Dorp zonder huizen. Toren zonder kerk
Koudekerke op Schouwen-Duiveland in Zeeland is één van de merkwaardigste buurtschappen van Nederland.
Het heeft géén inwoners en géén huizen.
Het heeft slechts een toren zonder kerk.
Een eenzaam baken
Die toren zie je al van ver.
Over de akkers en over de plassen van de nieuwe natuur, die hier onder de naam Tureluur vorm krijgt, staat de toren zonder spits als een eenzaam en voormalig baken voor de scheepvaart op de Oosterschelde.
Na de afsluiting in het kader van de Deltawerken is de Plompetoren een soort versteend anachronisme geworden, waarin Natuurmonumenten een klein informatiecentrum heeft gevestigd.
Afbraak
Ooit was Koudekerke (Coudekerk) een middeleeuws dorpje, dat in de zestiende eeuw bedreigd werd door het noordwaarts oprukken van de Oosterschelde. De Zeedijk werd steeds meer aangetast en moest keer op keer verder landinwaarts gelegd worden.De dreiging werd tenslotte zo groot, dat besloten werd om in 1583 het dorp en zijn kerk af te breken. Alleen de toren liet men staan. Een eeuw later waren de restanten van het dorp volledig weggespoeld.
In de toren bevindt zich een draaiend verhalencarrousel. Daar staat dit gedichtje op:
Westenschouwen, ‘t zal u rouwen
Dat ge heeft geroofd mijn vrouwe,
Westenschouwen zal vergaan
Alleen de toren zal blijven staan.
Huilende zeemeermin
Er wordt een bandje gedraaid, waarop een legende verteld wordt, die wil dat over de streek rond Westenschouwen -een paar kilometer ten westen van Koudekerke- ooit een vloek werd uitgesproken. Dat gebeurde door een zeemeerman, nadat vissers zijn vrouw hadden gevangen.
De tekst luidt dan:
‘Het mooie wezen zat met haar lange, groenblauwe haren wanhopig verstrengeld in het net.
Over haar gezicht biggelden grote zilte tranen’.
De vissers sleepten de zeemeermin desondanks toch naar het dorp, waar ze door iedereen werd bekeken.
Vanuit de haven zag de zeermeerman hoe zij verzwakte en stierf op de kade.
De tekst gaat dan verder:
‘Hij was verscheurd door woede en verdriet, smeet een handvol zand en wier in de haven en riep een vloek uit over het dorp, dat zou verdwijnen.
Alleen de toren zou blijven staan‘.
Stuivend zand
En inderdaad. De haven van Westenschouwen verzandde en kwam onder stuivend zand te liggen. Alleen de toren bleef overeind. Toen die toren in 1848 werd gesloopt, werd de legende ‘verplaatst’ naar Koudekerke, waar immers nog wel een toren overeind stond. In 1965 vond er een stevige restauratie plaats.
Als je de toren via een smal trappetje beklimt heb je een mooi uitzicht op de Oosterschelde en de Koudekerksche Inlaag.
Je ziet de sporen van dijkbouw en de herstellingen aan de dijken.
Richting west ligt de Oosterscheldekering.
Hopelijk kan een nieuwe zeemeermin vluchten naar zee door onder een schuif in die dam door te duiken.