Het ‘moet-toch-kunnen’ nihilisme

Door Theo Uittenbogaard

De consumptie van toiletpapier gaat onverminderd voort. Een eindeloze stroom snot zakt vanuit de sinussen m'n keel in. Zo nu en dan rijst de vloed te hoog en borrelt het vocht in mn ogen op, of druipt het gestaag uit m'n neus. Uit de loodgrijze lucht ruist de regen grijs en onverdroten. Het huis is donker, kil en wil maar niet warmer worden. Ik ril.
      De dood van Ella Vogelaar op 69jarige leeftijd deprimeert me boven mate. En ik ken d'r niet eens. “Ella ging haar eigen weg”, zo wordt haar zelfmoord omfloerst in de krant omschreven. Het enige wat ik me van Ella herinner is dat ze als minister door die klootzak Rutger Castricum van het gewetenloze Geen Stijl, met het voorwendsel ‘journalistiek’ te bedrijven, met de camera tergendlang werd achtervolgd met steeds dezelfde vraag: “Waarom antwoordt u niet ?”. Als een uitgeput vluchtend dier dat meedogenloos door een giechelend pak jonge wolven werd afgemat en tenslotte dodelijk gewond naar de grond getrokken. Het begin van het einde van haar politieke carriere.
      Voor mij is Rutger Castricum direct verantwoordelijk voor haar zelfgekozen dood. Maar van hem ontbreekt elk zelf- of rouw-beklag in de krant van vandaag. Natuurlijk. Niks mee te maken, toch ? Wel dus. De Castricums van deze wereld doden koelbloedig, en voor de lol, alles wat van waarde is. Trouwens, de pagina’s ‘familieberichten’ vol beleden leedwezen van al die politieke en maatschappelijke organisaties waarvoor Vogelaar werkte, en haar dood betreuren, getuigen ongewild van hetzelfde cynisme, als het ‘moet-toch-kunnen’ nihilisme van Castricum.
      Nu pas, als het te laat is, getuigen zij haar te waarderen en onmisbaar te achten. Terwijl ze haar alleen lieten aanmodderen tegen de Castricums en consorten en het bijbehorende cynische wereldbeeld. Nogmaals, ik ken Ella niet, ik weet niks van haar, noch ken ik haar kwaliteiten als bestuurder, -misschien was ze geheel onbekwaam- maar -als ik twee regels verder lees- begrijp ik, dat zij zich in al haar functies met hart en ziel inzette voor de zwakkeren in de maatschappij. Tegen de klippen op. In onmogelijke omstandigheden. Als vakbondsbestuurder. Als Minister zonder portefeuille -en dus zonder budget. En dus zonder gezag of kracht. In de steek gelaten door medebestuurders en politici, die haar verleidden zich in te zetten als vlag op hun modderschuit vol geveinsde goed wil. Zonder zich werkelijk te willen committeren, aan waar zij voor stond. En aan alle Ella Vogelaars van deze wereld. En langer dan vandaag. Begrijp je waarom ik ril ?