CARIBEN 

   


 Eiland met twee gescheiden werelden

                         

(Door Rolf Weijburg)

We waren vanuit Barbuda in een grote boog naar de westkust van Antigua gevaren, het hoofdeiland van het op 13 na kleinste land ter wereld, de Caribische staat Antigua & Barbuda. Voor ons lag tussen vaalgroene heuvels de ingang naar de baai waarachter Jolly Harbour schuilgaat.
      We streken de zeilen en voeren op de motor naar binnen.

Toerisme is Antigua & Barbuda’s grootste industrie. Aan het eind van de vorige eeuw werd bijna 70% van ’s lands bruto nationaal product met toerisme verdiend - op de wereldranglijst goed voor een zesde plaats-, hoofdzakelijk op Antigua.
      Het eiland heeft een uitermate grillige kustlijn, vol met baaitjes en inhammen die niet zelden ansichtkaartwaardige stranden herbergen. 365 in totaal, zoals de folders beweren, one for every day in the year. De toeristen weten ze wel te vinden.

De kusten van het eiland liggen bezaaid met grote luxe resorts, sjieke condominiums, vijfsterren hotels en gated communities maar Jolly Harbour spande de kroon: toen we de nauwe doorgang tussen twee landtongen doorvoeren kwamen we in een andere wereld. Lange rijen prachtige villa’s lagen onder de palmen, ieder met een eigen steiger voor de deur waaraan niet zelden een mooi bootje dobberde.
      De palmen wuifden groen, het gras was gemaaid, de bloemen hadden de mooiste kleuren, vogeltjes zongen dat het een lust was. Over de paden reden elektrische golfkarretjes met oudere, meestal blanke, inzittenden. Alles was nieuw en mooi, alles glom. Het leek wel een filmset. We legden aan in de grote marina waar de mooiste jachten lagen afgemeerd.

Jolly Harbour

Jolly Harbour is een afgesloten gemeenschap waar je als gewone Antiguaan niet zomaar binnenkomt. In het omvangrijke gebied dat vroeger een groot moeras was, vind je alles wat je nodig hebt: naast de privé villa’s en de vakantiewoningen zijn er enkele shoppingmalls, een prachtig aangelegde 18 holes golfbaan en tenniscourts. Bij de marina is ook een scheepswerfje en uiteraard zijn er exclusieve restaurants, cafés en bars.
      Het geld dat in Jolly Harbour en in de meeste resorts  en hotels wordt verdiend, gaat, nadat er wat dollars aan het personeel worden uitgedeeld en corrupte regeringsfunctionarissen er wat dikke plakken van afschrapen, hoofdzakelijk naar het buitenland.

          

Jamaica Kincaid, een uit Antigua afkomstige schrijfster, schreef er in 1988 een boekje over, “A small place”, dat inmiddels een klassieker is geworden. Het is één lange aanklacht tegen het egoïstisch neo-kolonialisme van het blanke toerisme, de uitbuiting van de Antiguaan, de corruptie van lokale leiders, de neo-slavernij. Racisme. Een kwaad en ongemakkelijk boek.
      We deden wat inkopen in de lokale supermarkt die vol lag met Amerikaanse producten die twee keer zoveel kostten als hun lokale equivalenten elders op het eiland en vertrokken aan het eind van de middag. We voeren in twee dagen rustig met de klok mee het mooie eiland rond.  Antigua Sailing Week, één van de top regatta’s in de wereld waar jaarlijks tot wel 200 zeiljachten en heel veel kijkers op af komen, was net voorbij en overal kwamen we de prachtigste jachten, vaak beroemde klassiekers, tegen die na de regatta nog wat in Antiguaanse wateren rond waren blijven hangen.

Eenmaal aangekomen in het zuiden van het eiland wierpen we het anker uit in het kraakheldere water van Falmouth Harbour.

(Nelson’s Dockyard met English Harbour op de voorgrond, daarachter Falmouth Harbour)

Om de hoek van Falmouth Harbour ligt Nelson’s Dockyard. Deze fraai gerestaureerde World Heritage Site ligt aan het eind van een bochtige inham, English Harbour, die diep het eiland in snijdt en een perfecte beschermde natuurlijke haven vormt. Een zogenaamd Hurricane Hole, één van de weinige plekken in de Cariben waar schepen tijdens de cyclonen die tussen juni en oktober nog al eens over de eilanden kunnen razen, veilig liggen.
      De baai werd mede daardoor in de 18e eeuw de thuisbasis van de Engelse Caribische vloot en Nelson’s Dockyard groeide in de jaren uit tot een grote bedrijvige scheepswerf. Horatio Nelson, de beroemde Britse admiraal, woonde er enkele jaren, vandaar de naam.
      In het kleine politiekantoortje van Nelson’s Dockyard kocht ik voor 50 Dollar een tijdelijk Antiguaans rijbewijs. Dat moest, want anders kon ik geen auto huren. Ik kreeg er ook een nieuwe naam bij, Rolf Eindhoven, en incognito kon ik zo het hele eiland over rijden.

   

De twee werelden van Antigua waar Jamaica Kincaid over schreef in 1988 bleken in 2005 nog zeker zo aanwezig. Varend langs Antigua’s kusten hadden we toch vooral veel luxe gezien: de resorts, de villas, de exclusieve restaurants en al die sjieke jachten en giga cruiseschepen. Rijdend door het binnenland kon ik zien dat het allemaal slechts een dun laagje doublé was en dat er tegenover al die pracht en praal een wereld stond waar het toch een heel stuk minder was.

Allan Stanford

De Texaanse miljardair Allan Stanford werd in het begin van de jaren tachtig met open armen ontvangen op Antigua. Het ging niet zo goed met het land en Stanford was bereid miljoenen te investeren. Hij bouwde o.a. nieuwe regeringskantoren, een nieuw ziekenhuis en liet de Stanford Cricket Ground aanleggen.
       The Bank of Antigua was van Stanford, heel Antigua werd eigenlijk van Stanford.  Stanford werd Antigua’s grootste investeerder en kreeg zelfs de hoge onderscheiding Ridder in de Orde van de Natie Antigua & Barbuda opgespeld. Hij was een soort Nationale Weldoener, en werd op handen gedragen. Regelmatig was het een komen en gaan van Amerikaanse senatoren en congresleden, van internationale ministers en andere big shots die op uitnodiging in Stanford’s Antigua kwamen feesten waardoor zijn aanzien alleen maar groeide en nog meer investeerders in Sir Stanford’s projecten gingen beleggen.

Tot 2009, want toen zakte alles in elkaar.
      Het complete imperium van Stanford bleek één grote Ponzi-fraude, een piramidespel-achtige constructie die in elkaar stortte en alles met zich mee de afgrond in sleepte.

Stanford werd gearresteerd. De salarissen van de projectontwikkelaars, de aannemers, de bankemployees, van al het personeel in Stanford’s uitgebreide imperium, werden niet meer betaald. Al deze mensen hadden in de loop der tijd een zekere welvaart vergaard en hadden personeel in dienst genomen, tuinmannen, oppassen, huishoudsters, chauffeurs, die op hun beurt ook allemaal niet meer betaald werden. Huizen en auto’s moesten worden verkocht, leningen konden niet meer worden terugbetaald, winkels moesten sluiten, bedrijven gingen failliet.

Heel Antigua ging failliet.

Buitenlandse investeerders wilden hun geld terug en Antigua werd overspoeld met schadeclaims en rechtszaken die tot op de dag van vandaag voortduren. Allan Stanford werd in 2011 veroordeeld tot 110 jaar gevangenisstraf en Antigua bleef met de puinhopen van een in elkaar gezakte economie midden in een internationale financiële crisis berooid achter.

Langzaamaan klautert het land nu weer op. Het toerisme blijft, hoewel minder, de belangrijkste inkomstenbron, maar de inkomsten worden tegenwoordig aangevuld met het  Citizenship by Investment Program. De verkoop van paspoorten.
      Antigua & Barbuda paspoorten kun je voor 275.000 dollar kopen en ook als je voor een half miljoen in onroerend goed in het land investeert (en nog 60.000 voor de kosten neerlegt), wordt je Antiguaan. Het programma is zeer succesvol. Omdat je met een relatief onschuldig paspoort als dat van Antigua maar liefst 132 landen visa-vrij kunt bezoeken is het een erg gewild object voor zakenlui uit landen met minder “betrouwbare” paspoorten die veel internationale reizen maken.

Met een paspoort uit de Verenigde Arabische Emiraten kun je bijvoorbeeld niet meer dan 77 landen zonder visum bezoeken. Emirati’s reizen veel en zijn vermogend en daarom zag een handige zakenman uit Ajman, één van de Emiraten, een gat in de markt, vloog naar Antigua en sloot een deal met de Antiguaanse overheid.
      Nu kun je bij Sweet Homes voor ongeveer 400.000 dollar één van de 600 villa’s in het Ajman Uptown Project kopen en krijg je er een Antiguaans paspoort bij “cadeau”. Ook je echtgenoot, de kinderen én je ouders krijgen dan Antiguaanse paspoorten.

                 


Ooit een voet hebben gezet op het Caribische eiland is daarvoor absoluut onnodig  …

 

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

Klik HIER voor alle afleveringen