n grote smeltkroes

(Door Rolf Weijburg)

Malta, het op 9 na kleinste land ter wereld, ligt midden in de Middellandse Zee.
      Niet verwonderlijk dus dat het door vele volkeren is bezet en bevochten, bebouwd en bevolkt. Feniciërs, Noormannen, Carthagers, Byzantijnen, Grieken, Arabieren, Spanjaarden, Romeinen, Sicilianen, Fransen en uiteindelijk, tot aan de onafhankelijkheid in 1964, de Britten. Allemaal heersten ze gedurende zekere tijd over de kleine archipel, lieten sporen achter in het land, de architectuur, de taal en de cultuur.

Malta is één grote smeltkroes.
      Maar hoe Malta, en in het bijzonder de hoofdstad Valletta, er vandaag de dag nog uitziet, danken we vooral aan de Soevereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta, kortweg de Orde van Malta, die van 1530 tot 1799 over de eilanden heerste.

De Orde van St. Jan van Jeruzalem was oorspronkelijk een kloostergemeenschap die de pelgrims in het Heilig Land in een hospitaal van medische hulp voorzagen. De activiteiten van de Orde breidden zich tijdens de kruisvaarten uit tot militaire bescherming van de kruisvaarders, en de verdediging van het Katholiek geloof.
      Al gauw verwierven de Ridders en het hospitaal grote faam waardoor in heel Europa edelen en gegoede burgers geld, goederen, gebouwen en land aan de Orde schonken. De exploitatie van al deze schenkingen genereerde voldoende geld om de activiteiten van de Orde in het Heilig Land en later ook in hulphospitalen langs de pelgrimsroutes mogelijk te maken.

Bezittingen

Jeruzalem werd in 1187 veroverd door de Turken, de Ridders vluchtten naar Akko, net boven Haifa in het huidige Israël, maar ook daar werden ze verdreven en via Cyprus kwam de Orde op Rhodos terecht. Na ruim 200 jaar werden de Ridders ook daar door de Turken verjaagd. De Grootmeester van de Orde, Philippe Villiers de l'Isle-Adam, zwierf vervolgens met de weinige overlevende Ridders en 4.000 Rhodenzers 7 jaar door Italië.
      In 1530 kreeg de Orde  van keizer Karel V Malta toebedeeld en hoewel het eigenlijk een lening was die de Ridders één valk per jaar kostte, was Malta met zijn Ridders de facto onafhankelijk.
      In 1565 verscheen Sultan Süleyman II de Grote  met een enorme vloot voor de kusten van Malta. Het kleine Fort San’Elmo op het puntje van de landtong waarop nu Valletta ligt, werd veroverd, de Turken vochten zich landinwaarts. Maar Fort San Angelo, op de landtong waarop Birgu, het hoofdkwartier van de Ridders lag, hield net lang genoeg stand om een leger Sicilianen dat door de Ridders te hulp was geroepen, de kans te geven Malta te bereiken.  Met deze versterking konden de Turken worden verslagen.

Valletta, sublieme hoofdstad

Door ervaring wijs geworden, kon nu onder Grootmeester de la Valette met financiële steun van Paus Pius V en Koning Filips II van Spanje aan de bouw van een nieuwe, enorme vesting worden begonnen: Valletta, ook nu nog de hoofdstad van Malta.
      Het moest een stad worden als een fort ter verdediging van het christendom, maar tegelijkertijd en vooral moest het ook een cultureel meesterwerk worden. Befaamde architecten werden uit Italië aangetrokken en in het rechte stratenplan binnen de formidabele verdedigingsmuren verschenen somptueuze gebouwen en prachtige kerken en kathedralen.
      Beroemde kunstenaars als Caravaggio werkten er aan grote schilderijen voor rijke en/of religieuze opdrachtgevers. Er werd een groot ziekenhuis gebouwd met wel 15 ziekenzalen en er kwam een school voor anatomie, chirurgie en algemene geneeskunde.  Een periode van rijkdom en vooruitgang brak aan waarin de Grand Harbour en de sublieme hoofdstad Valletta de hoofdrol speelden.

Maar er kwamen kinken in de kabel. Tijdens de Napoleontische oorlogen verloor de Orde het overgrote deel van haar Europese bezittingen en raakte daarmee veel van haar inkomstenbronnen kwijt. Toen in 1798 Napoleon op weg naar Egypte voor de Maltezer kust verscheen, konden de Ridders, die moeite hadden om tegen christenen de wapens op te nemen, nog maar weinig uitrichten. Ook de Maltezer bevolking was niet meer bereid te strijden voor het behoud van de ridderlijke overheersing.
      De grandioze verdedigingswerken ten spijt, viel Malta bijna zonder strijd na vijf dagen in Franse handen.

Napoleontische oorlog

De Ridders moesten het eiland verlaten en de Soevereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta, was wederom zetelloos. Na jarenlange omzwervingen door Europa - met zelfs een korte periode waarin de Orde haar zetel had in Sint Petersburg en de Russische Tsaar Paul I even Grootmeester was - vestigde de Orde zich in 1834 uiteindelijk onder bescherming van het Vaticaan in de Via dei Condotti, hartje Rome.
      En daar bevindt het zich nog steeds.

Palazzo

Weinigen van de winkelende toeristen in de Via dei Condotti aan de voet van de Spaanse Trappen in het centrum van Rome, beseffen dat het fraaie pand, het Palazzo Magistrale op nummer 68 tussen de sjieke kledingwinkels eigenlijk een onafhankelijk land is.
      Als je via de monumentale poort het gebouw binnen bent gelopen heb je officieel het Italiaanse territorium verlaten.
Het Palazzo is het hart van het wereldwijde instituut dat de Orde tegenwoordig is, met diplomatieke relaties met 106 landen en een waarnemersstatus bij de Verenigde Naties.


Ambassades

De Orde heeft haar eigen ambassades en haar ambassadeurs en hun gezinnen hebben  diplomatieke SMOM (Sovrano Militare Ordine di Malta) paspoorten. Alleen de Grootmeester zelf, de Groot Commandeur en de Groot Kanselier hebben “gewone” SMOM paspoorten.

 

Het militaire karakter heeft de Orde inmiddels, behalve in de naam, laten vallen en de Ridders (13000 zijn het er inmiddels wereldwijd) richten zich sinds het vertrek uit Malta weer op hun oorspronkelijke charitatieve en humanitaire doelstellingen: de verzorging van zieken en behoeftigen met het katholieke geloof als inspiratie. Honderden ziekenhuizen en klinieken met duizenden medewerkers over de hele wereld worden door de Orde gerund, terwijl het zich ook internationaal inzet voor vluchtelingenhulp en bij rampen.

 

 KENTEKEN

 

Op de binnenplaats van het Palazzo - met een groot Maltees kruis in het plaveisel - staan enkele auto’s met SMOM kentekens.
      Het gebouw herbergt o.a. de residentie van de Grootmeester, de Magistrale Bibliotheek, een ziekenhuis, een kapel en het Magistrale postkantoor.

 

 

 


Poste Magistrali

Hier kan je SMOM (Magistrale) postzegels kopen waarmee je post kunt versturen naar 57 landen. Je kunt er ook setjes Scudi kopen, de Magistrale munteenheid die in 2005 is vervangen door de Euro.
      Met Nederland heeft SMOM geen postale verdragen, dus kon ik vanuit het Palazzo geen kaartje naar Utrecht versturen. Ik liet de postzegels wel afstempelen en kreeg daar vervolgens een mooi stempel bij: Busta filatelica non viaggiata (niet gereisd filatelistisch poststuk). Met mijn Fiat 127 reed ik het kaartje zelf naar Utrecht en stempelde bij thuiskomst een streep over het woordje “non”.

De SMOM is dan wel “onafhankelijk”, maar als het een echt land zou zijn (dat is het niet omdat er haast geen territorium is, er eigenlijk maar één inwoner is, en te veel landen het niet als zodanig erkennen) dan zou het by far het kleinste land ter wereld zijn. Ruim 200 keer kleiner dan het Vaticaan.

Villa
Toch is de Orde groter dan je denkt. Op de Aventino heuvel in het zuiden van Rome bevindt zich een tweede SMOM gebouw, de Villa Magistrale. Hier ontvangt de Grootmeester staatshoofden en ambassadeurs en hier is ook de Ambassade van de SMOM in Italië gevestigd (vreemd eigenlijk want het gebouw staat net als het Palazzo en de Villa, officieel niet in Italië).


De grote poort die toegang geeft tot een fraaie allee die door de tuinen naar de Villa leidt zit bijna altijd op slot. Als je door het sleutelgat kijkt zie je achter de Magistrale tuinen een stukje Italië met daarachter de koepel van de Sint Pieter in het Vaticaan.

Met een beetje goede wil zou je kunnen zeggen dat je hier drie landen in één oogopslag ziet.

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

 KliHIER voor alle afleveringen