Algemeen

 

Een soort niet-joodstempel

In 1979 ging ik voor het eerst van mijn leven naar Israël. Er waren mensen, die mij waarschuwden: Laat je paspoort daar niet stempelen, want als dat wel gebeurt kom je een aantal andere landen niet meer in.
      De waarschuwing was overbodig, want bij de douane bleek dat er geen stempeltje in mijn paspoort werd gezet. Kennelijk was dat toen al een bewust beleid ingegeven door bepaalde ervaringen.

Tussen 1970 en '80 van de vorige eeuw was er in Nederland opwinding over de zogeheten niet-joodverklaring. Zakenlieden en ook journalisten moesten verklaren dat ze geen jood waren als ze naar een aantal Islamitische landen in het Midden Oosten en Azië wilden. Als ze dat principieel weigerden kregen ze geen visum.

Er waren Nederlandse bedrijven die hier volop aan meewerkten

Vijandstaten

Overigens heeft Israël zelf ook in 1954 een aantal landen tot vijandstaten bestempeld. Bezitters van een Israëlisch paspoort hebben een speciale vergunning nodig om een visum te mogen aanvragen voor Libanon, Syrië, Saudi Arabië, Irak en Jemen. In 2007 kwam Iran erbij en daarna volgden Pakistan, Soedan en de Gazastrook.

Twee paspoorten

Om eventuele moeilijkheden op dit gebied te voorkomen is het in een paar landen mogelijk om twee paspoorten te verwerven. Dat zijn Groot Brittannië, Australië, Nederland, Duitsland, Oostenrijk en de Verenigde Staten.

U merkt het.
      De krankzinnigheid in deze wereld wordt deels verklaard uit stempeltjes.

Ik ben na 1979 nog vier maal in Israël geweest. Met een paspoort waarin diverse stempeltjes van ''vijandstaten'' zaten. Daar heb ik ondanks zware controles nooit problemen mee gehad. Maar dat geldt niet voor iedereen, want:


Anne Frid de Vries, een Nederlander die in Israël woont tekent hierbij het volgende aan:

 
 
 

 

 

Opleiding tot massamoordenaar


WE GAAN TERUG NAAR 1965

Ik ben voor fl. 1,50 per dag dienstplichtig soldaat; registratienummer 450101030. 
Na zes maanden opleiding in Ossendrecht en Breda word ik chauffeur-telefonist bij de 119e afdeling Veldartillerie, gelegerd in de Johannes Postkazerne in Steenwijkerwold. 
      Mijn 'aanspreektitel': DE KANONNIER.
Deze afdeling bestond uit vier batterijen. Ik zat bij de stafbatterij.
      Zij beschikte niet over kanonnen, maar over raketten.
Om precies te zijn de Honest John raket.
      Een niet geleide raket met een kaliber van 722 mm en een bereik van 30 km.
Het gerucht ging toen, dat deze raket geschikt was om kernwapens mee te lanceren.

GASMASKERS 

Natuurlijk kregen we geen antwoord. 
     
Politici, die kamervragen stelden trouwens ook niet.
Altijd hetzelfde:

DE RINGEN VAN DARP  

Eén jaar ben ik daar in de buurt van Havelte gelegerd gebleven. Natuurlijk wisten wij al snel dat de Honest John inderdaad kernkoppen kon afvuren. En natuurlijk wisten we dat die kernkoppen lagen opgeslagen in een nucleair depot in het dorpje Darp vlakbij de Johannes Postkazerne. 
      Ik ben daar toen diverse malen geweest. Het depot werd door twee ‘ringen’ militairen bewaakt. De binnenste ring door Amerikanen, de buitenste ring door soldaten van de compagnie Van Heutsz.

Geheimzinnigheid alom dus. Nog steeds.
      Hoewel.

Op Internet vond ik een site van de Koninklijke Landmacht. En wat staat daar letterlijk onder het kopje Koude Oorlog in 1960:

VREEMD

Toch vreemd deze openheid achteraf. Is dit geen staatsbelang?
      Nee!
Het is namelijk allemaal niet actueel meer.
      Geschiedenis.

De 119e afdeling veldartillerie werd in 1978 opgeheven. De Honest John was al snel verouderd en werd opgevolgd door de Lance raket, die weer werd opgevolgd door het zogeheten Multiple Launch Rocket System, een gemechaniseerd meervoudig raketsysteem, dat 12 met kernkoppen geladen raketten in één minuut kan afschieten.

Maar ook dit systeem is in 2004 uit de bewapening gehaald.

      

 

De avonturen van een eigenwijs mannetje

 

 
 
DE EERSTE PAGINA 

Kijk eens naar het begin van dit stripboek.
      Misschien heeft u daar iets aan.

Ik zal het maar verklappen.
      Het is Rhaeto-Romaans. Sinds 1996 officieel de vierde taal in Zwitserland.
Het wordt nog door ongeveer 40.000 mensen gesproken, voornamelijk in afgelegen dorpjes in de Alpen.
      Een taal, die behoorlijk onder druk staat en daarom vind ik het wel leuk, dat deze strip in die taal is uitgegeven.

Een nader onderzoekje leert overigens, dat Kuifje in  maar liefst 110 talen en dialecten is verschenen.
      Veruit de meeste vertalingen houden de oorspronkelijke naam Tintin aan.
Dat klinkt natuurlijk ook veel beter dan Kuifje.
      Daarin zijn wij weer eens stronteigenwijs.
      Dat was die Tintin trouwens ook.

Kuifje dus.

In de pas verschenen vertaling in het Papiamento (toch veel meer een Portugese dan een Nederlandse taal) heet ’ie ook Kuifje.
      In het Afrikaans is het Kuifie.
In het Brussels-Vlaams is het weer gewoon Tintin maar in het Oostends is het: Kuiftsje.
      In het Fries komen we uit op Túfke en in het Twents wordt het Tuufke.

Klik naar hier voor alles over Tintin en zijn schepper Hergé .

 

 

Het scenario

                                                           

Het scenario voor Luik-Bastenaken-Luik (LBL) zondag in de Ardennen zou van tevoren geschreven kunnen worden. Al vrij vroeg ontsnapt een groep renners van een man of twaalf. Ze nemen een ruime voorsprong, maar worden veertig kilometer voor de meet ingehaald. Op zo'n 35 kilometer voor de finish ligt dan de Redoute (314 m).. Daar vindt de grote schifting plaats. Alle kanshebbers zitten in een vrij kleine groep, die een definitieve voorsprong neemt.

      Op de Côte de Saint-Nicolas vijf kilometer voor de eindstreep rijden Michal Kwiatkowski, Michael Matthews, Alejandro Valverde,  Philippe Gilbert en Tom Dumoulin weg. Bauke Mollema kan niet meer volgen.
Kwiatkowski wint en wordt daarmee de vijfde coureur, die in hetzelfde jaar LBL en de Amstel Gold Race wint. Eerder deden dat Eddy Merckx (1973 en 1975), Mauro Gianetti (1995), Davide Rebellin (2004) en Philippe Gilbert (2011).

Het is een prachtige koers: La Doyenne, de nestor onder de voorjaarsklassiekers. Hier winnen sierlijke coureurs, stylisten die kunnen klimmen. Slechts drie Nederlanders slaagden daar ooit in. Ab Geldermans in 1960, Steven Rooks in 1983 (pas 22 jaar oud) en Adrie van der Poel in 1988.

Een Breton van beton

     

Schroeders in zijn boek
DE Wielerklassiekers:

 

 


Over Cauberg & KeutenbergZo kennen we je 

L‘weer PHI.

 

De dag na de 18e Amstel Gold Race verscheen deze rare tekst in een advertentie op de voorpagina van de landelijke dagbladen. Die Phil was Phil Anderson, een Australisch coureur die tot verrassing van iedereen in 1983 de enige Nederlandse wielerklassieker won. De opstellers van de advertentie hadden erop gerekend dat Jan Raas, die even een mindere periode doormaakte, dat jaar voor de zesde keer zou winnen.      
      Zijn bijnaam AMSTEL GOLD RAAS zou dan definitief gevestigd zijn.

Ik herinner mij ‘t nog goed, omdat ik in dat jaar een documentaire maakte over deze voorjaarsklassieker. Daarvoor volgde ik ondermeer de activiteiten van de -volgens velen- legendarische radioverslaggever Theo Koomen. De dag voor de koers trokken wij samen op; hij was voortdurend aan het woord en vond zichzelf toen al legendarisch en de beste man om dit soort werk te doen.


Draaien & keren

De Amstel Gold Race is een mooie koers, hoewel het vrij algemeen als de minste van de vijf grote voorjaarsklassiekers wordt beschouwd. Dat komt volgens mij vooral door de traditie. De Race wordt zondag voor de vijftigste keer gereden. Mooi aantal, maar het enigszins vergelijkbare Luik-Bastenaken-Luik is zwaarder en is bovendien al honderd maal verreden.
     
Het is in de Gold Race draaien en keren. Bovendien moeten in totaal 34 hellingen worden beklommen. De Cauberg in Valkenburg bijvoorbeeld -800 meter; gemiddeld stijgingspercentage 12%- vier maal. De finish ligt 1.8 kilometer na de top van deze Cauberg. Hier winnen rappe klimmers.
      De Belg Philippe Gilbert deed dat al drie keer. Opnieuw behoort hij bij de favorieten.

Keutenberg

          

Op zo'n 30 kilometer voor de finish ligt de Keutenberg. Een verschrikkelijke heuvel van 1.7 km, die in het begin een stijgingspercentage van maar liefst 22% heeft. (Ik heb er eens tegen opgelopen. Dat was al behoorlijk zwaar).
      De favorieten die hier goed overheen komen, gaan het op de Cauberg uitmaken. Vaak wordt wereldkampioen Michal Kwiatkowski genoemd. Net als Joaquim Rodriquez. Bauke Mollema en Tom Dumoulin maken ook een kans. Dat zou wel leuk zijn, want Erik Dekker was in 2001 de laatste Nederlander, die de Gold Race won.