Van Sybren Polet

De dichter als dokter

Klop klop.
Hier komt de dokter met zijn woorden,
als een vriendelijk geklede avond,
een avond in sportkostuum.

Tril maar niet.
Ik zal de pijn wegzuigen uit je wang
en als je wilt
leg ik mij op je als een warm kompres.
Zo wen je misschien gemakkelijker aan je lichaam.

Ben je alleen? Stel je maar voor:
iedere minuut treed ik opnieuw de kamer binnen,
ik steek de lamp aan en schik je bed;
één woord leg ik op je voorhoofd
als een hand koel ijs
twee woorden duw ik als een kussen in je rug,
één woord laat ik achter om je te strelen
Zo heeft mijn gedicht toch een funktie.

En als je wakker wordt en wilt drinken,
twee jonge in het wit gestoken woorden geven je te drinken,
en als je slapen wilt
dit is een woord zó zacht
dat je wel moet slapen.

Klop klop,
hier komt de dokter met zijn woorden.
 

1. Remco Campert: Dichten is een daad
2. Gerrit Komrij: De dichter
3. A van Collem: Als ge me leest, dan moet ge mededichten

4. Rutger Kopland: Lijsterbessen