(Ontvangen van Theo Uittenbogaard)

 
Wij van UITTENBOGAARD (niet die van VAN DEN BOOGAARD) kunnen er ook wat van; want zonder de uitspraak fundamenteel aan te tasten, zijn er bij het schrijven van de naam W/U/IJT/TEN/BOGAA/ERD/T variabelen op 10 posities (terwijl nota bene de antroponymie, de echte oorsprong van de naam, buiten beschouwing is gelaten: namelijk die van die en daar, met die M, jeweetwel, die in hedendaags Nedelands UIT DE BOOMGAARD zou zijn gespeld)waarvan in Nederland, althans volgens de database van Meertens Instituut/CBG slechts 45 variaties zijn te vinden:

Uijt de Bogaard, Uijt den Bogaard, Uit den Bogaard, Uitten Bogaard, Uijt den Bogaardt, Uit den Bogaardt, Uijtten Bogaart, Uit den Bogaart, Uitten Bogaart, Uit den Boogaard, Uitten Boogaard, Uit de Boogaardt, Uijt de Boogaardt, Uijt den Boogaardt, Uit den Boogaart, Uitten Boogaart, Richter Uitdenbogaardt, Uijtdeboogaardt, Uijtenbogaard, Uijtenbogaardt, Uijtenbogaart, Uijttenbogaard, Uijttenboogaard, Uijttenboogaart, Uitdenbogaard, Uitdenbogaardt, Uitdenbogaart, Uitdenbogerd, Uitdenbogert, Uitdenboogaard, Uitdenboogaardt, Uitenbogaard, Uitenbogaart, Uitenbogerd, Uitenbogert, Uitenboogaard, Uitenboogaardt, Uitenboogaart, Uittenbogaardt, Uittenbogaart, Uittenbogaert, Uittenbogerd, Uittenbogert, Uittenboogaard, Uittenboogerd,
      Waarbij mijn eigen echte bestaande achternaam Uittenbogaard zelfs ontbreekt,

      Evenals die van mijn voorvader Johannes Wtenbogaert:

 

©Rembrandt van Rijn (1633)

Rest de vraag:
Waarom zou ik niet de illusie mogen koesteren afstammeling te zijn van deze illustere predikant (1557-1644) -wiens portret tevens screen-saver is op mn laptop- maar bij voorbeeld van ene Claes Goossens (1629-1689), die zijn oudste zoon Jacob in 1655 'Uittenbogaard' doopte naar een fruitboomgaard in Meerkerk, die hij erfde van zijn grootvader Aert Goessens, schepen en Heilige Geestmeester te Lexmond, of toch gewoon ordinair van Flipje Tiel (1935) ?