Voorjaar 2004

Een kokosnoot als wicket

In het voorjaar van 2004 liep ik zomaar wat door de straten van Georgetown, de hoofdstad van Guyana in Zuid Amerika. Mijn begeleider was René van Dongen, die daar voor Unicef werkte en vlakbij zee woonde met zijn vrouw uit Trinidad en twee puberende nichtjes. In een stil straatje speelden jongens & een enkel meisje cricket. De bal was met elastiekjes in elkaar gefrommeld, het bat een platgemaakte boomstronk. Het wicket was een grote kokosnoot waarop ze wiebelende houtjes hadden gelegd.. Er waren goede spelertjes bij. Zelfs een kleine spinbowler, die veel grotere jongetjes regelmatig uitgooide.
      Cricket is de nationale sport in Guyana. Het is namelijk een voormalige Engelse kolonie. Hoewel: het is ook 200 jaar van Nederland geweest. En dat kan je zien aan de kanalen door de stad en een enkel sluisje. Je kunt het terugvinden in de architectuur van sommige oude gebouwen, er is een wijk die Werk & Rust heet; er is de Vlissingen road en alle boodschappen kun je doen op de Stabroekmarkt.
      Guyana heeft geen eigen cricketteam. Het is in deze sport onderdeel van de West-Indies. Daar zitten ook spelers in van Jamaica, St.Kitts en Nevis, Trinidad & Tobago en Barbados. Om er een paar te noemen.

In die weken in 2004 werd in de Caraïben het wereldkampioenschap cricket gespeekld.  Er deden zestien landen mee, waarvan vijftien met een Angelsaksische achtergrond. De zestiende was Nederland, dat dan ook geen schijn van kans maakte.     
       Toen wij door die straten liepen riepen de mensen met enige regelmaat ‘congratulations’. De West-Indies hadden de dag tevoren namelijk in Georgetown tegen Engeland gespeeld en voor ’t eerst in vele jaren hadden de Engelsen gewonnen. Iedereen ging ervan uit dat wij Engelse toeschouwers waren, die nog even de stad wilden zien..    

Het opgeknapte bordje

Aan de rand van het ''speelveld'' zat een zwaar gehandicapt jongetje in zijn rolstoel achter een tafeltje.
      Hij had daar spulletjes uitgestald om te verkopen.

Ondermeer dit bordje..

 

''Luxe'' spullen

De verkoop lukte niet zo goed. Er waren weinig mensen. Bovendien is Guyana een erg arm land. 
      Op Haïta na het armste land van ‘Het Westen’.
De mensen daar hebben geen geld om ’luxe’ spullen te kopen. Ook niet van een gehandicapt kind.

Toeristen zijn er in dit land maar weinig.
      Het was dus logisch dat de jongen al zijn hoop op mij gevestigd had.
Hij had ondermeer tasjes, ringen, schrijfpapier en bestek.
      Ik kocht een paar dingen, maar werd pas echt vertederd door het bordje.
Hij had ’t laten vallen.

 

 
Geen korting

Dat was natuurlijk heel jammer voor zijn nering en daarom had hij het bordje met veel geduld weer gelijmd.
      Hij wilde mij nog korting geven; dat heb ik maar laten zitten.