Winkels in de jungle


(Door Rolf Weijburg)

Singapore is een eiland, een stad en het op 19 na kleinste land ter wereld. Een eilandstadstaat.
      Er aankomen betekent veelal landen op Changi International Airport, of voor vluchten vanuit de omringende landen soms ook op het veel kleinere Seletar Airport.

      Maar je kunt ook over land.

Er zijn twee vaste verbindingen met Maleisië: de oudste, de Johor – Singapore Causeway, een dijk in het noorden en de Tuas Second Link, een bijna twee kilometer lange brug in het westen die in 1998 werd geopend.


Malakka Ticket

We namen de bus vanuit Malakka (Melaka) die ons in een paar uur naar Singapore zou rijden. Een tocht in air conditioned comfort en luxe fauteuils met televisieschermen als entertainment en een stewardess die flesjes water en warme vochtige opgerolde handdoekjes uitdeelde. De route liep over een zacht glooiende autoweg. Bij het Sultan Iskandar Complex in Johor Bahru stopte de bus. Alle passagiers moesten uitstappen en met de bagage door het douanecheckpoint.

Exit

Daarna reed de bus de Johor-Singapore causeway op.
      De dijk was voorzien van rijbanen voor personenauto’s, vrachtwagens en bussen en voor scooters en motoren.
      Er liep ook een spoorlijn overheen en langs de oostkant lagen grote buizen waardoor Singapore bijna de helft van zijn waterbehoefte ongezuiverd vanuit Maleisië invoerde en een deel weer gezuiverd exporteerde. Hoewel er hier en daar wel enkele stukken trottoir lagen, stonden er verboden-voor-voetgangers-borden.


Woodlands

Eenmaal in Singapore voerde de weg het Woodlands Checkpoint in. Via een aparte busbaan werden we met talloze andere bussen naar een wat hoger gelegen plateau geleid waar iedereen weer moest uitstappen, bagage mee, enkele trappen op naar een volgende verdieping.
     Daar zat een hele rits beambten in controlehokjes die de papieren controleerden en even verderop werd steekproefsgewijs de bagage gecontroleerd.
      Dan weer een paar trappen af naar het parkeerdeck waar de bus weer op ons stond te wachten. Hoewel het er heel druk was, was het hele proces toch in n half uurtje gepiept.


Entry

Eind negentiende eeuw, toen er nog geen dijk was, moest je de smalle zeestraat tussen beide landen per ferry oversteken. Het verkeer tussen Maleisië en Singapore werd allengs drukker, er kwamen steeds meer ferry’s die steeds vaker voeren, vanaf 1911 zelfs 24 uur per dag.
      De Maleisische ex- en import groeide en de Singaporese haven kreeg een steeds belangrijkere doorvoerfunctie.
      Vrachtferry’s voeren af en aan en toen de spoorweg van Singapore naar Kuala Lumpur klaar was, kwamen er speciale ferry’s over de zeestraat die tot 6 treinwagons per keer konden overvaren.

Ferry

 

Causeway

Het bleef maar drukker worden in de Straat van Johor.

      In 1919 tekenden de toen nog onder Brits bestuur staande “landen” een contract voor de constructie van een bijna anderhalve kilometer lange dijk. Omdat de zeebodem te diep en niet stabiel genoeg was, moest met de technische mogelijkheden van die tijd de bouw van een brug worden uitgesloten. Om toch nog enige oost-west scheepvaart te behouden, werd er aan de Maleisische kant een kanaal met sluizen aangelegd.

De Johor-Singapore Causeway werd in 1923 opgeleverd, er was bijna vijf jaar aan gewerkt.

Het passagekanaal met de sluizen is gedempt waardoor er al heel lang geen oost-west doorgaande scheepvaart meer mogelijk is in de Straat van Johor. Maleisië heeft inmiddels nieuwe havens en containerterminals gebouwd aan zijn kant van de Straat en opnieuw wordt de fragiele verhouding tussen de twee landen op de proef gesteld.
      Al jaren heeft Maleisië vergevorderde plannen om het Maleisische deel van de dijk af te breken en te vervangen door een brug (de zogenaamde Crooked Bridge). Met de bereikbaarheid van de nieuwe havens in het achterhoofd zijn de plannen voor die brug die oost-west scheepvaart in de Straat van Johor immers weer mogelijk maakt, opnieuw orde van de dag. Singapore ziet het belang van zijn eigen havens door de toenemende Maleisische concurrentie slinken en is tegen de bouw van die brug. Ruzie dus.

Druk


Files

De Johor-Singapore causeway is tegenwoordig met gemiddeld 350.000 personen die hier dagelijks de grens oversteken, één van de drukste internationale grenspassages ter wereld.
      Voor een groot deel zijn dat Maleisiërs die werken of studeren in Singapore vanwege de grotere arbeidsmogelijkheden en de veel hogere koers van de Singapore dollar ten opzichte van de Maleisische ringgit enerzijds en het betere Singaporese onderwijs anderzijds.

Soms staan er zulke enorme files dat wachttijden van vier uur geen uitzondering zijn. Hoewel het officieel verboden is gaan veel Maleisiërs liever lopen, dat is sneller, maar omdat er geen doorlopend voetpad is moeten ze tussen de auto’s of motoren slalommen en dat is dan weer gevaarlijk.

   

De bus reed langs de beschermde jungle van het Bukit Thima National Park verder zuidwaarts en dropte ons ergens aan de kop van Orchard Road.  


Changi Airport
   
Twee dagen later vertrokken we naar Changi Airport voor een vlucht met Singapore Airlines’ dochteronderneming en budgetmaatschappij Scoot naar Australië.

Changi  International Airport is, in combinatie met Singapore Airlines, het Singaporese visitekaartje naar de wereld. Vanaf de vier terminals vertrekt of landt iedere anderhalve minuut een vliegtuig. Het is daarmee één van de grootste transportknooppunten en één van de drukste luchthavens van Azië. Daarnaast is het al acht jaar lang ononderbroken uitgeroepen tot World’s Best Airport.

      Want veel meer nog dan een vliegveld is Changi Airport een wereld op zich.

Er zijn winkels natuurlijk, heel veel winkels, maar ook hotels, restaurants, café’s, bioscopen, galeries, fitness- en gamingcenters, een crêche en een zwembad. Er zijn waterlelie-, cactus-, orchideeën- en vlindertuinen. Er is een enorme glijbaan. Midden tussen de terminals ligt het gigantische Jewel Changi, een veredelde shoppingmall met als slogan: Where nature meets retail. Het is weer eens wat anders, winkels in de jungle. Tien verdiepingen onder een enorme glazen koepel vol bomen en planten waar je boswandelingen kunt maken terwijl je onderweg een Vuitton-tasje scoort.

Waterval

Een spectaculaire blikvanger in the Jewel is ’s werelds hoogste indoor waterval Rain Vortex (40 meter). Een nieuwe aanwinst in de serie superlatieven waarin dit op 19 na kleinste land ter wereld lijkt te grossieren.

 

 

Rolf Weijburg's
 A
tlas van de 25 kleinste landen in de wereld

KliHIER voor alle afleveringen