Verhullend taalgebruik
Ik denk dat het zo’n 25 jaar geleden begonnen is met het woord ontwikkelingshulp.Dat was een beladen begrip geworden. We moesten spreken over ontwikkelingssamenwerking en onderontwikkelde landen werden ontwikkelingslanden.
We gingen het nog doen ook, terwijl wij wisten dat er geen sprake was van samenwerking en dat de hulp gewoon ging naar arme landen. De samenwerking bestond er uit, dat het Nederlands bedrijfsleven er vaak van profiteerde.
Dit is dus verhullend en verzachtend taalgebruik.
Ik noem dat: woordverzachting.
Het barst ervan in onze taal.
Dom: Minder begaafd
Gevangenis: Penitentiaire inrichting
Joden: Joodse mensen
Turken: Turkse mensen
Vee afmaken: Ruimen
Gekkenhuis: Psychiatrische inrichting
Mollig: Volslank
TBR: TBS
Doof: Gehoorgestoord
Uitkeringstrekker: Uitkeringsgerechtigde
Zelfmoord: Suïcide
Suïcide: Auto-euthanasie
Verrommeling van het landschap: Ecologische hoofdstructuur
Meid: Werkster
Werkster: Interieurverzorgster
Cipier: Penitentiair beambte
Werkloos: Inactief
Massamoord: Genocide
Genocide: Etnische zuivering
Vuilnisman: Milieuwerker
Ouden van Dagen: Bejaarden
Bejaarden: Senioren
Gevangenis voor asielzoekers: Hospitium
Industrieterrein: Bedrijvenpark
Dwergen: Lilliputters
Lilliputters: Kleine mensen
Lappen: Samen
Zigeuners: Roma
Eskimo’s: Innuit
Analfabeten: Laaggeletterden
Blinden: Visueel gehandicapten
Zwakzinnigen: Verstandelijk gehandicapten
Inbraak: Ongewenst bezoek
Pornonet: Adult kanaal
Muziek op Radio 1: Adult contemporary music
Doodgaan: Verscheiden
Dik: Zwaarlijvigheid
Zwaarlijvigheid: Obesitas
Eufemisme: Woordverzachting