De anatomische les

Riekus Waskowski (1932-1977) was een curieuze man. In de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw kon je hem zomaar in Rotterdam tegenkomen. Op straat, maar eerder in een café. Hij was een dichter. Geen twijfel over. Maar om in zijn levensonderhoud te voorzien deed hij allerlei klusjes.
      Hij was erudiet, had een brede belangstelling en grote talenkennis. Maar hij was ook in de war, leed aan achtervolgingswanen, dronk buitensporig veel en werd diverse malen opgenomen in psychiatrische inrichtingen.
      Hij is een vrijwel vergeten dichter en werd maar 44 jaar.

Zijn eerste bundel kwam uit in 1966 en had de mooie titel Tant pis pour le clown.
      Maar de titel van zijn tweede bundel was veelzeggender: Slechts de namen der grote drinkers leven voort.

Ik herinnerde mij dat hij ooit een gedicht had gemaakt over de P.v.d.A. Niet zozeer een geëngageerd gedicht; eerder een satirisch.
      Na wat zoeken heb ik ’t gevonden:

Van Riekus Waskowsky

De anatomische les

Vanmorgen hebben wij in het Wilhelminagasthuis
ter gelegenheid van het jubileum van de VARA
een echte oude socialist ontleed.

Het was gek wat er allemaal tevoorschijn kwam:
halfvergane rode vlaggen, strijdliederen,
internationale broederschappen en solidariteit,
AJC een potje poepen en zes geschiedenisboeken
door P/Quack (antiquarisch).

In plaats van de hersenen vonden wij: ‘’Een ver-
ontrustend rapport over de afnemende belangstel-
ling van de jongere generatie voor het dem.soc”.

Volgens diverse bronnen heeft Waskowsky dit gedicht geschreven in 1966.
     
Ik houd het maar op eind 1965, want de VARA werd opgericht op 1 november 1925.

Het Amsterdamse Wilhelminagasthuis bestond in 1966 overigens 75 jaar.

Ruim vijftig jaar later met verkiezingen in zicht is dit gedicht nog zeer actueel.
     
De belangstelling voor politiek onder jongeren is gering en de belangstelling voor het democratisch-socialisme nog geringer.
Niets nieuws onder de zon dus.

Waskowsky schreef verhalende poëzie. Daarmee valt hij te vergelijken met Johnny de Selfkicker en C. Buddingh’.
      Van hem is ook:

Dichten is net als koken!
Je pleurt maar wat
in de pan
als je koken kan


Van C.Buddingh’

Denkend aan Riekus Waskowsky

De laatste keer dat we samen schaakten

(in 'De Lantaren' in Rotterdam)

won je warempel van me.


Je dood beroofde me van mijn revanche.

En wat had ik je graag nog een paar keer ingemaakt,

al was het alleen maar om klaarheid te scheppen:

juist achter het bord moet er een standsverschil zijn.


Maar wat zou ik nu iedere week

graag een paar keer van je verliezen.



Klik HIER voor alle ZoekPoëzie