Van Schoonrewoerd naar Zimbabwe

Image


KRITIEK EEN BEETJE BEU



Goof de Jong (Schoonrewoerd 1955) werd in 1986 uitgezonden naar Zimbabwe als leraar wiskunde door het toenmalige Komitee Zuidelijk Afrika. Hij werkte er 11 jaar als leraar op het platteland en in één van de townships van Harare. In de jaren negentig startte hij met een Nederlandse collega een reisagentschap, dat zich oorspronkelijk richtte op toerisme. Na de crisis die in 2000 startte raakte de toerisme-industrie in ernstige problemen en het bedrijf veranderde van koers. Het verzorgt nu de reizen voor ambassades, hulporganisaties en privé bedrijven en organiseert gespecialiseerde vakantiereizen naar Zimbabwe (o.a golf, vogelaars, kano safari’s, wandel- en fietstochten). Goof is correspondent van Wereldnet voor het radioprogramma Wereldnet, dat iedere werkdag wordt uitgezonden op radio 1 tussen 05.30 en 6.00 uur. Hij vertegenwoordigt ook PUM (Nederland Senior-Experts) in Zimbabwe.

 

Lichtpuntjes van Zimbabwe

      “Hoe kun je daar nu nog léven?”
      “Hoe kun je daar nog geld verdienen?”
      “Heb je wel genoeg te eten?”
      “Kom toch terug naar Nederland! Je kan zo weer voor de klas!”
      “Is het voor jou wel veilig daar?”

Elke dag weer krijg ik dezelfde vragen. Mijn familie en vrienden maken zich al jaren zorgen over mijn verblijf in Zimbabwe.
      Soms belt er een radioprogramma: “Kan je uitleggen hoe dat werkt in Zimbabwe, met een inflatie van ruim 5000%?” .
      “Wanneer komt er een eind aan het tijdperk van de huidige president Robert Mugabe?”

En ik blijf maar proberen zo goed mogelijk antwoord te geven. Ik zie altijd wel lichtpuntjes: Het is hier niet zo erg als in Darfur of in Bagdad. Hitler, Stalin en Moboetoe waren veel grotere boeven dan Mugabe.
      Ons bedrijf loopt goed. We hebben het druk!
En dan de mensen hier! Vriendelijk, altijd een grap, altijd hulpvaardig, nooit luidruchtig of grof en agressief.  
      Ondanks hun honger, hun dagelijkse strijd tegen misère, hun broosheid.

                                                                                                                                                      VOLKSAARD

Het is de aard van de Zimbabweanen; repressie van de overheid verandert die volksaard niet zo snel. Dat is universeel. Spraken onze ouders niet altijd over de saamhorigheid en de humor tijdens de tweede wereldoorlog? De boeken van bijvoorbeeld Marquez zijn doordrenkt met dezelfde waarheid: de vuilheid van de burgeroorlog, de eeuwige stank van de steden en de armoede zijn niet in staat een volk eronder te krijgen.
      Het individu kan helaas zijn leven verliezen, maar Zimbabwe zal voortleven. Een vriend van me zei het heel stevig: “We may die of hunger or war, but I have already planted many seeds.”


                                                                                                                                                      MENSENRECHTEN


Wat ook maar zelden in de krant komt is het werk van honderden mensen in Zimbabwe die zich soms met gevaar voor eigen leven inzetten voor mensenrechten, die strijden tegen armoede en onrecht. Die dag en nacht in de weer zijn met de vele weeskinderen. Maar ook mensen die grandioze muziekfestivals organiseren, mensen die actief zijn in vakbonden, in de wereld van sport en bedrijfsleven. Wij hebben geweldige schrijvers hier. Artiesten. Komieken.

Ik schreef Paul de Leeuw een paar weken geleden: “Ik wil een documentaire maken over mensen die hun nek uitsteken. Ik ben de negatieve berichtgeving over Zimbabwe beu! Help me, het kan prachtig worden!” Hij heeft niet geantwoord. Hij zal wel gedacht hebben: “Goof heeft vast tropenkolder! Hoe kan je nou iets positiefs over Zimbabwe maken?”

Mijn kennissen in Nederland vinden die laconieke toon maar bedenkelijk. Ze vinden dat ik de dingen op zijn kop zet: “In zo’n verkeerd land kun je gewoonweg niet gelukkig zijn”. Maar ik zie dat heel anders. Ik woon hier al meer dan 20 jaar. Vrijwillig. Ik hoop dat er nog 20 bij zullen komen!
      Ik zei dat gisteren nog tegen mijn biljartmaatje. Zijn antwoord was kort en krachtig: “We’ll see what you say tomorrow, maybe the beer will be finished!” De kastelein is een ex-leerling van me. Hij vertelt al jaren een ieder die het horen wil zijn verhaal: “This white man from Holland used to be my mathematics teacher, he wanted me to become a banker, but he miscalculated. I became his barman, that is why he is still in Zimbabwe!”


                                                                                                                                 UNIEK & ONVERANDERLIJK


Het is allemaal moeilijk om uit te leggen. Je moet er geweest zijn. Afgelopen maanden was hier een aantal Nederlandse families op vakantie. Terug naar het land waar ze in de jaren negentig gewoond en gewerkt hebben. Het viel me op hoe ze onafhankelijk van elkaar dezelfde conclusies trokken: “de mensen zijn niet veranderd. Ja; ze zijn armer geworden. Ze gaan gebukt onder de economische en politieke crisis, maar ze zijn nog dezelfde Zimbabweanen, die we kenden.”
      Het is als met een landschap of de kleuren van de lucht van een land: uniek en onveranderlijk. De repressie is toegenomen, zo ook de angst voor autoriteiten; de kranten schrijven meer leugens dan 10 jaar geleden en politici zijn corrupter dan ooit. Maar van een afstand bekeken is het alsof de tijd daar geen rekening mee houdt, de ellende van alledag laat ze aan haar voorbij gaan.


                                                                                                                                                              KAASKOLOS

Misschien juist daarom wil ik hier niet weg. In Nederland wordt elke seconde gebouwd en getimmerd; elke vierkante meter krijgt een nieuwe bestemming. Alles wat oud is wordt vervangen door iets dat nieuw is en beter. Mijn geboortedorp herken ik niet meer.Er loopt een ringweg dwars door de weilanden heen, er liggen verkeersdrempels, het kerkplein is gereconstrueerd en ik zie dat de kaasfabriek zich ten koste van het voebalveldje heeft uitgebreid tot een kaaskolos. In Zimbabwe heb je dat niet. De ober van het beroemde Bronte hotel is nog steeds dezelfde als toen ik in 1986 er voor het eerst kwam. Hij is ouder, en ja, zeker ook wijzer geworden. Maar het is dezelfde vriendelijke man, dezelfde gebaren en hetzelfde taalgebruik als toen: “One cold beer as usual Sir?”

www.nyati-travel.com