Te vroeg geboren
Twee evenwijdige lijnen
lopen dichtrekkend lang
Ze raken elkaar
in het oneindige
Maar omdat wij daar niets aan hebben
laten we de lijnen beginnen in dat oneindige
en doorgaan tot 't min-oneindige.
Zo wordt de eindigheid aangegeven.
Iedere atlas kent kaarten
met zonnen, sterren, melkwegen & een heelal.
Altijd een uitdijend heelal.
Die kindervraag welt steeds weer op:
'Is er nog iets achter het heelal?'
Het antwoord luidt:
'Niets'
Maar ook als er niets is, is er iets.
namelijk niets.
Twee evenwijdige lijnen kunnen elkaar niet snijden.
Maar komen wel samen
in het oneindige.
Naar dat oneigenlijk oneindige snijpunt wil ik.
Dat kan niet;
nog niet.
Ik wist het wel.
Ik ben te vroeg geboren!