Belgische oplossing voor de zwarte toren

Van 1968 tot 1972 woonde ik in Roosendaal vlakbij de Belgisch-Nederlandse grens. Ik werkte toen bij het dagblad De Stem, dat ook verscheen in de Belgische grensplaatsen Essen & Kalmthout. Zo kwam ik nogal eens bij onze zuiderburen en verwonderde mij vrijwel voortdurend over de manier waarop de Belgen bepaalde problemen aanpakten. ‘’Belgische oplossingen’’ noemde ik dat. Een combinatie van onvermogen, losbandigheid en ideeënrijkdom, van waan en naijver, een steekpenninkje hier en daar, van administratieve creativiteit en een zekere flair om het zoveel mogelijk mensen een beetje naar de zin te maken.
  

Kijk even naar deze foto. We zien hier De Zwarte Toren in Brussel. Het eerste beschermde stadsmonument. De toren stamt uit de twaalfde eeuw en was onderdeel van de eerste Brusselse stadsomwalling. De toren werd eind negentiende eeuw gerestaureerd en was sinds die tijd een toeristische attractie.
      Tot er daar aan het Sint Kathelijneplein een plan werd gemaakt voor de vestiging van een Novotel. De toren moest worden afgebroken, maar daar kwamen mensen tegen in verzet. Uiteindelijk kwam er zo’n Belgische oplossing. Het hotel werd om de toren heen gebouwd.
     
Deze zwarte toren komt prominent naar voren in het volgende larmoyante gedicht van Prosper van Langendonck (1862-1920; Brussel), geschreven in 1893.

Mijn hart klopt hoorbaar…

Mijn hart klopt hoorbaar in den zwarten toren
boven de straten en haar dof gerucht,
en ’t hijgt in zwenkende en geknotte vlucht
en klaagt in klamme duisternis verloren…

Mijn harte weeklaagt in den zwarten toren,
al zijne smarten in de jammerlucht
uitwenend in een langen stervenszucht,
en weer tot nieuwe jammerklacht herboren.

Hoor! ’t Is mijn hart, dat ze te morzel trekken,
dat, afgebeuld van ’t pijnlijk vezeltrekken,
in d’’eeuwgen nood der aarde om deernis schreit,

En boven hen, die ’t martlen, hoog verheven,

hoog boven mensenlust en vreugdeleven,

zijn zwaren rouwmoed langs de steden spreidt.

Als je dit leest kan je vermoeden dat het met Prosper niet goed zou aflopen. Hij was schizofreen en dat uitte zich in depressies en zwerfdwang. Hij werd krankzinnig verklaard en stierf in het hospitaal. Te morzel trekken betekent vermorzelen en met vezeltrekken bedoelt hij volgens mij ‘’tot in elke vezel gespannen’’.
      Er zou maar één dichtbundel van hem verschijnen: Verzen in 1900.



Klik HIER voor alle ZoekPoëzie