Cultuurlijk!: een kerncreatie


                                                                                                                      EPIBREREN

Het komt bij mijn weten niet vaak voor, dat iemand een woord verzint waar later een betekenis voor wordt verzonnen.
      Ik ken maar een paar woorden: EPIBREREN bijvoorbeeld. Simon Carmiggelt lanceerde dit woord in één van zijn Kronkels. Hij zou dat hebben geleend van een ambtenaar, die dit woord gebruikte om te doen alsof hij het erg druk met ‘iets’ had.
      Het woord ging een eigen leven leiden en werd opgenomen in de dikke van Dale: niet nader aan te geven werkzaamheden verrichten (waarvan men de indruk wil geven dat ze belangrijk zijn, ook al stellen ze helemaal niets voor).

Ooit ben ik -vrij hinderlijk- achtervolgd door een radioluisteraar, die mijn hulp wilde bij de introductie van het woord ‘CULTUURLIJK’. Hij wist zelf ook niet precies wat dit betekende, maar achtte het taalkundig noodzakelijk.
      Je had natuur en natuurlijk ; dus was het logisch dat je naast cultuur ook cultuurlijk zou moeten hebben.
      Met dit woord is het nooit wat geworden.

                                                                                                                   STANKGOLF  

Het omgekeerde -een woord verzinnen bij ‘iets’- komt vaak voor. Dagelijks vele malen, zoals ondermeer uit mijn rubriek Nieuwe Woorden blijkt. Maar het is zeldzaam, dat zulke woorden geijkt worden en in de dikke van Dale komen.

De Rotterdamse redactie van De Volkskrant, waar ik ooit actief was, ontving zomaar een oorkonde van diezelfde dikke van Dale. De makers meldden daarop dat het woord STANKGOLF in de nieuwste editie was opgenomen. Zij schreven dit woord toe aan mijn collega Wim Phylipsen, die ’t voor het eerst gebruikt had.
      Een prestatie van formaat.

Henri Knap, journalist, schrijver en voormalig columnist voor Het Parool onder de naam Dagboekanier, was uitvinder van het woord BROMFIETS. Hij liet zich daar graag op voorstaan. Knap, die lesgaf op het Instituut voor Perswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam zei dat namelijk in vrijwel ieder college, dat ik daar bijwoonde. En dat zijn er toch veel geweest!
      Ook vond hij dat journalisten er heden ten dage -het was tussen 1966 en 1970- uitzagen als glazenwassers dan wel zigeunerinnen.   

                                                                                                                    KAPTEINTJE  

Ooit werd bij ons centrale verwarming aangelegd. Dat gebeurde onder leiding van een zekere Kees Kaptein. Na vele mokken koffie, was hij ‘s avonds om een uur of tien aan iets anders toe.
      ‘Geef me maar een borrel‘, zei hij.
      ‘Maar een halfje, want we zijn nog niet klaar!‘.
Er volgden die nacht nog vele halve borreltjes, die wij vanaf een uur of drie maar KAPTEINTJES gingen noemen. 
      Het woord kaptein staat overigens wel degelijk in de dikke van Dale (volkst. Borrel).
      Maar dat stond er jammer genoeg al in, voordat mijn centrale verwarming was aangelegd. En over 'een halfje'wordt niet gerept. 

Op deze blog heb ik het woord LANDEILAND geïntroduceerd. Naam voor een onafhankelijk land, dat geheel wordt omgeven door het grondgebied van één ander land. (Lesotho, San Marino). Op Google krijg je inmiddels vier hits (Landeiland blijkt om de verwarring nog groter te maken ook de naam van een Canadees eiland). Landisland geeft 303 hits en landiland 185.

KERNCREATIE heeft zes noteringen, maar die zijn allemaal geïnitieerd door meneer Zwarthoed zelf.