Klokke Roeland

Vroeger zongen wij het op de lagere school. Ferm, beklemtoond en met hier en daar een uithaal. Dit was een lied van stavast.
      In Vlaanderen moest je zijn voor heldendom en avontuur. Zoveel begrepen we wel, maar de tekst was verder volkomen onbegrijpelijk.
Het werd ook niet uitgelegd. Bij ons niet althans en bij veel anderen ook niet. Want ik heb ’t eens nagevraagd bij wat mensen die ook nog de lagere school gevolgd hebben. Vrijwel iedereen had het lied gezongen. En niemand had er iets van begrepen. Trouwens: Nog steeds niet.

We moeten terug naar de veertiende en begin vijftiende eeuw. De Honderdjarige Oorlog. Een reeks conflicten tussen Frankrijk en Engeland, hoewel er bij tijd en wijle ook onderling stevig gevochten werd. Vlaanderen is bezet door de Fransen en verzet zich daar tegen.
      Jan Hyoens en Jacob van Artevelde zijn de volksleiders. Hyoens is aanvoerder van de zogeheten Witte Kaproenen en de lakenkoopman Jacob van Artevelde hief de boycot van de Engelse wolinvoer op. Hi zorgde er ook voor dat officiële documenten in het Vlaams werden opgesteld.
      Van Artevelde werd in 1345 tijdens een oproer vermoord. Zijn rol werd overgenomen door zijn zoon Filips. Daarom wordt in het lied in meervoud gerept over de Artevelden. Op diverse lagere scholen gezongen als ‘’in de velden’’.   


Van Albrecht Rodenbach

Klokke Roeland

Voorzang

Boven Gent rijst
eenzaam en grijsd
’t oud Belfort, zinbeeld van ’t verleden.
Somber en groots
steeds stom en doods,
treurt de oude Reus op ’t Gent van heden.
Maar soms hij rilt
en eensklaps gilt
Zijn bronzen stem door de stede.

Toezang

Trilt in uw graf, trilt, Gentse helden,
Gij, Jan Hyoens, gij, Artevelden:
‘mijn name is Roeland, ‘k kleppe brand
en luid de storm in Vlaanderland.’

Voorzang

Een bont verschiet
schept ’t bronzen lied
prachtig weertoverd mij voor de ogen;
mijn ziel erkent
het oude Gent;
’t volk komt gewapend toegevlogen,
’t Land is in nood:
‘Vrijheid of dood!’
De gilden komen aangetogen.

Toezang

‘k Zie Jan Hyoens, ‘k zie de Artevelden,
en stormend roept Roeland de helden:
‘mijn naam is Roeland, ‘k kleppe brand
en luid de storm voor Vlaanderland.’

Voorzang 

O heldentolk,
O reuzenvolk,
O pracht en macht van vroeger dagen;
O bronzen lied,
‘k wete uw bedied,
en ik versta ’t verwijtend klagen.
Doch wees getroost:
zie ’t oosten bloost
en Vlaanderens zonne gaat aan ’t dagen.

Toezang

Vlaanderen die Leeuw! Tril, oude toren,
en paar uw lied met onze koren:
zing: ‘Ik ben Roeland, ‘k kleppe brand,
luide triomfe in Vlaanderland.’

                                                                                               Jacob van Artevelde op de Vrijdagmarkt in Gent

Het Belfort van Gent is een toren van 95 meter hoog. Grijs gekleurd.
Klokke Roeland was een stormklok die tot 1659 in het Gentse Belfort hing. De bel werd geluid bij brand en als er slecht weer op komst was.
      Bij brand werd de klepel tegen de klok geluid.

Toezang is in het Nederlands nazang.  

Verschiet is toekomst en bedied is betekenis.

Klokke Roeland werd vernoemd naar Ridder Roeland (Roland) die in de achtste eeuw Karel de Grote diende. Hij werd een held die bezongen werd in het Roelantslied (Chanson de Roland).

 Klik HIER voor alle ZoekPoëzie