Gelige huizen en bombastische kerken

(Door Rolf Weijburg)

Omdat Napoleon geld nodig had om zijn acties in Egypte te financieren, werden rijkdommen uit de Maltezer kerken weggehaald en verkocht of geveild. Toen de grote Karmelietenkerk in Mdina aan de beurt was, werd het de Maltezers te gortig. Er brak over de hele archipel een opstand uit. Het Franse garnizoen in Mdina overleefde het niet, maar in Valletta hielden de Franse soldaten stand.
      Op zustereiland Gozo gaven de 217 Fransen die zich hadden teruggetrokken in de Citadella, het huidige Victoria, zich op 28 oktober 1798 over zonder dat er een schot werd gelost. Met Malta nog steeds bezet, greep Gozo zijn kans en riep het met steun van Sicilië de onafhankelijkheid uit.

La Nazione Gozitana was geboren!

Het duurde nog twee jaar tot de Fransen op Malta de aanhoudende belegering van de Maltezers, die inmiddels de hulp hadden gekregen van de Britten, niet meer konden weerstaan. Op 2 september 1800 gaf Frankrijk zich over. Ongeveer 20.000 Maltezer burgers hadden tijdens het twee jaar durende beleg het leven gelaten.
      De Britten namen de boel over en haalden ook Gozo weer bij de les.
Gozo’s onafhankelijkheid had twee jaar geduurd …  

In 1987, in het toeristenkantoor in Valletta, was er weliswaar geen twijfel over de onafhankelijkheid van Gozo, maar het was toch een hele tour om iets op het eiland te kunnen huren. Na diverse bezoekjes en veel heen en weer gebel was het dan eindelijk gelukt: we konden een week een huisje huren in het dorp Kercem, niet ver van de “hoofdstad” Victoria. De eigenaar, Mr. Dingli zou ons bij aankomst in de Gozotiaanse haven Mgarr komen ophalen.
      De “Melitaland” vertrok met een halfvolle lading auto’s, vrachtwagens en passagiers vanuit Cirkewwa in het uiterste noorden van Malta. We voeren over een rustige zee langs de westkust van Comino en Cominotto, de twee eilanden die tussen Malta en Gozo liggen.
      De wateren tussen deze twee eilanden met hun grillige kusten, waren ideale schuilplaatsen voor Turkse en Arabische piraten en in de 16 en 17e eeuw kon je niet zo maar van Malta naar Gozo varen. Menig schip viel er ten prooi aan de piraten. De Ridders bouwden ter bescherming van de scheepvaart Comino Tower aan de steile noordwestelijke kust van Comino tegenover Cominotto, dat tot op de dag van vandaag nog de omgeving domineert.

CominoTower

Er woonde toen, in 1987, nog een vijftiental mensen op Comino, zo zei men, maar toen we er tien jaar later rondliepen waren er nog maar drie over.
      In de zomer wordt het druk op Comino.

Cominotto

Het Comino Hotel, één van de weinige gebouwen en het enige hotel op het eiland, draait dan overuren en op het beroemdste stukje strand en water van heel Malta, Blue Lagoon aan de noordkust, ziet het dan zwart van de mensen. Maar de rest van het eiland blijft leeg.

Mgarr

Na  een uurtje varen  legden we aan in de haven van Mgarr. We pakten onze tassen en gingen aan land. Mr. Dingli had ons snel gespot. We namen plaats in zijn rammelende Ford Cortina en trokken met veel geraas de helling op, Gozo in.
      Mr. Dingli was een wat gezette man van, pakweg, achter in de vijftig. Zijn Engels had een Italiaanse tongval en terwijl hij de Cortina over de bochtige weggetjes stuurde gaf hij al wijzend commentaar op alles wat er zoal aan ons voorbijtrok.
      “Daar zie je een winkel met redelijke prijzen, je kan er goed inkopen doen, het zijn mijn vrienden.”of “Dat is een veel te dure plek, ik ga er nooit heen”en “Dat café zou ik maar niet bezoeken, als ik jullie was. Ik kom er nooit”. Maar ook “Die weg moet je nooit nemen, de mensen daar zijn niet vriendelijk.”en “Dat is de mooiste kerk van het land.” Af en toe stopte hij om zijn verhaal te kunnen afmaken voordat we bij het volgende vermeldingwaardige punt aan zouden komen.
      Het was duidelijk dat Mr. Dingli zo zijn voorkeuren had. Later begrepen we dat heel Gozo met onzichtbare grenzen was bedekt. Waar je je drankje dronk of je inkopen deed, naar welke kerk je ging en op welke partij je stemde en voor welke voetbalclub je was natuurlijk, het was allemaal heel belangrijk. Op Gozo moest je op je tenen door het sociale leven lopen.
      Het huis in Kercem was simpel, rudimentair zelfs, maar het had een fantastisch dakterras met uitzicht over het hele eiland. We bleven een week.

Uit mijn notitieboekje:

 
Zondag 14 Juni 1987

Gozo is gehuld in vlaggen. Vanaf de citadel van Victoria zie ik tientallen vlaggen wapperen boven het prachtige uitzicht van tafelbergen en dorpen. Victoria zelf lijkt verlaten op dit hete middaguur. Anders dan op Malta hangen hier rieten matten voor de ramen en zitten de sleutels gewoon in de voordeuren. In een bar staren drie oude heren in stilte naar de tegelvloer.

‘s Ochtends nog waren de wegen gevuld met Ford Anglia's en Morris Minors die hokkend en ploffend hun zondagstochtjes maakten. Pa achter het stuur, het rechter armpje tevreden uit het raam en de rest van de auto vol met de rest van de familie, hobbelen ze naar familiefeestjes en picknick plekjes.

We komen ze hier en daar tevreden lunchend tegen als we door het vredige landschap lopen. Langs de restanten van een Romeins aquaduct. Langs velden met courgettes, tomaten en aardappelen. Door stille plaatsjes met namen als Gharb, Birbuba en San Lawrenz, vol gelige huizen en bombastische barokke kerken. Afdalend naar Dwerja Bay waar midden in de baai een eilandje ligt dat vroeger begroeid was met een bepaald soort paddenstoel die werd gebruikt in de strijd tegen dysenterie en aambeien. De paddenstoelen zijn verdwenen maar de naam is gebleven: Fungus Rock.

“Fungus Rock”, 1987, tekening Rolf Weijburg

Via een pad tussen terrassen waar graan al geoogst is en komkommers nog moeten groeien en verderop langs amandel en vijgenbomen, lopen we terug naar huis. We komen voorbij de als mystieke tempels in het eiland uitgegraven steengroeven bij Ghajn Abdul. Hier wordt het gelige zachte kalksteen in rechthoekige blokken uit de grond gesneden om later overal op Gozo weer zodanig te worden opgestapeld dat er in gewoond, aanbeden of geparkeerd kan worden.

's Avonds in Fontana wordt Jezus aan het kruis door de straten gedragen en maakt vuurwerk klappen zoals ik ze nog nooit gehoord heb. De straten zijn vol op z'n zondags geklede mensen, lachende kinderen, confetti en serpentines, gebak, ice cream, frisdrank en bier. Als een soort kermis zonder kermis. Gillende keukenmeiden en kleurenregens worden overheerst door die enorme, met duizenden lampjes volgehangen kerkgevel waar Jezus uiteindelijk in thuiskomt. Het is het feest van The Heart of Jesus, één van de vele religieuze feesten, de Festas, die Malta rijk is. Ieder dorp heeft wel zijn eigen patroonheilige, met zijn eigen dag waarop het festa wordt gevierd en het normale leven tot stilstand komt.

Als we teruglopen begint boven in de straat een band te spelen. Flarden muziek worden met de wind meegevoerd over het kapotte glimmende asfalt tot in de verlaten straatjes van Kercem waar zowel de Teenager's Bar als Bar Manini nog open zijn maar waar de enkele bezoekers allang niet meer praten.

 

Maandag 15 Juni 1987

In de deuropeningen van de huizen op weg naar Victoria zitten kant klossende vrouwen. De kooitjes aan de muren zijn bevolkt met putters, kanaries, sijsjes en zelfs een roodborstje.

Langs de weg naar Ta'Cenc staat een huis dat "God Bless Australia" heet. Andere huizen heten Sydney, Madonnina, God Bless Home of gewoon Ma Maison.

Bij Ta'Cenc zijn geen huizen. Op de winderige desolate vlakten dwarrelen afgeworpen slangenhuiden in de wind. Aan de rand van de vlakte vallen kliffen 150 meter recht naar beneden de zee in. Hier staan geen vissers ingeklemd tussen de zware golfslag en de torenhoge kliffen rustig een dagje te hengelen zoals we aan de noordkust in de buurt van Marsalforn zagen waar ze aan lange touwen zó vanaf de kliffen de afgrond in roetsjen. Maar misschien waait het daar wel te hard voor.

Hangend tegen de wind lopen we over een smal paadje langs de steile afgrond richting Xlendi. In Xlendi stormt het. Het is er koud en verlaten De terrasjes die hier waren, zijn inderhaast weggehaald. De golven, hoog opgestuwd als ze door de storm de lange smalle baai van Xlendi worden ingedreven, slaan tegen de huizen. Snel de rotsen op naar huis.   

“Ghawdex (Gozo)”, 1996, 40x50 cm, kleurets Rolf Weijburg

 

 

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

 KliHIER voor alle afleveringen