Zomer 2005

Muggen, rendieren & andere geneugten

 

Voordat we in Helsinki op de autotrein stappen naar Rovaniemi op de poolcirkel in Finland gaan we nog even naar een drogist, want we hebben natuurlijk Nooit meer Slapen van Willem Frederik Hermans gelezen. 
      ‘We zoeken het beste middel tegen muggen’.
De mevrouw kijkt ons meewarig aan. ‘Ach, u gaat naar Lapland. Dan moet u DEET hebben. Vijftig procent. Het sterkste wat er is’.     
      Ze wenst ons veel plezier en ook nog doorzettingsvermogen.

De eerste mens, die wij de volgende ochtend zien in Lapland heeft een hoed op en een netje voor het gezicht. En er zullen d’r nog velen volgen.
      Kennelijk helpt DEET toch niet zo goed. Dat blijkt inderdaad de eerste dag als we naar het nog veel noordelijker gelegen plaatsje Ylläs rijden.
      De muggen, die in grote zwermen om je heen tollen, mijden de ingesmeerde plekken, maar bijten door sokken en t-shirts en vinden door je haren de hoofdhuid.

 

 


Rendieren alom

Op de rit door het hoge noorden doet zich een ander probleempje voor. We komen de eerste rendieren tegen. Dat is eigenlijk wel leuk. Maar ze lopen midden op de weg en steken over zonder eerst even naar links en dan naar rechts te kijken.
       Het is warm en in het bos is weinig wind. De dieren zoeken de weg op.
Meer wind, minder muggen. Koeler. Ook hier zijn we voor gewaarschuwd. 
      ‘Rij geen rendier aan, want je komt in grote problemen. Ieder dier is eigendom van iemand’.

 

Rokus ons rendier

Bij ons appartement hebben we ons eigen rendier. Hij ligt in de tuin of tegen de muur en zal zelfs pogingen doen om naar binnen te gaan.
      We noemen hem Rokus.

Soms komt een vrouwtje langs.

 

Punkki & Mäkära

Salla in het oosten van Lapland -vlakbij de Rusische grens- is een vrij klein dorp in een hele grote gemeente. De plaatselijke drogist beveelt een ander middel tegen de muggen aan. Punkki & Mäkära.
      We kopen op zijn advies drie flesjes als hij hoort dat we hier een tijdje blijven.
‘Goed uw handen wassen na het inwrijven’, adviseert hij. ‘En nooit inslikken. Nooit’.

      Na een paar dagen gaat het wennen en weet je hoe en waar je moet smeren om het een beetje draaglijk te maken.
En hoe je andere delen kunt beschermen.

Leukere dingen

Er komen leukere dingen voor in de plaats.

      De omgeving is mooi. Vlak, sereen en open met daartussen dichte naaldbossen, meren, wild stromende riviertjes. De lucht is schoon en fris. De wegen zijn leeg en goed; de houten huisjes zitten over het algemeen goed in de verf.
      En… het wordt in juni en juli nooit echt donker.

Ballenbijters

Er wonen in de gemeente Salla - zo leren we in het plaatselijke café - Finnen, Lappen en Samen.

      De Samen zijn de rendiernomaden. Van de Europese Unie komt nog steeds subsidie om hun cultuur in stand te houden en uit te dragen. Toch kankeren ook zij op die Europese Unie, want sinds 1995 toen Finland aansluiting vond, zijn de regels enorm aangescherpt.
      Zij castreerden de beesten voorheen zelf op een simpele maar doeltreffende manier door met hun eigen tanden de balzak eraf te bijten. Dat mag niet meer van Europa. En zij doodden de beesten altijd zelf. Eén kogel was genoeg. Nu moeten de rendieren geslacht worden in abattoirs, die vaak tientallen kilometers verder liggen.

      Dat vervoer zorgt voor veel onnodige stress bij deze half-wilde dieren.

In het café hoor je na een paar borrels overigens dat de praktijken van weleer nog lang niet uitgeroeid zijn.

      De Finnen worden in het land vrijwel overal getypeerd als de geïndustrialiseerde en mobiele Nokia-mens uit Helsinki. Modern, goed gekleed en arrogant. Zij noemen de Samen soms ballenbijters. Vooral hier in Lapland worden ze vereenzelvigd met al wat Europa is en uitstraalt.

      En dan zijn er nog de Lappen. Ze zitten er tussen in. Voor hen is er echter geen subsidie en geen status. Uitschot is misschien een groot woord, maar als Lap hoor je er niet echt helemaal bij.

Oulanka national park

Je kunt hier mooie voettochten maken. Bijvoorbeeld in het Oulanka National park dat een stukje ten zuiden van Salla ligt. Voor de gevorderden is er de grote berenroute van tachtig kilometer, maar er is een lichtere versie van 9 kilometer. Je kunt er ook kanovaren. Maar dan moet je als onervaren peddelaar een route uitkiezen waar je nauwelijks stroomversnellingen tegenkomt.
      Het is dus zaak om -zie foto hierboven- op tijd te stoppen. Dat gebeurt trouwens vanzelf, want er vaart een gids voor je uit. Samen met hem ga je dan koffie -of iets sterkers- drinken in de trekkershut.

      Waar je een dik Nederlands jongetje van een jaar of veertien treft, die iedere mug op zijn blote arm langzaam met zijn duim dood drukt. En er dan zijn scherpe nagel inzet, waarna het bloed in de rondte spuit.
      Hij schept daar een soort satanisch genoegen in en kijkt triomfantelijk naar zijn ouders, die hem dit allemaal hebben aangedaan.


Winteroorlog

De gemeente Salla was overigens voor de tweede wereldoorlog bijna twee maal zo groot. Tijdens de winteroorlog in 1939 veroverden de Russen na de Slag van Salla het hele gebied.

      Net als bijvoorbeeld Karelië in het zuiden.
In de vervolgoorlog toen de Finnen zich bij de Duitsers voegden werd dit gebied heroverd, maar na afloop van de oorlog werd een groot deel toch Russisch.
      De Finnen uit dit gebied vestigden zich in nieuwe dorpen rond Salla en in Oud-Salla gingen Russen wonen.
In dorpen met namen als bijvoorbeeld Kuolajärvi, Kurtti en Sallansuu. Die situatie is anno 2018 nog steeds zo.

 

 Klik HIER voor alle Ontmoetingen