Dorp zonder huizen. Toren zonder kerk

 


Een eenzaam baken  

 

 

Afbraak

Ooit was Koudekerke (Coudekerk) een middeleeuws dorpje, dat in de zestiende eeuw bedreigd werd door het noordwaarts oprukken van de Oosterschelde. De Zeedijk werd steeds meer aangetast en moest keer op keer verder landinwaarts gelegd worden.De dreiging werd tenslotte zo groot, dat besloten werd om in 1583 het dorp en zijn kerk af te breken. Alleen de toren liet men staan. Een eeuw later waren de restanten van het dorp volledig weggespoeld.


Huilende zeemeermin 

Er wordt een bandje gedraaid, waarop een legende verteld wordt, die wil dat over de streek rond Westenschouwen -een paar kilometer ten westen van Koudekerke- ooit een vloek werd uitgesproken. Dat gebeurde door een zeemeerman, nadat vissers zijn vrouw hadden gevangen.

De tekst luidt dan:

De vissers sleepten de zeemeermin desondanks toch naar het dorp, waar ze door iedereen werd bekeken.

Vanuit de haven zag de zeermeerman hoe zij verzwakte en stierf op de kade.


De tekst gaat dan verder:



Stuivend zand 

En inderdaad. De haven van Westenschouwen verzandde en kwam onder stuivend zand te liggen. Alleen de toren bleef overeind. Toen die toren in 1848 werd gesloopt, werd de legende ‘verplaatst’ naar Koudekerke, waar immers nog wel een toren overeind stond. In 1965 vond er een stevige restauratie plaats.