Armoede en verzetshaarden

In de zomer van 1979 reed ik een paar dagen zomaar wat rond op de Palestijnse Westbank. Van Jeruzalem via Bethlehem, Hebron, Jericho, Nablus, Jenin, Tulkarm en Ramallah terug naar Oost-Jeruzalem, waar ik logeerde in het American Colony Hotel..
      Ik had in Tel Aviv een auto gehuurd en reed dus rond met een geel Israëlisch nummerbord. Dat kon toen nog zonder dat er stenen naar de auto werden gegooid of -erger- dat de auto in brand werd gestoken als je hem onbeheerd geparkeerd had.

       De sfeer was redelijk ontspannen. In ieder geval veel minder gespannen dan tijdens de eerste Intifadah in 1987 en ‘88. Toen werd ik in een auto met een blauw Palestijns nummerbord op het traject Ramallah-Jeruzalem achttien! keer aangehouden.
       Verzetshaarden waren er al wel. Die waren vooral geconcentreerd op de Bir Zeit Universiteit.
Die was toen op last van de Israëlische overheid gesloten.

Armoede was overal op de Westoever aanwezig.
       Ik had een simpele zwart-wit camera bij me. Een impressie.