Een persoonlijke klaagzang

Maurice Gilliams is een Vlaams dichter en romancier, die in Nederland vrijwel onbekend is. Dat is jammer.
      Neem nu zijn gedicht Winter te Schilde.
Prachtig!
      Een gedicht met lading, met duistere strofen die beklijven, met indringende vergelijkingen en onvervulde verlangens.
Een uiterst persoonlijke klaagzang.

 
Van Maurice Gilliams

Winter te Schilde

Het is een vlakte waar geen moeders wonen;
het sneeuwt, en blinder zwellen de moerassen.
De stilte vriest aan ‘t warhout der gewassen,
langs donkre paden naar helle kerkhoven.

Maar wiegeliedren hoort men nergens ruisen,
geen winteravondzangen brengen vrede.
De natte honden bassen aan hun keten;
de bruine ratten dringen in de huizen.

Daar rusten, donker-weg, de ronde broden,
het karig voedsel voor de bittre dagen.
En alles wat een mensenziel kan klagen
verkropt zij in der doden zoete namen.

Prijs der Nederlandse Letteren

Maurice Gilliams (Antwerpen 1900-1982) heeft een vrij bescheiden oeuvre.
      Hij ontving de Constantijn Huygensprijs en -in 1980- de prestigieuze Prijs der Nederlandse Letteren.

Hoezo Schilde?

De auteur woonde in Antwerpen.
     Maar de vraag doemt op, wat hij persoonlijk had met het plaatsje Schilde, dat overigens in de omgeving van Antwerpen ligt. Hij moest daar wel persoonlijke herinneringen aan hebben!
      Ik kon het niet zo snel vinden en nam contact op met Gilliams-kenner Hans Kleiss, die ondermeer een bibliografie over hem schreef.
      Hij beheert ook de site www.mauricegilliams.nl


Zijn antwoord:


Dag Ronald,

Zijn eerste vrouw woonde in Schilde, en Gilliams verbleef er dus regelmatig. Ze hebben er ook heel even een woning gehad, maar het huwelijk hield maar een paar maanden stand. Zie de roman: Gregoria of een huwelijk op Elseneur; Schilde heet dan Silversande

De “wiegeliedren” en “de vlakte waar geen moeders wonen” uit Winter te Schilde verwijzen naar de kinderloosheid van dit nauwelijks geconsumeerde huwelijk.

Met vriendelijke groet,

Hans Kleiss