De Nieuwezijds, een krantenboulevard

Ik ontving een podcast van mijn oud VPRO-collega Guido Spring. Hij is in gesprek met Paul Arnoldussen en Rudie Kagie, hoofdredacteuren van de tweewekelijks verschijnende krant Argus.
       Een krant die nog echt knispert en vooral wordt geschreven door journalisten, die niet meer in dienst zijn van een krant, een tijdschrift of een omroep, maar hun vak niet kunnen vergeten en louter voor hun plezier gratis meewerken. Zo kan het blad zonder advertenties blijven bestaan en floreren.

      Het is een bekend verschijnsel. Ik ken veel journalisten, die op hun eigen wijze met hun vak bezig blijven. Zelf ben ik ook zo iemand, want inmiddels vul ik al meer dan vijftien jaar dagelijks mijn blog met dingen die ik leuk vind. En met mij inmiddels een aardig aantal medewerkers, dat er ook plezier in heeft om af en toe wat te publiceren. Zij plaatsen dat dan op hun beurt weer op Facebook of Instagram of wijden er een tweet aan.

      Arnoldussen en Kagie schreven het boek De Nieuwezijds, herinneringen aan een krantenboulevard.
Over de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam, waar in de naoorlogse periode een groot aantal kranten was gevestigd. De Volkskrant, Trouw en het Algemeen Handelsblad bijvoorbeeld. De Telegraaf natuurlijk, hoewel die krant vanwege zijn houding in de oorlog dertig jaar niet meer mocht verschijnen. Dat verbod werd overigens in 1949 opgeheven. In die periode werden bij De Telegraaf wel de verzetskranten Het Parool en Trouw gedrukt.

Café Scheltema

Het gesprek vindt plaats in café Scheltema, in die periode een meer dan beroemd journalistencafé.
       Ik kwam daar regelmatig. Dat komt zo.
In de jaren 1966/67/68 werkte ik achtereenvolgens bij het Leidsch Dagblad en het dagblad De Stem in Breda. Op zaterdag volgde ik in die jaren de opleiding aan het Instituut voor Perswetenschap, een onderdeel van de Universiteit van Amsterdam. Na afloop gingen we met een groepje studenten steevast naar Scheltema. Dan hoorden we er al een beetje bij.

      Veel aandacht schenken de heren aan De Waarheid, ook al een krant die uit verzet werd geboren.
Direct na de oorlog was dit een keurige krant met hoge oplage. Pas jaren later werd het de partijkrant van de Communistische Partij van Nederland. In 1959 was dit overigens een zeer verdachte krant.
      Ik was toen veertien jaar en heb die krant een tijdje bezorgd in een wijk in Haarlem-Noord. De krant had in die vrij grote wijk 54 abonnees. Zes daarvan waren verpakt in neutraal papier, zodat de buren niet zouden zien dat De Waarheid bezorgd werd. Wekelijks moest je trouwens toen bij een aantal mensen aanbellen om abonnementsgeld te innen. Dat was een vreselijke klus, want niet iedereen had (cash) geld. Men verzocht dan -al dan niet vriendelijk- om het een weekje uit te stellen. Anderen hielden zich opzichtig schuil en deden niet open.

Vrij Nederland

Ook Vrij Nederland, dat toen nog een veelgelezen en vermaard weekblad was wordt besproken. Een auteurskrant. Eigenlijk net als Argus nu. En De Tijd, toen nog een dagblad komt aan bod. Guido Spring gaat met de hoofdredacteuren naar het Kasteel van Aemstel, waarin De Tijd toen gevestigd was. Tegenwoordig is het hotel Ink (verwijzing naar drukinkt) en het restaurant heet De Pressroom.

      Uitvoerig staan de hoofdredacteuren stil bij het verschil tussen de journalistiek van toen en nu.
Het was vroeger bepaald niet beter. Arnoldussen bijvoobeeld merkt op dat hij in 1972 bij de Volkskrant (toen al verhuisd naar de Wibautstraat) begon als leerling-journalist, terwijl hij niet eens een diploma van de middelbare school had. Ik twijfel niet aan zijn woorden, maar ben er wel een beetje verbaasd over. Zelf begon ik eind 1971 bij de Volkskrant. Ik had toen dus al ervaring bij regionale kranten en die opleiding in Amsterdam afgerond.. Maar er werd bij de sollicitatie wel naar mijn HBS-diploma gevraagd.
      Trouwens: ook de School voor Journalistiek in Utrecht had toen zijn eerste studenten afgeleverd.  

Deze week is er op de Nieuwezijds een beeldje van Argus onthuld. Naar de Ollie B Bommelboeken van Marten Toonder. Daarin is Argus een volhardend, maar ook wat verdacht journalist van de Rommeldamse Courant.  
       Het VPRO-radioprogramma Argos, dat al sinds 1992 in de lucht is, zou overigens aanvankelijk ook Argus heten. Maar door de link met de Toonder verhalen is destijds besloten om er Argos van te maken.

Mooiste zin in het boek en dus ook in de podcast is volgens de hoofdredacteuren:
      Het Parool blijft Trouw aan de Waarheid van Vrij Nederland.

U kunt er HIER naar luisteren.  
En HIER kunt u voor 58 Euro per jaar een abonnement nemen op Argus