Media

 

Den Uyl in kwaad daglicht

 

Joop den Uyl was een groot staatsman. Integer, sociaal, bevlogen, belezen. Af en toe een beetje morsig. Een zeer karakteristieke man.
      Ik heb hem diverse keren lang geïnterviewd en hem bezig gezien op P.v.d.A.-congressen, tijdens de Molukse kapingen en gedurende de Lockheed-affaire.
      Daarom had ik ernstige twijfels over het waarheidsgehalte van het krantenfragment hieronder:

 

                                       

 

Het komt uit Het Kompas, een plaatselijk huis-aan-huis blad dat bij mij op de Hoeksche Waard verspreid wordt in een oplage van ruim 40.000 exemplaren.
     
Het gaat over plannen van Louis van der Biezen uit Oud-Beijerland , die een afdeling van de Socialistische Partij wil oprichten.
Het stukje is geschreven door een zekere Conno Bochoven. Iemand die niet weet hoe je Den Uyl schrijft en vergeet door te vragen op de  opmerkelijke bewering van Van der Biezen.
      Zelfs voor een huis-aan-huis blad is dit zeer onbeholpen journalistiek.


Den Uyl, die jonge aankomende politici de mond zou snoeren en censuur zou opleggen. Ik kon het niet geloven.


Ik benaderde dus zelf maar Louis van der Biezen en schreef:


Dag meneer Van der Biezen


Uit een interview met Het Kompas blijkt dat u ooit in een politiek klasje zat onder leiding van Joop den Uyl.

U zegt dat u daaruit bent gestapt omdat u niet mocht zeggen en schrijven wat u wilde.

Kunt u mij misschien een paar dingen uitleggen:

... Wat was dat voor klasje?

... Wanneer speelde zich dat af?

... Wat precies mocht u niet zeggen of schrijven?

... In welk verband mocht u bepaalde dingen niet zeggen?

... Mocht u bepaalde dingen niet publiceren in bladen of kranten?


Ik wil uw eventuele antwoord plaatsen op mijn weblog.


Vriendelijk groetend

Ronald van den Boogaard

 

Ik kreeg snel antwoord en werd bevestigd in mijn vermoedens dat er hier iets niet klopte.

Louis schreef: (SPHW is Socialistische Partij Hoeksche Waard)


Geachte heer Van den Boogaard,

Voor de goede orde: het artikel is niet door mij geschreven, maar door een journalist die op een handige manier het inleidende praatje heeft gecombineerd met de inlichtingen die ik namens de SPHW aan hem heb verstrekt. Het was niet de bedoeling dat het zoveel over mij ging, maar ik wilde aandacht vragen voor de SP-afdeling Hoeksche Waard, die wij proberen op te richten. Ikzelf was alleen maar van belang om mij te identificeren als een rechtmatig vertegenwoordiger van de SP.

Het klasje was een kadercursus om veelbelovende jongeren voor te bereiden op allerlei kaderfuncties. Dat speelde zich af in mijn studietijd, dus tussen 60 en 55 jaar geleden. Erg veel kan ik mij daarvan ook niet herinneren. Er werd mij na afloop aangeboden door bestuursleden (niet Joop den Uyl zelf) redactionele bijdragen te leveren voor het kaderblad Paraat (niet te verwarren met het blad van de wetenschappelijke kern Socialisme en Democratie). Het werd me duidelijk gemaakt dat de artikelen in overeenstemming zouden moeten zijn met de opvattingen van het hoofdbestuur. Dat aanbod heb ik afgeslagen.

Daarna ben ik evengoed nog lang lid van de Partij van de Arbeid gebleven. Toen ik als leraar aan de toenmalige Rijks-HBS in Oud-Beijerland werkte (in de laatste jaren dat deze als zodanig bestond was ik afdelingsvoorzitter). Omdat ik ook nog een pacifist ben en daarvan geen geheim maakte, kwam ik in conflict met het partijkader dat meende te moeten voorschrijven dat pacifisten zich maar moesten neerleggen bij het partijstandpunt zonder ooit actie te voeren voor het pacifisme. Ik heb toen mijn lidmaatschap opgezegd. Dat speelde dus veel later.

Ik heb me nooit laten voorschrijven wat ik wel of niet mocht zeggen of schrijven.

Dit commentaar is niet namens de SP geschreven, maar uitsluitend door mij op persoonlijke titel.

Met vriendelijke groet,

Louis (A.F.L.) van der Biezen

 

Meer onbeholpen journalistiek 

 
1. José Rozenbroek
2. Marina de Vries
3. Diederik van Hoogstraten
4. Jeroen Overbeek

 

 

 

 

 

 

 

 

Het gelijk van een simpele blogger

 

              

 

Ik heb zelden zo snel gelijk gekregen in een behartenswaardige kwestie als het domme kaartje dat donderdag op de voorpagina van NRC-Handelsblad verscheen bij een artikel van correspondent Bram Vermeulen.
      Gisteren verscheen in de rubriek correcties & aanvullingen het kaartje, zoals het er had moeten uitzien.
En dat lijkt erg op wat ik gisteren suggereerde. (Media 87).

Jammer natuurlijk dat de naam Jordanië nog ontbreekt.
      Dat land grenst in het zuiden aan Syrië en heeft volgens datzelfde kaartje twee grensovergangen.

 

Verklaring

 

Kijken we nog even naar de verklaring.
     
Het gaat hier dus om een technische fout.

Tja.
     
Dat kan.

Het gaat bovendien om een probleem dat zich vaker voordoet.
Tja.
     
Ook dat kan, hoewel ik dat al dubieuzer vind.
Als zo’n technische fout zich vaker voordoet, moet je dat voorkomen.


De redactie van NRC/Handelsblad werkt aan een oplossing.
     
Ook zo´n opmerking is een beetje flauw.
Hier wordt menselijk falen afgeschoven op technisch falen.

Al sinds het ontstaan van kranten namelijk is er een eindredacteur , die de zaak controleert voor het gedrukt wordt en de deur uitgaat.
      Maar dan wel een eindredacteur, die zijn zaakjes kent en zijn werk serieus neemt.

 

 

Cartoon 

 

 

Zo iemand had bijvoorbeeld ook kunnen voorkomen, dat er zo'n machteloze cartoon bij het stuk werd geplaatst.
       

 

 

 

 

Aleppo & Azaz

 

 

 

Kijk eens naar dit kaartje. Als u de laatste tijd het nieuws ook maar enigszins gevolgd heeft, weet u dat het geel ingekleurde gebied Syrië is.
     
Er staan twee namen op de kaart: Aleppo & Azaz.
En dat is het dan.

Het kaartje stond gisteren in NRC-Handelsblad ter illustratie van een mooi en informatief verhaal van Bram Vermeulen.
      De correspondent was vanuit Turkije de grens met Syrië overgestoken en schreef een verhaal over het grensstadje Azaz, dat in handen is van de strijders van het Vrije Syrische leger. Volgens Bram Vermeulen Jihadisten die strijden voor God.
     
Het verhaal werd op de voorpagina geplaatst en kreeg dit kaartje mee.


Azaz wordt hier op de grens van Syrië en Jordanië gesitueerd en de grote noordelijke stad Aleppo, die ten zuiden van Azaz ligt, staat ingetekend centraal-zuid in het land.
      Ik heb geen idee waarom de kaartenmakers van NRC-handelsblad dit gedaan hebben.


Een jaar of wat geleden had ik een gesprek met een kennis. Zijn zoon werkte voor zo’n soort dienst. Ik vertelde toen dat ik mij regelmatig ergerde aan kaartjes in kranten en weekbladen. Te weinig of verkeerde informatie of juist weer teveel informatie; het kwam allemaal volgens mij teveel voor.

De kennis werd een beetje kwaad. Zijn zoon en al zijn collega’s namen hun vak namelijk zeer serieus en probeerden het zo goed mogelijk te doen, zodat de kaarten ook daadwerkelijk iets aan de verhalen toevoegden.

Daar twijfelde ik overigens niet aan.
     
Maar ja.

Het bleef af en toe klemmen en schuren.
     
En toen verscheen dus gisteren dit kaartje.

Kijk eens hieronder.
     
Ik heb er een paar namen ingeschreven.

Misschien wordt de kaart hierdoor wel esthetisch verpest, maar het lijkt me een stuk informatiever.

 

 

 

 

Frénk van der Linden zelve

 

Hij laat het zich genoegzaam aanleunen: Meesterinterviewer.
     
Zelf vindt hij dat namelijk ook.
     
‘Ik?’Ik ga tot op het bot’.

Frenk. Met een accent aigu op de e.
     
Frénk dus.
Soms wordt hij gevraagd om een mening te geven in De Wereld Draait Door.
     
Hij roept dan bijvoorbeeld dat de P.v.d.A. zijn tijd gehad heeft en eigenlijk geen bestaansrecht meer heeft.
Interessant zeg.
      Maar waarop deze wijsheden gebaseerd zijn, wordt niet duidelijk.

 

Nu zat hij weer in Krakau bij Jack van Gelder.
     
Hij had zo’n 5.000 interviews gedaan in zijn journalistieke leven.

Waarom?

      ‘Je maakt een röntgenfoto van die mensen. Van hun hoofd en hun hart.
     
Maar het komt altijd op hetzelfde neer: Uiteindelijk interview je jezelf.
     
En altijd met die vraag:
     
Hoe overleef jij in godsnaam?
     
Of je nu overlevende bent van Auschwitz of verliezer bent bij de E,K.’

Uit het hoofd geleerde apekool.
      Frénk
interviewt dus mensen als een soort zelftherapie.

 

En wat zou de meesterinterviewer als eerste vragen aan Bert van Marwijk?
     
De meesterinterviewer zou als eerste vragen wanneer Bert ophoudt
Zelfs Jack moest hierom lachen.
     
De meesterinterviewer zou de meest gestelde vraag aan Bert vragen.
    
Dat deden die andere journalisten namelijk niet, wist Frénk.

 

Voorts vond hij dat er onderzoeksjournalisten mee moeten naar Europese kampioenschappen voetbal.
     
Die moeten niets anders doen dan uitkijken en plotseling iets blootleggen.

      ‘Wat moeten ze dan blootleggen?’ vroeg de Deense oud-voetballer Kenneth Perez.
     
‘Nou die wantoestanden’, zei Frénk gevat.

      ‘Oh dus ruzie’, zei Kenneth.
     
‘Ze moeten ruzie blootleggen’.

 

Frénk had nog meer huiswerk gedaan.
     
Winston Bogarde was nergens hoofdtrainer geworden omdat hij zwart is.
     
Dat was in Amerika ook zo. Wist Frénk.
     
Maar 2% van de coaches bij het American Football was zwart.

Frénk vergat dat er daar bij basketball en baseball veel meer zwarte coaches zijn.
     
En dat Frank Rijkaard gewoon coach van het Nederlands elftal werd, noemde hij niet.
En dat Winston Bogarde nou niet bepaald een vlekkeloze reputatie als voetballer had, zei hij ook niet..


Hij haalde ook nog even zijn gram bij Kenneth Perez.
     
Die had namelijk zes jaar geleden een grensrechter uitgemaakt voor kankerneger.
Kenneth had daar zijn excuses voor gemaakt, maar dat was Frénk ontgaan.

Waarom zou Frénk hierop teruggekomen zijn?
     
Ach.
Hij had een ITEM voorbereid.

Racisme en bevoordeling bij het Nederlands voetbal. Dat zou het wel leuk doen aan tafel.
     
En Winston Bogarde zou zich wel voor zijn karretje laten spannen.
Die zei onlangs namelijk in ‘’Andere Tijden Sport’’ hetzelfde.

Dat had Frénk ongetwijfeld gezien.
     
Een meesterinterviewer doet altijd zijn huiswerk.
Zo leert hij zichzelf namelijk beter kennen.

 

 

 

 

 

Opruiming 13:


Zeiken, zuigen & ontregelen

 

 

Deze nostalgische foto ontving ik van Theo Uittenbogaard (Te gast 37)
     
De datum is 10 januari 1970 en de locatie het RAI-Congrescentrum in Amsterdam.
We zien hier verslaggevers met microfoons, camera’s en opschrijfboekjes, die de spreker als een troep hongerige wolven belagen.
     
Die spreker is Milo Anstadt (1920-2011), een Pools-Joodse journalist, schrijver en regisseur, die op 10-jarige leeftijd naar Nederland was gekomen. Hij wordt niet alleen opgenomen, maar ook voortdurend onderbroken door ondermeer v.l.n.r Nico Haasbroek (VARA), Peter Flik (VPRO), Ineke van den Bergen (VPRO), onbekende mevrouw, Theo Uittenbogaard (KRO), onbekende mevrouw, Paul Haenen (VPRO), Dick Slootweg (VARA), een verslaggever van Achter het Nieuws en cameraman Nico Verhey.


De bijeenkomst was georganiseerd door het Nederlands Cultureel Contact en had als motto: ’Wat bezielt die jongens in Hilversum?’
     
Die jongens (en meisjes) hadden zich verenigd in de actiegroep De Gooise Matras.
Ze vonden dat de toespraak te lang duurde en wilden zo snel mogelijk overgaan tot discussie & debat. 

Als u overigens weet wie die ‘onbekende’ mevrouwen' zijn, geef dat dan even door.
     

Klik HIER voor alle bijdrages van Theo