Zo is er maar Einzi!

 Het was 1939 en de Weense componist Robert Stolz (1880-1975), beroemd om onder meer zijn “Zwei Herzen im Dreivierteltakt” en “Im Prater blühen wieder die Bäume” was het nazi regime ontvlucht en lag ziek in een gevangenishospitaal in Parijs. Zonder papieren en zonder geld, want zijn vierde vrouw had hem verlaten voor een jonge Franse minnaar, met medenemen van het kapitaal van de componist.

De 27-jarige Zwitserse bankiersdochter Yvonne Louise Ulrich (1 mei 1912- 18 januari 2004) studeerde rechten aan de Sorbonne. Met het surplus van de toelage van haar ouders hielp ze vluchtelingen. Zo ook Robert.Stolz. Niet lang daarna werd Yvonne, of ‘Einzi’ zoals Robert haar noemde de vijfde mevrouw Stolz. In 1975 overleed de componist. Einzi ging onvermoeibaar verder met het behartigen van de belangen van haar Grosse Liebe.

In 1994 kwam bij EMI een serie cd’s met operettemelodieën uit. De platenmaatschappij vond het wel een mooi gebaar om het eerste exemplaar in het legendarische Hotel Sacher in Wenen te overhandigen aan de inmiddels ook hoogbejaarde weduwe Stolz. En ik mocht namens de GPD mee samen met een paar andere vertegenwoordigers van de schrijvende pers, onder wie Privé-redactrice Barbara Plugge, een cameraploeg en de Nederlandse operettester Jacco van Renesse (1936-2008). Het werd één van die dagen-met-een-gouden randje, omdat alles klopte, ook de collectieve verbazing, zeg maar verbijstering, van het meegereisde gezelschap.

 

Het frêle Weibchen en Robert Stolz

(Door Els Smit, journalist te Rotterdam)

Ze komt binnen als een woordenspuitende mitrailleur. Het personeel van het legendarische hotel Sacher in Wenen lijkt aan haar entree gewend. Die Gäste aus Holland niet. Uitgebreid was van te voren overlegd hoe we de zaken zouden aanpakken bij de overhandiging van de cd “Operette Gold” aan Einzi Stolz, de inmiddels hoogbejaarde weduwe van de in 1975 op 95-jarige leeftijd overleden componist en dirigent Robert Stolz.

Uiteindelijk was besloten tot: eerst bij koffie met misschien wel een stukje Sachertorte, de broze weduwe op haar gemak stellen. De meegereisde cameraman en de fotografen zouden zich op de achtergrond houden. En als de tijd rijp zou zijn, het ijs gebroken, zou operettezanger Jacco van Renesse zich voorzichtig aan haar voorstellen. Hij zou vervolgens met gepaste distantie het introductiealbum met daarop hoogtepunten uit een serie van twintig cd’s vol operettemuziek overhandigen.

Koffie? Broze weduwe? De tijd rijp laten worden?

De weduwe, haar jas nauwelijks uit, blijkt een ijsbreker die na vier winters op de Zuidpool nog jarenlang uitstekende diensten zou kunnen bewijzen in de Beringzee. En Jacco? Het frêle Weibchen neemt hem met één vloeiende beweging in een houdgreep waarmee Olympische records worden gebroken. Onderwijl richt ze haar blik met een professionaliteit waarvan Brad Pitt nog maar moet zien dat hij die ooit haalt, naar de cameraman die ijlings in actie is gekomen. ‘Ja, der Robert, he was a ladies’ man’, zegt ze zomaar. Waarom ze Engels praat, begrijpt ook al geen mens. ‘Hij hield van vrouwen, hij kon ook zo veel vrouwen krijgen.’

Maar hoe is het toch met Jacco?

Zweet parelt langs zijn gezicht. En die blik in zijn ogen: verwildering, grenzend aan wanhoop.

Z’n vooraf bedachte woorden met eerbied voor de Weense muziek, de grootheid van Johann Strauss, Franz von Suppé, Karl Millöcker, Emmerich Kálman, ze willen niet komen. Ze kúnnen ook niet komen, want Jacco zit in die houdgreep. Erger nog, hij wordt bijkans gesmoord in moederlijke liefde. Ook brengers van góed nieuws hebben aan Einzi een zware dobber.

De timing van Frank Sinatra blijkt haar ook al niet vreemd. Resoluut besluit ze dat het wat betreft het vertoon voor de camera’s welletjes is geweest. Het is nu tijd voor serieuze gesprekken met de schrijvende pers. Ter plekke stelt ze een roulatiesysteem op voor de vijf verslaggevers. Ik ben als tweede aan de beurt. De naald gaat in een andere groef, de ogen gaan op ernstig.

‘Ik ben een missionaris’, zegt ze, ‘en je weet wat missionarissen willen. Hun doel is de hele wereld overtuigen van hun ideaal en het mijne is dat operette als kunstvorm nooit verloren gaat. Ook vind ik dat de hele wereld best mag weten dat Robert Stolz de verbinding is geweest tussen al die geniale componisten van deze tijd en hopelijk van alle generaties die nog gaan komen.

 

Robert und Einzi

(Foto: Wikipedia/Anefo)

‘Hij heeft lang geleefd, 95 jaar, lang genoeg om een brug te kunnen slaan tussen Johann Strauss en Lehár, die hij persoonlijk heeft gekend en het publiek van nu. Hij beschouwde zelf de lange tijd die hij mocht leven als een geschenk Gods. Dat heeft hij vaak tegen me gezegd. In zijn jonge jaren heeft hij de premières van zo veel prachtige operettes van al die groten mogen dirigeren. Hij heeft met die mensen zélf kunnen overleggen hoe zij de noten die ze op papier zetten in hun hoofd hoorden. Hij heeft uit de eerste hand gehoord wat de bedoeling was. En, dat is waar hij God ook dankbaar voor was, hij was de eerste van zijn generatie, die heeft meegemaakt dat de opnametechnieken geperfectioneerd werden, zodat hij aan een groot publiek de muziek kon laten klinken zoals de makers die zélf voor ogen stond. Van Mozart en Beethoven en eerdere componisten weten we geen van allen wat ze zelf hadden bedoeld. We kunnen alleen maar gissen en interpreteren, hoe knap en belezen de uitvoerende kunstenaars ook zijn. Maar van de componisten die Robert heeft meegemaakt, ligt wél veel vast.’

Geen camera nu die de Ster in haar wakker maakt. Ze is een vrouw van in de tachtig, die geen pensioen wil kennen. Waar komt die apostolische ijver vandaan? Uit zichzelf zou je zeggen. Was het daarom dat Robert Stolz haar tot vrouw koos. Gewoon maar vragen, dit ijs lijkt in ieder geval gebroken.

‘Ik studeerde rechten aan de Sorbonne, het was net even voor de oorlog. Hij was een vluchteling uit Wenen, zoals je er toen zo veel had. Mijn ouders hadden geld, ze stuurden me regelmatig een toelage. Ik kreeg meer dan ik nodig had, dus hielp ik mensen. Ook Robert. Hij had toen een blonde, hij had altijd blonde vrouwen. Hij werd gearresteerd, omdat z’n papieren niet deugden.  Ik heb hem vrij weten te krijgen. Hij was ziek  hij wist niet waar of wie hij was, maar toen ik hem vlak na zijn vrijlating kwam verzorgen zei hij ‘Mutter’ tegen me. Hij had een enorme band met zijn moeder. In de verdoving waarin hij op zijn ziekbed had verkeerd, had hij mij voor zijn moeder aangezien: klein en donker. En zo is het gebleven. Ik was een moeder voor hem én echtgenote, minnares, verpleegster, manager, financieel adviseur en kok. Ik was zijn vijfde vrouw, maar eindelijk was ik de liefde die hij altijd had gezocht en die bleef.’

Hoe kan iemand je vertederen en onmiddellijk daarna als een dragonder een voorheen onbekend gezelschap naar je hand zetten? Einzi doet het.

Ook tijdens de copieuze lunch: ‘Spinatschinken mit geräuchertem Lachs, Fleischstrudelsuppe, Sacher’s Tafelspitz, Schmittlauchsauce, Apfelkren, Erdäpfelscharrn, Geëister Haselnussgugelhupf mit Früchten und Mocca und Kleine Bäckereien’ (und ja: ein ganz kleines Stückchen Sachertorte!). Het wordt allemaal binnen een uur opgediend en ik ben blij dat ik een eindje van haar af zit. Collega’s die het minder hebben getroffen, zien menige strudel en hupf onaangeroerd afgevoerd worden.

En dan wil ze ineens het Robert Stolz monument vlak bij het hotel laten zien. Een mooie plek om afscheid te nemen, toch? De vertegenwoordigster van de platenmaatschappij tovert een bos bloemen tevoorschijn. Op het effect daarvan kan je natuurlijk wachten. Want nu mogen we ook mee naar haar huis aan de, ja, “Robert Stolz Platz”. Maar wat we vrezen, gebeurt niet, we hoeven niet mee naar binnen. Bij de drempel trekt ze een streep.

Toch nog maar even beleefdheidshalve wachten we of ze dadelijk misschien op het balkon zal verschijnen om “Dein ist mein ganzes Herz” te zingen. Het gebeurt niet en Jacco wil weg. Naar huis om even bij te komen. Per slot van rekening moet hij morgen weer met de Hoofdstad Operette optreden. ‘In Sneek’, zegt hij en huilend van het lachen valt het hele gezelschap hem in de armen. Iemand vraagt in welke operette hij moet spelen.

Hij slikt even en iedereen begrijpt waarom: ‘In “Die Lustige Witwe”.’

( GPD, 29 september 1994)

 

 

     https://www.youtube.com/watch?v=uVAKojRW0tI

 

\    Beverly Sills stars as Ms. Hanna Glawan in the 1977 production of "The Merry Widow"

   

 

 


 

 

I

   Im Prater blüh'n wieder die Bäume - André Rieu

   André Rieu & His Johann Strauss Orchestra performing Im Prater blüh'n wieder die Bäume live in Vienna.

     https://www.youtube.com/watch?v=VOs3MZyfPrU

 

 

 

 

 

 

 

      Meer van Els: HIER