Niet plassen in de lift


Een volk in het gareel


(Door Rolf Weijburg)

De grootse plannen van Singapore, het op 19 na kleinste land ter wereld, en de haast die het land had om zich gedurende de afgelopen decennia tot ongekende hoogte te ontwikkelen stonden een al te democratisch bestel een beetje in de weg. Er moest niet te veel naar de vertragende democratische wensen van een volk geluisterd worden. Kritiek op het beleid moest worden beperkt. De bevolking moest in het gareel. Het recht van meningsuiting werd aan banden gelegd en ook andere fundamentele mensenrechten werden nogal eens met voeten getreden.

     

      In de straten verschenen steeds meer camera’s, samenscholingen van meer dan vijf personen moesten een politievergunning kunnen overleggen en als je wilde protesteren mocht dat alleen op bepaalde daarvoor gereserveerde plekken. De Singaporese overheid is zich zo langzamerhand gaan bemoeien met alle aspecten van het politieke-, sociale- en bedrijfsleven en zelfs in de slaapkamer is aan de bemoeienis niet te ontkomen - er kwam een wet die het aantal kinderen per gezin beperkte tot maximaal twee.

Geen Persvrijheid

Hoewel het juridische systeem als een van de betrouwbaarste in Azië wordt gezien en op de wereld index op de dertiende plaats staat, is het met de persvrijheid in het land slecht gesteld: in de 2021 World Press Freedom Index staat Singapore op een lijst van 180 landen op een belabberde 160ste plaats, tussen Soedan en Somalië.

 

De vrijheidsindex van Freedom House klasseert de eilandstadstaat als partly free, maar daartegenover staat dan weer dat Singapore heel hoog scoort op veiligheidsindexen en dat het land ieder jaar weer in de laagste regionen van de Corruption Perceptions Index voorkomt.
      Die overheidscontrole en - beperkingen zijn uitingen van de autoritaire kant van het Singaporese systeem dat samen met goed bestuur en economische prioriteiten de basis vormt van wat The Singapore Model wordt genoemd.

      Dat model werpt tot op de dag van vandaag zijn vruchten af waardoor Singapore nu niet alleen de op drie na grootste valutamarkt en het op zes na grootste financiële centrum ter wereld is, maar ook het op twee na grootste handels- en logistieke centrum op aarde. De Singaporezen behoren door dit alles tot de rijkste mensen ter wereld die de kwaliteit van het leven heel hoog inschatten.

Geen Kauwgum

Op straat is het er allemaal heel geordend en schoon. Zo is Singapore het enige land ter wereld dat kauwgom - het bezit, de verkoop én de invoer ervan - heeft verboden. De bordjes waarop een kauwgombel blazend hoofd staat afgebeeld met een streep erdoorheen en de prijs van de boete bij overtreding zijn tegenwoordig nog maar nauwelijks te vinden. Misschien omdat ze een zeer geliefd toeristisch souvenir waren en ze voortdurend gejat werden. In plaats daarvan zijn de bordjes gereduceerd tot ijskastmagneten waar de souvenirwinkels vol mee liggen.

       Ik vind het wel een goed idee, geen uitgeplette kauwgom resten op het plaveisel. Over het algemeen valt het misschien niet zo op, maar let er maar eens op, vooral in voetgangersgebieden vind je nauwelijks een vierkante meter zonder kauwgom. Ik ken kruispunten in Utrecht, waar bij de stoplichten complete kauwgomdrempels zijn ontstaan.

Geen Durian

In Singapore is ook stank verboden. In de smetteloze wagons van MRT, de Mass Rapid Transit metrolijnen van het land, mag je geen durians, de heerlijke maar heftig stinkende vruchten, meenemen. Alsof je in Parijs niet met een tas vol Franse kaasjes de metro in mag.
      In Singapore zijn er bordjes voor.

Het is deels een Britse overlevering - Britten houden van ge- en verbodsbordjes - maar in het postkoloniale Singapore is de bordjescultuur flink doorgeschoten. Het lijkt wel bestuurs graffiti.

Niet skateboarden

 


Niet zitten

 

Niet vliegeren

 

Niet slapen

 

Niet spugen

 

 

NIETS

 

 

 

Rolf Weijburg's
 A
tlas van de 25 kleinste landen in de wereld

KliHIER voor alle afleveringen