Van Michel van der Plas

 

Sandra

Heel de week speelt ze door zijn gedachten

Heel de week mist hij haar stem en haar lach

Zes dagen lang kijkt hij uit naar die ene

Korte, maar zekere zaterdag

Zaterdag is er dan eindelijk die middag

Wat zal ze aan hebben? Komt ze te laat?

Zaterdag, klein en nerveus in zijn auto

Wacht hij haar op, op de hoek van de straat

Daar komt ze aan, hip en wel met haar krullen

Weg is die angst van ze komt niet misschien

Zaterdag is het, en blij zit hij naast haar

Zaterdag mag hij Sandra zien

 

 

Iedere keer moet hij toch even wennen

Wil hij iets liefs zeggen, weet niet goed hoe

Aarzelt: ‘Wat zullen we?’ en zegt ze vleiend:

‘Artis weer, papa, en Cineac toe’

Godzijdank lacht ze, praat ze, vertelt ze:

‘De meester is duf en de poes is weer zoek’

Ongemerkt rijdt hij harder dan anders

En hij ziet klokken op iedere hoek

Zo heeft de rechter beslist, en vier uren

Is ze van hem in een vast stramien

Zaterdag is zijn alimentatie

Zaterdag mag hij Sandra zien

 

 

Sandra ronddansend in Artis, en daarna

Sandra doodstil in de Cineac

Onder de tekenfilm, veilig in ‘t donker

Stopt hij een riks in haar mantelzak

Daarna een ijsje en daarna nog cola

Hij neemt er ook één maar ‘t smaakt hem niet best

‘t Laatste half uur, er is niets meer te zeggen

Rijden ze zomaar wat rond door Nieuw-West

Zes uur zet hij haar af op het hoekje

Denkt: veel te wijs voor een meisje van tien

Zaterdag laat heeft hij te veel gedronken

Volgende week mag hij Sandra zien

 

 

 

Het gedicht is uit 1969 en werd op muziek gezet door Rogier van Otterloo.

Luister hier naar de vertolking van Frans Halsema.

 

 

 

 

Vader & dochter

 

Vader en dochter 4: Michel van der Plas
Sandra
Vader en dochter 3: Annie M.G. Schmidt
Op een mooie Pinksterdag

Vader en dochter 2: F. Harmsen van Beek
Moeder of vader

Vader en dochter 1: Eva Gerlach
Een heer in een ver land