Van mond-tot-mond tot mond-op-mond
Mijn gesprekspartner sprak over mond op mond reclame. Dat was namelijk in deze zware tijden belangrijk. Geen geld om te adverteren, geen geld voor reclamespotjes, geen geld voor reclame op billboards etc. Dus moest je zorgen dat je product gratis werd aangeprezen.
Geen speld tussen te krijgen.
Maar mij hield ineens iets anders bezig. Was dat wel juist: mond op mond reclame?
Was het niet mond tot mond reclame? En hoe schreef je dat eigenlijk? Losse woorden? Aan elkaar? Streepjes ertussen?
Thuis zocht ik het direct op. Wat bleek?
Geen overeenstemming! Althans niet over de juistheid van de uitdrukking.Wel over de schrijfwijze!
Er moeten streepjes tussen en mond en reclame worden met elkaar verbonden. Dus: mond-op-mondreclame en mond-tot-mondreclame.
Het genootschap Onze Taal houdt het in zijn boekje Guichelheil op mond-tot-mondreclame. Mond-op-mondreclame is volgens dit genootschap fout. Ik noem dat een guichelheiligheid.
’’Waarschijnlijk wordt men op het verkeerde been gezet door mond-op-mondbeademing’’. Een stijlfout dus; een contaminatie.
Ook het Witte en het Groene Boekje geven uitsluitend mond-tot-mondreclame.
Maar ja: de dikke van Dale geeft mond-op-mondreclame als synoniem voor mond-tot-mondreclame.
En de dikke van Dale geeft nog veel meer.
Mijn God! Daar gaan we.
…..Een mooie mond met tanden hebben
…..Met open mond naar iets kijken
…..Een mond als een schuurdeur
…..Ogen open en mondjes toe
…..Daar valt je de mond van open
…..Tussen neus en mond
…..Bij nacht zijn alle katjes grauw en alle mondjes even nauw
…..Heb je geen mond?
…..Een grote mond opzetten
…..De vinger op de mond leggen
…..Hij steekt overal zijn mond in
…..Zij is niet op haar mondje gevallen
…..Zijn mond voorbijpraten
…..Iemand naar de mond praten
…..Z’n mond staat er gewoon naar
…..Z’n mond staat niet naar vragen
…..Ieder pondje gaat door het mondje
…..Dat ligt hem voor in de mond
…..Iemand een vuile mond geven
…..Met iets de mond verslijten
…..Hij loopt in de mond van iedereen
…..Iedereen heeft er de mond van vol
…..Met de mond vol tanden staan
.....Zijn mond in allebei zijn handen hebben
…..Hij is wat los in de mond
…..Dat woord is hem in de mond bestorven
…..Iemand iets in de mond leggen
…..Iemand de woorden uit de mond halen
…..Uit één mond spreken
…..Hij zal er zijn mond niet aan vuil maken
…..Hij denkt dat de gebraden duiven hen daar in de mond zullen vliegen
…..Iemand het eten uit de mond kijken
…..Op zijn mond gezet zijn
…..Dat is de mond maar getergd
…..Het water komt mij ervan uit de mond
…..Iemand de brokken in de mond tellen
…..Zij hebben moeite om de mond open te houden
…..Bitter in de mond, maakt het hart gezond
…..Iets uit zijn mond sparen
…..Een zoute mond halen
En dit is nog maar een selectie. En ook nog afgezien van andere betekenissen die mond kan hebben.
Denk aan de bek van een dier, de monding van een rivier, de mond van een kanon etc.
Guichelheil is overigens een plant met rode, stervormige bloemen en betekent letterlijk: genezing van gekheid.
Een geneesmiddel tegen zenuwziekten dat via de mond wordt ingenomen.