Het Paaseiland & een goddeloos pamflet

 Op zondag 31 maart 1929 was ‘t Eerste Paasdag.
      J.J. Slauerhoff was toen als scheepsarts aan boord van een schip dat zich ergens in het zuiden van de Atlantische Oceaan bevond.
Op die dag schreef hij zijn beroemde gedicht Paschen.
      Dat gaat over ’onze’ ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen, die ruim 200 jaar eerder -op 5 april 1722; ook Eerste Paasdag- een eiland ontdekte in de Stille Zuidzee.
     
Een bijzonder eiland, want er stonden overal grote beelden. Roggeveen noemde het Paaseiland.

Het gedicht begint zo:


Paschen

Zuid-Atlantische Paasch

Ver van klokluidende kerken.

De bemanning hoeft niet te werken,

Het zeil hangt stil aan de raas,

Zoals de wolken in ’t zwerk, en

Van Zondag is niets te merken.


Slauerhoff is -voorzover ik heb kunnen nagaan- nooit op Paaseiland geweest.
      Maar hij was er volgens zijn biograaf Wim Hazeu ’een leven lang door gefascineerd’.
Al op de middelbare school had Slauerhoff een artikel gescheurd uit het tijdschrift De Aarde en haar Volken, dat handelde over het Paaseiland.
      Hij schreef er niet alleen het gedicht Paschen over, maar ook het gedicht Rapanui (1921) en er is een -overigens onvoltooid- verhaal van hem gevonden over de komst van de eerste blanken op het eiland.

 

 

 

Waarschijnlijk is het ook de bijzondere reis van Roggeveen geweest, die hem aantrok.
     
Kijk eens naar het kaartje hierboven.. Via de Canarische eilanden en Trinidad naar Vuurland. Rond Kaap Horn en in de Grote Oceaan kwam hij op Paaseiland (Oster I) terecht. .

 

‘t Is tweehonderd jaar her

Dat Jacob Roggeveen,

Onze laatste zeevaarder.

Op vroegen Paaschochtend alleen

In den Stillen Oceaan

Een groep van drie bergspitsen peilde,

Daarna een grauw eiland omzeilde.

 

Hij zond zijn sloepen aan wal,

Zij vonden geen vruchten, geen vee,

Het water was troebel en brak,

Menschlijk leven ontbrak.

Wel stonden overal

Beelden, uitziend over zee,

Ruw, grootsch en ontevreê .

 

   

 

Was er inderdaad geen menschlijk leven?
     
Het kan zijn dat Slauerhoff hier één van zijn kenmerkende slordigheden heeft begaan.
Want volgens Boudewijn Büch maakte Roggeveen direct na zijn ontdekking van Paaseiland twee grote fouten: Hij claimde het eiland niet voor Holland en hij stond toe dat de scheepslui direct enkele bewoners om het leven brachten.
     
Maar ja; Ook Boudewijn Büch is nogal eens betrapt op leugens en fantasieën.

 

Doodshuizen en grafspelonken,

Donker verwilderd riet,

Afgoden in ’t zand gezonken,

Meren vol troebel water,

Een aschgevulde krater-

Resten, en anders niet.

 

Wel zag men een vlucht gevlekte

Reeën, maar geen werd geschoten,

Wel werden door langgerekte

Echo’s galmgaten ontsloten,

Men hoorde ‘t gekrijsch der gewekte

Dooden- toen vluchtten de booten

 

Jacob Roggeveen was eigenlijk op zoek naar Het Zuidland. Zijn vader Arent, een cartograaf was daar ook al mee bezig geweest.
      Op 1 augustus 1721 vertrok hij met drie schepen.

 

Die het rijk Zuidland zocht

En een dood eiland vond,

Maar den gevaarvolle tocht

Door ’t Onbekende bestond,

Keerde, ziek en gewond,

Werd in Oost-Indië een prooi

Van het Bewind welks octrooi

Hij door zijn wereldreis schond-

Keerde, in zijn geest gewond.

En werd in Holland gehoond.

 

Pamflet

Eerder -al voor zijn reis- was hij in Nederland in opspraak gekomen omdat hij hielp bij het uitbrengen van het goddeloze pamflet ’De val van ’s wereld afgod’.
      Dat verscheen in 1718 in Middelburg, waar het door ’t stadsbestuur in beslag werd genomen en in het openbaar werd verbrand.
      Toch hielp hij daarna bij het verschijnen van de delen 2 en 3.

 

Roggeveen werd inderdaad na zijn aankomst in Batavia gevangen genomen.
        Hij zou het monopolie van de VOC doorbroken hebben.

Maar na zijn terugkeer in Holland volgt de verschijning van deel 4, waarna hij opnieuw grote problemen kreeg en alom verguisd en vernederd werd.

 

 

Veere

 

Hij leefde verder in Veere,

Beschouwd als een godlooze dwaas,

Belasterd door predikanten,

Beloerd van achter het gaas

Van horren met kamerplanten.

Ieder jaar keerde het Paasch,

Maar ‘t eiland nimmermeer.

 

Het was een gevloekte plaats:

Begrijpt men wat er gebeurde

Met het geknakte leven

Van Jacob Roggeveen,

Als men weet dat hij betreurde

Er niet te zijn gebleven,

Daar, in die doodsheid, alleen?

ZoekPoëzie 1: Slauerhoff (1)
Maneschijn te Tsingtao


ZoekPoëzie 2; Natasha Lako
De vier heldinnen van Mirdita


ZoekPoëzie 3: Ursula Krechel
Boetedagen

 

ZoekPoëzie 4; Hugo Claus
Voor Gerrit Kouwenaar

 

ZoekPoëzie 5; Jan Engelman
En Rade

 

ZoekPoëzie 6; Johnny the Selfkicker
Dendermonde 63

 

ZoekPoëzie 7; Carlos Drummond de Andrade
De liefde, natuurlijk

 

ZoekPoëzie 8: James S. LaVilla-Havelin
Silver nights in Rochester

 

ZoekPoëzie 9; Simon de Geus
Jeugdherinnering

 

ZoekPoëzie 10: C.S. Adama van Scheltema
De Dijk


ZoekPoëzie 11: Wyslawa Szymborska
Een bewogen herbegrafenis

 

ZoekPoëzie 12; Drs.P
Heen & Weer

 

ZoekPoëzie 13: Tan-te Pol-lie
Voor de klei-ne-ren

 

Zoekpoëzie 14: Paul Rodenko
Bommen

 

Zoekpoëzie 15: Paul van Vliet
Meisjes van dertien

 

Zoekpoëzie 16: Joan Hambidge & Elisabeth Eybers
Bloedbanden

 

ZoekPoëzie 17: Marc Chagall & Blaise Cendrars
De dichter (Half vier)

 

ZoekPoëzie 18: Homero Aridjis
Droom in Tenochtitlán

 

ZoekPoëzie 19; Jan Hanlo
's Morgens

 

ZoekPoëzie 20; Slauerhoff (2) versus Schotman
Benard advies

 

 ZoekPoëzie 21; Pablo Neruda
Een witte bungalow op Capri

 

ZoekPoëzie 22: David Shapiro
Empathy for Dave Winfield

 

ZoekPoëzie 23: Maurice Gilliams
Winter te Schilde

 

ZoekPoëzie 24: Saul van Messel
Restaurant

 

 ZoekPoëzie 25: Jacques van Tol
De olieman heeft een Fordje opgedaan

 

ZoekPoëzie 26: Lucebert
Hoop op Iwosyg

 

ZoekPoëzie 27: Sujata Bhatt
The stinking Rose

 

ZoekPoëzie 28: Bert Schierbeek
Remembrandt

 

 ZoekPoëzie 29: Peter Paul Zahl
In naam van het volk

 

ZoekPoëzie 30; Marnix Gijsen & René de Clercq
Mijn moeder was een heilige vrouw

 

ZoekPoëzie 31; Simon Vestdijk & Willem Elsschot
Slachtoffer Marinus van der Lubbe

 

ZoekPoëzie 32; Bertus Aafjes & Han G. Hoekstra
Achter de Ruit (Van Han G. Hoekstra)

 

ZoekPoëzie 33: K.Schippers & J.H.
The value of comma's

 

ZoekPoëzie 34: Denise Levertov
Misschien Geen Gedicht Maar Alles Wat Ik Zeggen Kan
En Ik Kan Niet Zwijgen

 

ZoekPoëzie 35: Ben Cami
Vier uitééngereten kinderen

 

ZoekPoëzie 36: Jan Kal & de kale berg
Mont Ventoux

 

ZoekPoëzie 37; Jac. van Hattum
Modern schilderij van een Fries dorp

 

Zoekpoëzie 38: Martinus Nijhoff & Simon Vestdijk
De ingenieur

 

Zoekpoëzie 39: Slauerhoff (3)
Paschen