Een uiterst riskante correspondentie

Ik schreef gisteren een stukje over een reünie bij het Bredase Dagblad De Stem. Het waren mensen die daar tussen 1962 en 1972 actief waren. Er was aan iedereen gevraagd om een anekdote te vertellen. ‘’Staand en met luide stem’’.   
      Ik dook in mijn archief en haalde er wat dagboekjes bij. Wat bleek: anekdotes volop.

Ruin vier jaar werkte ik bij die krant op de redactie in Roosendaal. Een soms geïsoleerde positie, want het contact met de centrale redactie in Breda bestond voornamelijk uit telefoonverkeer. De krant had een aantal edities (Bergen op Zoom, Roosendaal, Etten-Leur, Oosterhout,, Zeeland en natuurlijk Breda). Pagina twee was een zogeheten wisselpagina. Maar soms ging een bericht ook in alle edities mee.
      Het was voor ons in de provincie vaak maar afwachten wat er met die berichten gebeurde.  
De relatie met de hoofdredactie was eufemistisch uitgedrukt aftstandelijk. We werkten ons kapot, vaak s’avonds en in de weekends, maar waardering van de leiding was er eigenlijk niet.   
      En toch kwam daar verandering in. Na een curieus incident.

Aanleiding was een rupsenplaag in Zevenbergschen Hoek. Ik had een tip gekregen en ging er heen met een fotograaf. Het was vrij ernstig. Wij kwamen in een huis, waar honderen rupsen over de vloer en langs de muren kropen. Grote rupsen, zo’n acht tot tien centimeter lang.
      Ik maakte daar een bericht van en dat werd de opening van de wisselpagina van de editie Roosendaal/Zevenbergen.
      Onze grote concurrent het Brabants Nieuwsblad had dit nieuws gemist, maar rukte de volgende dag groot uit. Er werd een behoorlijk dramatische foto gemaakt van een ledikantje waar een baby in lag; bedolven onder die grote rupsen. De foto kwam op de voorpagina, waarna het nieuws werd opgepikt door het ANP. Ook de landelijke kranten reisden daarna af naar Zevenbergschen Hoek.
      .......En toen kreeg ik via de telex de volgende reactie van de nogal autoritaire hoofdredacteur Loek Leijendekker:      

Geachte heer Van den Boogaard

Het is mij opgevallen, dat u de laatste tijd de greep op het nieuws dreigt te verliezen.

HET voorbeeld is de rupsenplaag, die momenteel Zevenbergschen Hoek teistert. Zie vandaag de voorpagina van het Brabants Nieuwsblad. Ik hoop dat u de rug recht en zich herpakt.

Met collegiale groeten

L. Leijendekker

Tja. Wat doe je dan? Tot tien tellen? Tot duizend?
Ik deed dat niet maar schreef onmiddellijk terug:

Geachte heer Leijendekker

Het is mij opgevallen, dat u de laatste tijd uw eigen krant nogal slecht leest.

HET voorbeeld is de rupsenplaag, die momenteel Zevenbergschen Hoek teistert. Zie gisteren de opening van de editie Roosendaal/Zevenbergen. Een primeur van mij, die vandaag op de voorpagina van het Brabants Nieuwsblad zonder bronvermelding is overgenomen. Ik hoop dat u op uw beurt de rug recht en zich een volgende keer nog eens bezint, voor u met uw ondoordachte kritiek komt.       

Met collegiale groeten

R. van den Boogaard


Ik werd daarna gebeld door het redactiesecetariaat. Ik moest mij onmiddellijk komen verantwoorden. Het gesprek begon heel vervelend. Waar ik de brutaliteit vandaan haalde om zo’n toon aan te slaan. En waarom ik dat per telex had gedaan. Iedereen op de redactie had dat namelijk kunnen lezen. Sterker: dat was ook gebeurd.
      Ik begon sterk te vrezen dat dit wel eens het eind van mijn Stemcarrière zou kunnen worden. Maar in plaats van excuses aan te bieden, begon ik mij met verve te verweren.  
     
Wie was hier nou als eerste in de fout gegaan?. En als ik niet via de telex mocht corresponderen, waarom mocht de hoofdredacteur dat dan wel? En hij was toch zelf correspondent in Italië geweest. Wist dus wat het was om vaak in isolement te werken en altijd maar af te wachten wat er met je verhalen gebeurde. 
      Waarom weet ik niet precies, maar ineens kantelde er iets. De hoofdredacteur nodigde mij en mijn collega Frans Wetzels uit om thuis bij hem in Oosterhout op bezoek te komen. Met onze partners. En dan gaan we –zoals hij dat uitdrukte- een boom opzetten. 

Een week later gingen we op bezoek. Er waren hapjes & drankjes, de openhaard was aangestoken en Loek Leijendekker bleek een aimabel gastheer. Hij was geïnteresseerd in onze ervaringen, betrok de partners in het gesprek en vertelde zelf anekdotes, vooral over zijn tijd als correspondent in Italië.

Resultaat: Vanaf dat moment was er contact met de hoofdredactie en kregen wij soms zelfs een compliment.  


©2014 Ronald van den Boogaard