Eens eventjes babbelen

 

Noortje stond op mijn antwoordapparaat. Noortje Aipassa van het televisieprogramma Max & Loretta. Ze had mij gegoogled en gelezen dat ik in de jaren zeventig voor De Volkskrant diverse stakingen in Rotterdam en Antwerpen had verslagen. Als ik terug zou bellen konden we daar -zoals ze dat uitdrukte- ‘nog even over voortbabbelen’.
      Ik belde terug en kreeg te horen dat zij op hun manier aandacht wilden besteden aan de tentoonstelling over de jaren zeventig in het Noordbrabants museum in Den Bosch. Daarom wilden ze iemand uitnodigen, die kon vertellen over al die arbeidsonrust in die jaren.
      Noortje vertelde mij echter dat ze al iemand anders hadden gevonden. Er was namelijk haast bij.
Die ander was Arie Groenevelt.
      Natuurlijk een veel betere keus dan ik, die erbij was zonder erbij te horen.

ARIE GROENEVELT!

Oud-voorzitter van de Industriebond NVV. Een echte vakbondsman. Daarvan waren er in die tijd nog twee. Herman Bode van het NKV en Jaap van der Scheur van de ABVA, de ambtenarenbond van het NVV. Bevlogen mannen, die een massa echt konden toespreken en in beweging zetten.
      Mannen, die niet zoals vele anderen in de vakbeweging, ambities hadden om in de politiek (Wim Kok) , het bedrijfsleven (Hans Pont), de omroep (André Kloos) of het openbaar bestuur (Johan Stekelenburg) carrière te maken.
      Arie Groenevelt kwam vrijwel op het laatst van de uitzending aan bod. Heel kort. Het enige wat hij vertelde was een tegenactie met een knokploeg, die de leiding van Shell organiseerde bij de staking in 1979. Hij was daar zelf bij. Sterker nog: hij had het nauwelijks overleefd.
      Toen hij meer wilde vertellen, was zijn tijd voorbij. En dat was heel jammer. Een gemiste kans, want de man verdient het om eens uitgebreid te praten over die verwarrende tijd van grote havenstakingen in Rotterdam, de massale metaalstaking bij de bedreigde scheepswerven, de militante staking van binnenvaartschippers, die de Nieuwe Waterweg blokkeerden. De staking bij de Hoogovens. De bedrijfsbezetting van Enka Breda. Hoe kijkt zo’n man daarop terug en wat is het resultaat geweest?

Vijftig minuten duurt dit programma van de ouderen-omroep Max, dat gepresenteerd wordt door Loretta Schrijver. Het programma kabbelt; men babbelt. Vier maal per week.
      Iedere keer is er een hoofdgast en zijn er andere korte onderdelen. Het decor is een gezellig gemaakte huiskamer met een vogelkooi, veel ongelezen boeken in een kast en een nep openhaard. In die huiskamer zit merkwaardig genoeg ook publiek. Dat lijkt me nogal tegenstrijdig met het huiskamer-idee, dat natuurlijk juist een intieme sfeer moet bevorderen.

En dan Loretta. Geen diva; eerder een goedlachs moeke. Geen muts. 
      Wat in haar te prijzen valt, is dat ze goed luistert en geen door redactieleden opgesteld vragenlijstje afwerkt. Ze lijkt oprecht betrokken bij de geïnterviewden en heeft zich behoorlijk voorbereid. Nu nog wat minder stopwoordjes ‘oke (okay’), ‘nou’, ’eens eventjes’ en ’zeg maar’ gebruiken. 
      En die paar pondjes te veel mogen er van mij best aan blijven.

Ook nog het logo van een copyright voorzien in plaats van een copywrite en wie weet komen er dan meer dan 421.000 kijkers. Hoewel. Het zit vanaf half zes op Nederland 2. Met het NOS-Journaal van 6 uur als concurrent lijkt dat me een heel redelijk bezoekersaantal.