pieken van de Himalaya en in het zuiden een ontoegankelijke jungle.
      Vanuit Kathmandu, de hoofdstad van Nepal, moet je links in het vliegtuigje van de nationale Bhutaanse luchtvaartmaatschappij Druk Air gaan zitten. Dan maak je gegarandeerd de mooiste vlucht van je leven. Je vliegt boven de wolken, hebt een meer dan fantastisch uitzicht en kunt de toppen van de hoge bergen -inclusief de Mount Everest- bijna aanraken. 
      Tot 1974 was het land vrijwel geïsoleerd. Daarna werden er met mondjesmaat buitenlanders toegelaten.
      De datum 2 juni was niet zomaar gekozen. Op die dag was het namelijk precies 25 jaar geleden dat koning Jigme Singye Wangchuck werd gekroond. De koning zelf had toestemming gegeven voor die eerste televisie-uitzending, want zo gaat dat nu eenmaal in Bhutan.

                                                                                                 ALMACHTIG AUTOCRAAT

De koning is nog een pure autocraat. Hij is getrouwd met vier vrouwen –vier zusters- heeft vijf zonen en vijf dochters en zijn portret hangt in ieder winkeltje, in ieder restaurant, in ieder kantoor en in elk klooster. Hij is ondanks zijn almacht uitermate populair. Hij is niet alleen koning; hij is ook hoofd van de regering en –nog steeds bij gebrek aan een grondwet- hoofd van de rechterlijke macht.
     
      Een gevleugelde uitdrukking in Bhutan luidt dan ook: de uitspraken van de koning wegen zwaarder dan de bergen en zijn kostbaarder dan goud.

Ooit was er in de belangrijkste straat van de hoofdstad Thimphu een stoplicht. Dat was niet echt nodig, want er is niet zoveel verkeer in Thimphu. Hoofdredacteur Kinley Dorji van de Kuensel schreef er dan ook een vlammend hoofdartikel over.
      Toen de koning een paar dagen later voor het stoplicht moest wachten, gaf hij opdracht om het weer weg te halen. Nu staat er in Thimphu weer een prachtig aangeklede agent met witte handschoenen op een druk beschilderde carrousel met sierlijke gebaren het verkeer te regelen.

                                                                                                        VERBORGEN VALLEI

Bhutan is een sprookje. Geen twijfel mogelijk. Het is het Shangri La, dat zo mooi beschreven wordt in James Hilton’s Lost Horizon.
      Een verborgen vallei, waar mensen nog leven volgens hun eigen cultureel gebonden tradities, een verborgen vallei waar de invloeden van buiten worden tegen gehouden, een verborgen vallei waar negentig procent van de mensen nog geheel voor zichzelf zorgt door groenten en fruit te verbouwen, een verborgen vallei waar milieu en duurzaamheid geen loze kreten zijn, waar nog echt schone lucht is en waar men zich alleen maar zorgen maakt over de zich almaar uitbreidende bossen, omdat de wolven en beren dan ook steeds dichter bij de dorpen komen.
      Een land waar –en ook dat is een uitspraak van de koning- het bruto nationaal geluk belangrijker is dan het bruto nationaal product.

                                                                                                   STAATSGODSDIENST  

Twaalf dagen heb ik er rondgekeken en al die tijd voelde ik mij opgenomen in het decor van een middeleeuws volksspel, dat in een soort openluchtmuseum speciaal voor mij werd opgevoerd.
      En voor een paar toeristen, die er overigens $ 240,-- per dag voor over moeten hebben om die voorstelling bij te wonen.

                                                                                                    DONDERDRAAK                  

De mensen in Thimphu kleden zich inderdaad uniform. Want als ze dat niet doen, kunnen ze hoge boetes krijgen of zelfs voor een week te werk worden gesteld in een kamp.


Het zijn vragen, die wat meewarig worden aangehoord.

      Ach: u komt uit Nederland. Dat is toch dat land met al die vervuiling, met al die files, met varkenspest, met de gekke koeienziekte, dat land waar de mensen hun ouders vaak ver van huis opbergen in tehuizen.

      Nee; onderdanig zijn de mensen hier niet en van een minderwaardigheidscomplex hebben ze ook geen last.
Bhutan of Druk Yul, het land van de donderdraak, is nooit gekoloniseerd geweest, denk ik dan. Dat zal het wel zijn.

 

Wandschildering in Bumthang

                                                                                        VERVOLGD & GEVANGEN

Maar toch. Het sprookje kan natuurlijk ook te mooi worden. In het zuiden van het land woont –en woonde- een Nepalese minderheid. Bhutanezen, die daar al vaak vier generaties lang woonden, maar nog steeds Nepalees spreken. Zij hebben weinig behoefte aan kledingvoorschiften, spreken het Dzongka niet en zijn vaak Hindoes in plaats van Boeddhisten.
      Zij moesten ten tijde van de nieuwe voorschriften aantonen, dat zij al voor 1959 in het land woonden. Natuurlijk konden velen dat bij gebrek aan een behoorlijke administratie niet. Gevolg: mensen werden vervolgd, gevangen gezet en gemarteld. En veel mensen sloegen op de vlucht. Nu zijn er in Oost Nepal nog steeds veel vluchtelingen, die in treurige kampen onder erbarmelijke omstandigheden wachten tot ze mogen terugkeren.
      Hoeveel het er zijn wordt me niet helemaal duidelijk, maar de schattingen lopen uiteen van 80.000 tot 120.000. En dat is nogal wat op een bevolking van 600.000.
      Over die vluchtelingen wordt in Thimpu niet zoveel gesproken.
In de Kuensel lees je er ook niets over, terwijl er in Nepal regelmatig betogingen en handtekeningenacties zijn van deze Bhutanese vluchtelingen.

                                                                                                                  SIMPEL ETEN  

Dit leidde in 1997 tot hilariteit toen minister Dasho Khandu Wangchuck van landbouw een cheque van 200.000 dollar overhandigde aan de Commissaris van de Koningin in Zeeland.

Het geld werd gegeven om jonge Zeeuwse boeren te helpen hun streekeigen tarwe zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen te laten verbouwen. Daar kon tenminste biologisch verantwoord brood van worden gebakken.

                                                                                                           BIZAR SPROOKJE  

Bhutan is een opwindend maar bizar sprookje. Een land met 20.000 monniken en een leger van 6.000 man. Een land, dat zich bedreigd voelt en zijn tradities in ere houdt ondermeer om de sympathie van de wereld te verwerven. Want –en veel Bhutanezen wijzen je daarop – het land ligt tussen China en India.
      China heeft het aangrenzende Tibet bezet en India heeft van de voormalige koninkrijken en buurlanden Sikkim en Assam deelstaten gemaakt. In Thimphu hangen naast de portretten van de koning dan ook vaak portretten van de Dalai Lama en in het zuiden van het land zitten –met toestemming van de koning- guerilla’s uit Sikkim en Assam.

                                                                                                           LAMA TSULTRIM 

“Ik hoop, dat u een beetje begrip voor ons en voor onze cultuur heeft gekregen”.
      Dat zegt 
Lama Tsultrim tegen me op de laatste dag. Hij is 46 jaar oud en al vanaf zijn zesde jaar monnik. Hij heeft inmiddels zes jaar, zes maanden en zes dagen gemediteerd.
      Volkomen zwijgzaam en levend op wat fruit en zwarte thee.
Eerdaags wil hij weer drie jaar, drie maanden en drie dagen achter elkaar mediteren. Hij zoekt sponsors, want mediteren is duur. Er moet namelijk veel geofferd worden.

P.S.

De koning over wie in dit stukje wordt gesproken  is anno 2007 vervangen door zijn 27-jarige zoon Jigme Khesar Namgyel Wangchuck. Ook zijn er volgend jaar maart voor 't eerst verkiezingen, die op den duur ertoe moeten leiden dat het land een parlementaire democratie wordt.

Je zou het bijna jammer vinden! 

 

Muziek bij de borrel (1):
Night in Tunisia; Art Blakey's Jazz Messengers

Muziek bij de borrel (2): 
Kanonensong van Bertolt Brecht und Kurt Weill 

Muziek bij de borrel (3)
The Singing Detective

Muziek bij de borrel (4)
Ramses II

Muziek bij de borrel (5)
Svalbardtema

Muziek bij de borrel; (6) 
De Finse Tango