Reportages
- Details
- Hoofdcategorie: Reportages (188)
- Categorie: Reportages
Behouden gehucht aan ’t Hollandsch Diep
Hummie & haar Tonnekreek
Ze was vroeg die ochtend naar de studio gekomen op stilettohakken. Gehuld in een minijurkje van tijgerpatronen. Goudrood haar en lange rode nagels. Ze rookte ketting. Het was in het midden van de jaren negentig. Hoewel haar finest hour als hoofdredacteur van Big Brother nog moest komen, was Hummie van der Tonnekreek (1945) toen al landelijk bekend als de roddelkoningin van Nederland.
Ze was een beetje moe, Hummie. Niet door het vroege uur, maar vanwege een doorwaakte nacht.
´Ik heb een nieuwe minnaar’, zei ze. ’Hij is een stuk jonger dan ik.’
Ze kwam om aan de hand van kranten het ochtendnieuws te duiden.
En het ging niet alleen over gossip, want Hummie had op latere leeftijd rechten gestudeerd en wilde ook over politiek, de rechtsstaat en het buitenland praten. Dat ging haar goed af.
Waar de naam Hummie vandaan kwam ben ik vergeten, maar Tonnekreek -wist zij- kwam van het gehucht Tonnekreek, dat ergens in Noord-Brabant lag.
En dat trof want ik had als jong correspondent voor De Volkskrant in Rotterdam diverse keren over Tonnekreek geschreven.
Dat komt zo.
Ooit bestond het openbaar lichaam Rijnmond, dat streekplannen mocht verzinnen.
Toen het industrieterrein Moerdijk in West-Brabant begon vol te lopen werd daarnaast richting west het plan Tonnekreek gelanceerd.
Nog eens een enorm industrieterrein aan de rand van het Hollandsch Diep.
Nog meer vervuiling, nog intenser verkeer, nog meer landbouwgrond die verkocht moest worden en nog meer afbraak want het dorpje zou waarschijnlijk geheel moeten verdwijnen.
Bestemmingsverkeer
De inwoners en met hen actiegroepen in West-Brabant liepen te hoop tegen dit plan.
Met succes, want het ging allemaal niet door.
Anno 2012 ligt het gehucht er erg stil bij. Er wonen zo’n zestig mensen.
Het dorpje is niet eens zo eenvoudig te bereiken.
Vanuit Willemstad kan het over de dijk langs het Hollandsch Diep, maar dan moet je jezelf wel tot bestemmingsverkeer bevorderen.
Hetzelfde geldt wanneer je uit de richting Klundert komt.
Op de foto achter de bordjes: Industrieterrein Moerdijk
Gemaal & Tonnekreek
Als je het ’netjes’ wil doen rij je vanuit de Randstad naar de Moerdijkbrug.
Afslaan naar de A17 richting Roosendaal en er af gaan bij de afslag Klundert. Daar de borden richting Willemstad volgen en in Zwingelspaan rechtsaf naar Tonnekreek. Consumpties meenemen, want er is niets te krijgen. Tenzij je daarna toch over de dijk naar Willemstad rijdt, want daar zijn cafés, restaurants en terrassen volop.
En als je wordt aangehouden door de politie zeg je dat je op weg bent naar camping Bovensluis.
Je hebt daar dan een afspraak met Hummie van der Tonnekreek zelf. Wel opletten wat je aantrekt.
Huizen aan zijweg
Oostdijk
Buitendijks
Buitendijk
- Details
- Hoofdcategorie: Reportages (188)
- Categorie: Reportages
La Ringhiera dell’Umbria
Neem nou Montefalco.
Een prachtig plaatsje in de centrale Italiaanse regio Umbrië .
Bijna 500 meter hoog.
Je bereikt het via bochtige weggetjes door olijf- en wijngaarden.
La Ringhiera dell’Umbria wordt ‘t genoemd; het balkon van Umbrië.
De wijnboeren hier in de omgeving maken de lekkere Montefalco Sagrantino en bij azienda agricola Titta Tommaso bijvoorbeeld kun je terecht voor extra vergine olijfolie.
Piazza del Commune
Alle straatjes in Montefalco gaan omhoog naar het Piazza del Commune.
Daar zijn het palazzo en het teatro en direct achter het plein is het Museo di San Francesco, waar de frescocyclus van Benozzo Gozzoli te vinden is.
Natuurlijk zijn er terrasjes en restaurants, winkels, doorkijkjes en uitzichten op de dalen.
Palazzo del Commune
Teatro San Filippo Neri
Museo di San Francesco
Porta Sant' Agostino
Doorkijk
- Details
- Hoofdcategorie: Reportages (188)
- Categorie: Reportages
Een oud stadje aan de Tiber
Umbrië in het voorjaar. Uitbundiger groen bestaat nauwelijks.
Deze streek in Midden-Italie heet Il Cuore Verde, dat je wellicht het best kunt vertalen als Het Groene Hart.
Bergen, heuvels, rivieren en wildstromende beekjes, meren, akkers, bloemenvelden met felrode papavers, olijfgaarden, mooie oude steden, verstilde dorpjes, regionale producten als ambachtelijke worsten en hammen, gebraden speenvarkentjes, truffels, olijfolie, linzen, saffraan, rode en witte wijnen en mensen die soms nog een middeleeuwse uitstraling hebben.
Ik noem maar wat…
Drie stadsmuren
Toeristen zijn er natuurlijk volop. De meeste van hen gaan naar Assisi (Basilica di San Francisco), naar Perugia (Palazzo dei Priori) of naar Orvieto (Piazza del Duomo).
Als je die drukte wilt vermijden, is het stadje Todi aan de Tiber een interessant alternatief.
Het ligt zo’n 400 meter hoog en wordt omringd door maar liefst drie stadsmuren.
Piazza del Popolo
De buitenste wal stamt uit de Middeleeuwen en daarbinnen vind je restanten van Romeinse en Etruskische muren.
Het hart van Todi is het Piazza del Popolo, vrij algemeen beschouwd als één van de mooiste pleinen van Italië .
Jammer alleen dat er nog steeds auto’s geparkeerd mogen worden.
Duomo
Het Plein
Rechts: Palazzo dei Prioro; Links: Palazzo del Capitano
Muren & muren
San Fortunato
Poortje
- Details
- Hoofdcategorie: Reportages (188)
- Categorie: Reportages
Een nostalgisch dagje Zeeland
Radioliefhebbers, die wat ouder zijn kennen die nostalgische namen nog steeds.
Anna Jacobapolder en Zijpe.
Van 1900 tot 6 juli 1988 was het een veerverbinding tussen Sint Philipsland en Schouwen-Duiveland.
Een kort tochtje van nog geen tien minuten over het Zijpe, een zijtak van de Oosterschelde.
Het veer was regelmatig gestremd of werd uit de vaart genomen.
Dat werd dan op de radio omgeroepen.
Harde wind en mist zorgden daarvoor.
Het water is daar zo’n veertig meter diep en er is veel stroming.
Wachttijden
Ik herinner me nog dat er vaak lange wachttijden waren.
Dat duurde tot 1965 toen de Grevelingendam tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland werd geopend.
En nadat in 1988 de Philipsdam van Sint Philipsland naar de Grevelingendam volgde, werd het veer overbodig.
Je kunt nu eenvoudig per auto van Anna Jacobapolder naar Zijpe.
Je kunt het ook fietsen. Dat is veel leuker.
Ruim twintig kilometer.
Hangcultuurmosselen
Maak er een heel dagje van en slaap een nacht in hotel Oosterschelde. Dat ligt op de punt van Sint Philipsland.
Vrijwel alle kamers hebben uitzicht op het water.
In het bijbehorende restaurant 't Veerhuis kun je lekkere hangcultuurmosselen eten.
Ze zijn dagvers, want ze worden recht voor het restaurant gekweekt.
Het voormalig veer begon overigens niet bij Anna Jacobapolder, maar bij het gehucht Sluis dat tot het dorp behoort. Anna Jacobapolder
Een paar kilometer verderop ligt Anna Jacobapolder. Verstild en eenzaam.
Het bestaat in feite uit één weg (de Langeweg) en een paar zijtakken.
Geen winkels, geen cafés; wel een dorpshuis.
Landelijke wegen
Via mooie landelijke wegen waarlangs je de paarden al in het water ziet staan, kom je in het dorp Sint Philipsland.
Godsvruchtig; zeer godsvruchtig. 2400 inwoners,
Een gereformeerde kerk, een hervormde kerk en een kerk voor de oud-gereformeerde gemeente.
Bij de christelijke koningin Julianaschool staan de moeders in lange rokken op hun talrijke kroost te wachten.
Philipsdam
Op de Philipsdam heb je mooie vergezichten op tal van eilandjes.
Er is een uitkijktoren met ruim zicht op de Krammersluizen.
Een verbinding tussen zoet water (Krammer-Volkerak) en (Zijpe- Oosterschelde) zout water.
Verderop bij restaurant Grevelingen -fraai gelegen terras aan het water- kun je een visschotel nemen voor 15.95 Euro. (sliptong, schol en tilapia)
Als het laag water is, komen er mensen op de drooggevallen oevers om kokkels te zoeken.
Men verzekert mij, dat dit vooral gedaan wordt door Chinezen en Vietnamezen.
Bruinisse
Bruinisse is ook al een dorp met een hervormde en een gereformeerde kerk.
Eveneens ingetogen en rustig.
Een haventje voor vissersschepen, een jachthaven, een hoofdstraat , een paar cafés, winkels en een enkele supermarkt.
Bij de VVV kun je mosselkopjes, mosselbordjes en mosselschaaltjes kopen.
Zijpe
Zijpe blijkt niets meer dan een gehucht aan het water.
Daar kun je de dag besluiten bij Brasserie De Vluchthaven met op houtskool geroosterde Oosterschelde kreeft. (Negen euro per ons).
- Details
- Hoofdcategorie: Reportages (188)
- Categorie: Reportages
Winter 2008
DE KUST EN ZIJN COQUILLES
Hoeveel redenen zijn er om in de winter naar Dieppe in Normandië te gaan?
Het antwoord is: ÉÉN!
Loop door de rue Saint Jacques via de Place Saint Jacques naar de église Saint Jacques. Je kunt de kerk binnengaan.
Dan leer je dat het een laat-Gotische kerk is.Je kunt de kerk ook voorbij gaan en dan kom je aan de haven.
Daar liggen vissersbootjes en zijn stalletjes waar je ze kunt kopen: Coquilles. Dieppe is namelijk HET centrum van de Coquilles, het lekkerste schelpdier op deze wereld.
Vers kun je ze er van oktober tot mei kopen.
Prijs vorige week: 26 Euro voor vijf kilo.
En omdat er die kerk, dat plein en die straat zijn, is heten ze Coquilles Saint Jacques.
Zeggen ze tenminste in Dieppe.
À la Dieppoise.
Je kunt ze in de vele restaurants op tal van klaargemaakte wijzen eten. Gekookt, gepocheerd, gebakken, gegrild.
Als voorgerecht of hoofdgerecht.
In de schelp, verwerkt in een vissoep, met saus, met andere schelpdieren, in combinatie met paddestoelen, met vruchten, asperges, groenten, met aardappelen of rijst.
In Dieppe moet je ze natuurlijk eten à la Dieppoise.
Morgen krijgt u van mij het recept.
Rotsen, dorpjes & centrales.
Een tocht langs de kust naar het zuiden brengt je in Fécamp, waar natuurlijk ook een vissershaven is; een tocht naar het noorden gaat naar Le Tréport, waar een nog grotere haven is.
Daar tussen liggen de krijt-en en kalkrotsen, die loodrecht uit zee verrijzen, een kerncentrale en idyllische badplaatsjes, die in de winter erg rustig zijn.
En overal kun je coquilles eten, steeds op lokale wijze klaargemaakt.
Veules-les-Roses

Veulettes-sur-Mer: Kerncentrale

Fécamp: Vissershaven
Le Tréport: Casino
Cayeux-sur-Mer
Le Hourdel

Pagina 6 van 13