Zoete lieve Gerritje

De eerste vragen die ik me stelde bij het lezen van dit volksliedje waren:
       Wie of wat is Gerritje, is Gerritje een man of een vrouw, is de zoete lieve meid ook Gerritje en bedoelt de schepper met ‘’dat’’ ook nog eens Gerritje.
       Er blijkt veel over geschreven en nog meer over gespeculeerd. De auteur is overigens onbekend.
Lees eerst het vers.

Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve Gerritje,

Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve meid.


Wat zullen wij daar drinken, zoete lieve Gerritje?

Wat zullen wij daar drinken, zoete lieve meid?


Brandewijn met suiker, zoete lieve Gerritje,

Brandewijn met suiker, zoete lieve meid.


Wie zal dat betalen, zoete lieve Gerritje?

Wie zal dat betalen, zoete lieve meid?


Den eerste boer den beste, zoete lieve Gerritje,

Den eerste boer den beste, zoete lieve meid.

Een eenduidig antwoord is er niet. Als je Internet napluist kan Gerritje zowel een man als een vrouw zijn, maar ook een moordenaar, een koe of een kip.
       Maar het antwoord lijkt mij eenvoudig, want het vers hierboven is een samenvatting van een uitgebreider vers, dat in 1819 verscheen in de liedbundel De Vrolyke Trompetter. Een voor die tijd behoorlijk scabreus lied, waarin zoete lieve Gerritje, lieve lekkere Gerritje blijkt te zijn.
      Een mevrouw die het achter de Malle Molen misschien wel doet met een soldaat, die van de brug wordt geplukt, nadat een boer al de brandewijn met suiker heeft betaald. Mysterieus is ook de rol van Manke Gerrit en Scheele Gysje.
      Het gaat zo:


Kom laten wy eens drinken, Lieve lekkere Gerritje,

Kom laten wy eens drinken, Zoete lieve Meid.


Brandewyn met Zuiker, Lieve lekkere Gerritje,

Brandewyn met Zuiker, Zoete lieve Meid.


Nog een half pintje, Lieve lekkere Gerritje,

Nog een half pintje, Zoete lieve Meid.


Wie zal dat betalen? Lieve lekkere Gerritje,

Wie zal dat betalen? Zoete lieve Meid.


De eerste Boer de beste, Lieve lekkere Gerritje,

De eerste Boer de beste, Zoete lieve Meid.


Dat gaat na den Bosch toe, Lieve lekkere Gerritje,

Dat gaat na de Meijery, Zoete lieve Meid.


Op de Brug staat een Soldaat, Lieve lekkere Gerritje,

Op de Brug staat een Soldaat, Zoete lieve Meid.


Nu wil ik hem eens vragen, Zoete lieve Gerritje,

Een kansje met hem te wagen, Zoete lieve Meid.


Achter de malle Moolen, Lieve lekkere Gerritje,

Achter de malle Moolen, Zoete lieve Meid.


Komt daar dan iemand kyken, Lieve lekkere Gerritje,

Komt daar dan iemand kyken, Zoete lieve Meid.


Gy moet maar op de Wagen, Lieve lekkere Gerritje,

Ik zal er jou op dragen, Zoete lieve Meid.


Manke Gerrit met Hansje, Lieve lekkere Gerritje,

Zy houde graag van danssen, Zoete lieve Meid.


’t Is van een Boere Meisje, Lieve lekkere Gerritje,

Zy houd veel van Scheele Gysje, Die zoete lieve Meid.


Kom aan dan zoet lief zusje, Nu nog een lekkere zoen,

Onder een lekker kusjen, Kan men ’t makkelyk doen.


In Den Bosch staat op de hoek van Lepelstraat en Korenbrugstraat een standbeeld van Leo Geurtjens, dat daar in 1958 onthuld werd.
Gerritje met kip (of haan).

  

 

 Klik HIER voor alle ZoekPoëzie