Geloofsgenoten & feestgangers

Lang hebben critici & lezers gedacht dat J.J.Slauerhoff in onderstaand gedicht afrekent met kerkgangers, gelovigen en strenge voorgangers. Niemand stelde zich de vraag, waarom de mensen uitgerekend op vrijdagavond naar de kerk gaan om daar als het allemaal voorbij is een portie kaas met mosterd te nuttigen.
     
Maar achteraf begreep iedereen het, waarna sommige critici beweerden het altijd al gedacht te hebben. Het was Simon Vestdijk, die ze uit de droom hielp. Dit gedicht gaat helemaal niet over gelovigen of kerkgangers, maar Slauerhoff bedoelt hier de leden van de Amsterdamse studentenvereniging USA (Unitas Studiosorum Amstelodamensium).
      Zowel Slauerhoff als Vestdijk waren daar in hun studiejaren lid van. Net als bijvoorbeeld -volgens Wikipedia- Hedy d’Ancona, Piet Dankert, Cas Enklaar, Joris Luyendijk, Pim de la Parra, Herman Pleij. Jef Rademakers, Han Reiziger, Uri Rosenthal, Gerard Spong, Henk Vonhoff en Willem Wilmink.

Van J.J.Slauerhoff

De afgescheiden Gemeente

Volbracht zijn alle wekelijksche plichten,

En Vrijdagsavonds gaan ze vroom ter kerke

Om zich aan 's voorzangers vroed woord te stichten,

Opdat zijn hemeltaal hun zielen sterke.

Soms raakt de goede man in zalvend vure

En wekt hen op jaarliedren te psalmeeren,

Dat stijgt ten hemel, en te twalef uren

Mogen de vromen zelfgenoegzaam keeren.

Nog enklen zitten in de kille kerk,

Zich troostend met een portie kaas met mosterd,

Armzaliger als hongrige kerkratten.

Spoedig komt dan de sluimerdronken koster

En jaagt de achterblijvers uit de kerk.

Dit is de Dienst dier op hun secte pratten.

Rijks HBS Leeuwarden

 Slauerhoff en Vestdijk kenden elkaar al van de middelbare school.
      Op deze foto uit 1916 van de Rijks HBS in Leeuwarden staan zij beiden.


Vestdijk op de achterste rij , tweede van links. Slauerhoff onderaan helemaal rechts.