Slavernij en pijlwortels


(Door Rolf Weijburg)

De Caribische eilandstaat Saint Vincent & the Grenadines, het op 11 na kleinste land ter wereld, bevindt zich in goed gezelschap. Het ligt net ten noorden van Grenada, het op 10 na kleinste land, ten westen van Barbados, het op 12 na kleinste land ter wereld, en ten zuiden van Saint Lucia dat het op 17 na kleinste land ter wereld is.
      De 389 vierkante kilometer die het land meet zijn verdeeld over 32 eilanden, waarvan er 9 bevolkt zijn. De inwoners noemen zichzelf geen Saints, zoals ze dat op Saint Helena doen, maar Vincentians.

Saint Vincent is verreweg het grootste eiland van de staat en het ruige vulkanische silhouet ervan lonkte ons vanaf Saint Lucia de 50 kilometer brede zeestraat over.


Saint Vincent 

       

Net als de meeste andere eilanden in de regio kent ook Saint Vincent & the Grenadines een zeer bewogen geschiedenis. De strijd tussen Carib en Arawak indianen, de eindeloze vijandigheden tussen Engelsen en Fransen, de conflicten tussen Britten en Caribs, de slavernij, het kolonialisme, uitbuiting en winstbejag vullen vele pagina’s van de geschiedenisboeken.
      Op Saint Vincent waren de Carib Indianen heer en meester toen in de 16e eeuw de Europese kolonisatie van het oostelijk Caribisch gebied begon. De indianen boden dusdanig verzet dat Saint Vincent pas veel later dan de andere Caribische eilanden werd gekoloniseerd.
      De Fransen waren de eersten die zich op het eiland settelden. In de buurt van Barrouaillie aan de westkust stichtten ze suikerriet-, tabak- en koffieplantages waarop Afrikaanse slaven te werk werden gesteld.
      Na de Zevenjarige Oorlog in 1763 werden in het Verdrag van Parijs Saint Vincent, de Grenadines en Grenada de Britten toebedeeld in ruil voor de Franse heerschappij over Guadeloupe, Martinique en Saint Lucia. Toch bezetten de Fransen zestien jaar later Saint Vincent & the Grenadines wéér, maar na 4 jaar kwamen de eilanden opnieuw en zoals later zou blijken, tot aan de onafhankelijkheid in 1979, onder Britse vlag.

De Black Caribs of Garifuna (wat zoveel als “cassave-eters” betekent) waren afstammelingen van gevluchte Afrikaanse slaven uit de omringende eilanden - maar ook van schipbreukelingen van een groot Spaans slavenschip afkomstig uit Nigeria, dat in 1675 tussen Saint Vincent en Bequia  Island schipbreuk leed - , die zich in de loop der jaren hadden vermengd met de Carib Indianen.
      Voor de Britten was het bestaan van deze grote vrije zwarte bevolkingsgroep onacceptabel en een jarenlange strijd tussen de Black Caribs en de Britse overheersers was het resultaat. Verenigd onder de legendarische Garifuna Chief Chatoyer en met hulp van de Fransen in Martinique konden de Black Caribs lange tijd standhouden, maar uiteindelijk sloegen de Britten de opstand neer en werden de Black Caribs verbannen, eerst naar het tegenwoordig onbewoonde eilandje Baliceaux, ten noorden van Mustique, later naar het eiland Roatan, voor de kust van Honduras.

      Lekker ver weg, moeten de Britten hebben gedacht.

Roatan is vandaag de dag nog steeds Garifuna-land. Ook de andere Baai eilanden en de noordelijke Hondurese kuststrook evenals delen van Belize zijn inmiddels hoofdzakelijk door Garifuna bewoond. Eind jaren 90 bracht het tijdschrift “Bijeen” een uitvoerig artikel over deze bevolkingsgroep, waarvoor ik de illustratie mocht maken.

De Britten hadden inmiddels een stevige voet aan wal op Saint Vincent. Net als de Fransen stichtten ze er suikerriet-, koffie- en tabaksplantages, maar ook verbouwden ze katoen, cacao en indigo.
      Het werk werd uiteraard gedaan door Afrikaanse slaven.

Om de plantages gaande te houden moesten na de afschaffing van de slavernij contractarbeiders worden ingehuurd. Dat waren in eerste instantie Portugezen uit Madeira (!) later veelal Indiërs. Toen echter tegen het eind van de negentiende eeuw de suikerprijs kelderde werd het steeds moeilijker de op suikerriet gebaseerde Vincentiaanse economie draaiende te houden.
      Alsof het allemaal nog niet genoeg was kwam in 1902 de 1234 meter hoge vulkaan de Soufrière in het noorden van het eiland tot uitbarsting. Veel plantages werden verwoest. Ruim 2000 mensen kwamen om.


Pijlwortels

De economie lag op z’n gat, maar door de vervanging van suikerriet door pijlwortel kon de economie van Saint Vincent gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw weer een beetje opkrabbelen. Pijlwortel (of arrowroot, zo genoemd omdat het vroeger werd gebruikt in de behandeling van verwondingen door gifpijlen) is een lokaal gewas en pijlwortelzetmeel is een glutenvrij bindmiddel voor o.a. sauzen en soepen.
      Saint Vincent werd ’s werelds grootste pijlwortelzetmeelexporteur.
Pas in de jaren vijftig verdrong de banaan de pijlwortel als belangrijkste agrarisch exportproduct.

Onafhankelijkheid

In de periode tussen 1962 (Trinidad) en 1983 (Saint Kitts & Nevis) werden bijna alle Britse Oost-Caribische eilanden onafhankelijk. Vandaag de dag zijn alleen nog Montserrat, Anguilla, de British Virgin Islands, Turks & Caicos en de Cayman eilanden onder Brits bestuur.
      Op 27 oktober 1979 was het de beurt aan Saint Vincent & the Grenadines en tekende prime-minister Robert Milton Cato de onafhankelijkheidsverklaring van de nieuwe natie, een parlementaire democratie binnen het Britse Gemenebest.

Trots werd de nieuwe vlag gehesen, in de kleuren van de vroegere Britse Associated States en met het  oude Brits koloniale Pax et Justitia embleem tegen een achtergrond van een broodvruchtblad.

In 1985 werd er een prijsvraag voor een nieuwe nationale vlag met een eenvoudiger ontwerp uitgeschreven. Die gaf geen bevredigende oplossing en het probleem werd neergelegd bij Julien van der Wal …  een Zwitserse grafisch ontwerper.
      Van der Wal kwam met het ontwerp dat nog steeds de huidige vlag siert. De kleuren zijn behouden en staan voor de hemel en de zee (blauw), voor de warmte, het strand en het karakter van de inwoners (goud) en voor de weelderige vegetatie en de vitaliteit (groen). De drie diamanten staan in V-vorm voor Vincent en verbeelden de schoonheid van de eilanden: de juweeltjes van de oostelijke Cariben.
      De nieuwe vlag werd op Onafhankelijkheidsdag 27 oktober 1985 voor het eerst gehesen.

 

 

 

 

 

Rolf Weijburg's Atlas van de 25 kleinste landen in de wereld

 KliHIER voor alle afleveringen