De zwartwitte zebra

Ze is inmiddels 57 Josefien. Woont met haar oude moeder in een bescheiden huisje aan de Vondelweg in Haarlem-Noord.

       Onhandig, altijd twijfels, verlegen, een leven lang vrijgezel.  Broeken, bloesjes & platte schoenen. Bleek haar, dunne lippen.
      Maakt zich nog wel eens druk over triviale zaken.
‘’Is’’, zegt ze dan ineens tegen haar collega’s, ‘’een zebra nou zwart met witte strepen of wit met zwarte strepen?”


Een verwarrend voorstel

Ze weet het niet meer. Josefien. De tweede helft van juni zou ze een cruise gaan maken naar Noorwegen. Een reis waaraan vooral singles zouden deelnemen. Ze had al mailtjes gekregen van mannen, die graag een foto van haar wilden ontvangen. ‘’Het liefst een pikante’, had er één gevraagd.   
      En een ander had een halfnaakte foto van zichzelf gestuurd.  
Zo’n man met een lijf als een wasbord.

Nog nooit had Josefien iets gehad met dat soort mannen. Met een ander soort mannen had ze trouwens ook weinig ervaring. ‘’Moet daar niet eens wat verandering in komen?’’, had haar collega Elvira gevraagd.   
       Elvira, die half juni met haar mee zou gaan naar de oogkliniek als ze weer een injectie in haar rechteroog zou krijgen. Elvira die haar had gerustgesteld, nadat ze de mogelijke risico’s op bijwerkingen van zo’n injectie had voorgelezen. ‘’Dat moeten ze altijd meedelen’’, zei Elvira. ‘’Maar de kans dat er iets ergs gebeurt is heel klein. Die kans heb je bijvoorbeeld ook als je een paracetamolletje neemt. Daar staan in kleine lettertjes ook de meest vreselijke dingen in . Je moet dat allemaal relativeren’’.

      Josefien had geslikt en geknikt. Elvira had makkelijk praten. Die kreeg geen ooginjectie. Bovendien had zij altijd contact met leuke mannen.
Ze kwamen op haar af als bijen op de honingpot.  ‘’Hoe doe je dat toch?’, had Josefien geroepen.
       ‘’Wat?’’, zei Elvira.
‘’Nou dat. Dat je altijd mannen om je heen hebt’’

      ‘’Als jij dat ook wilt moeten we aan je gaan werken’’, zei Elvira. ‘’Laten we eerst eens in je klerenkast kijken. Ik herinner me nog dat je een paar jaar geleden wel eens andere kleren aanhad. Want laten we wel wezen, een beetje tuttig zie je er wel uit’’.

      Josefien was geschrokken. Was het echt zo erg.
Maar Elvira had de daad bij het woord gevoegd en dat ook in haar beste Engels gezegd. Want: ‘’Dat maakt indruk op die wasbordjes. You put the money where the mouth is’’.  
      Ze pakt een zwarte trenchcoat uit het kledingrek en doet de dubbele knoopsluiting dicht. Josefien moet daarna de afneembare ceintuur om haar taille doen en de handen losjes in de steekzakken zetten. Daarop zit een klep met een knoopsluiting .Bandje met nog een knoopsluiting onder aan de mouw. Epauletten.
      ‘Die knoopsluitingen zijn heel verleidelijk’, had Elvira gezegd.

Daaronder draagt ze een zwarte blouse. Een getailleerd model met ronde kraag. Korte kapmouw met rimpeleffect. Een wijnrood vest. V-halsmodel.
      Geribde rand onder aan het vest en de mouw. Zachte fijn gebreide kwaliteit.

 Voor ’t eerst in vijf jaar heeft ze weer eens een rok aan, Josefien. Zwart. Klokkend model. Rond gesneden figuurnaden onder de rokband.
      Rits achter.

‘’Zo’’, zegt Elvira. ‘’Dat ziet er een stuk beter uit. Vooral als je er ook nog een zwart gelakt laarsje bij doet. Met een hakje".
       Zij had haar hand op de schouder van Josefien gelegd en er twee maal in geknepen.
Toen kwam het:

‘’Zullen we samen vakantie vieren? Maar zo’n cruise zie ik niet zitten. Liever iets anders’’.  
Josefien had haar verbaasd aangekeken. In verwarring ook.
       Wat moest ze daar nou weer van denken?