Reportages

Behouden gehucht aan ’t Hollandsch Diep 


Hummie & haar Tonnekreek

 

Ze was vroeg die ochtend naar de studio gekomen op stilettohakken. Gehuld in een minijurkje van  tijgerpatronen. Goudrood haar en lange rode nagels. Ze rookte ketting. Het was in het midden van de jaren negentig. Hoewel haar finest hour als hoofdredacteur van Big Brother nog moest komen, was Hummie van der Tonnekreek (1945) toen al landelijk bekend als de roddelkoningin van Nederland.
      Ze was een beetje moe, Hummie. Niet door het vroege uur, maar vanwege een doorwaakte nacht.
      ´Ik heb een nieuwe minnaar’, zei ze. ’Hij is een stuk jonger dan ik.’

Ze kwam om aan de hand van kranten het ochtendnieuws te duiden.
      En het ging niet alleen over gossip, want Hummie had op latere leeftijd rechten gestudeerd en wilde ook over politiek, de rechtsstaat en het buitenland praten. Dat ging haar goed af.
      Waar de naam Hummie vandaan kwam ben ik vergeten, maar Tonnekreek -wist zij- kwam van het gehucht Tonnekreek, dat ergens in Noord-Brabant lag.

En dat trof want ik had als jong correspondent voor De Volkskrant in Rotterdam diverse keren over Tonnekreek geschreven.
      Dat komt zo.
Ooit bestond het openbaar lichaam Rijnmond, dat streekplannen mocht verzinnen.
      Toen het industrieterrein Moerdijk in West-Brabant begon vol te lopen werd daarnaast richting west het plan Tonnekreek gelanceerd.
Nog eens een enorm industrieterrein aan de rand van het Hollandsch Diep.
      Nog meer vervuiling, nog intenser verkeer, nog meer landbouwgrond die verkocht moest worden en nog meer afbraak want het dorpje zou waarschijnlijk geheel moeten verdwijnen.

Bestemmingsverkeer

 De inwoners en met hen actiegroepen in West-Brabant liepen te hoop tegen dit plan.

      Met succes, want het ging allemaal niet door.
Anno 2012 ligt het gehucht er erg stil bij. Er wonen zo’n zestig mensen.
      Het dorpje is niet eens zo eenvoudig te bereiken.
      Vanuit Willemstad kan het over de dijk langs het Hollandsch Diep, maar dan moet je jezelf wel tot bestemmingsverkeer bevorderen.
Hetzelfde geldt wanneer je uit de richting Klundert komt.

      Op de foto achter de bordjes: Industrieterrein Moerdijk

Gemaal & Tonnekreek

 

Als je het ’netjes’ wil doen rij je vanuit de Randstad naar de Moerdijkbrug.

      Afslaan naar de A17 richting Roosendaal en er af gaan bij de afslag Klundert. Daar de borden richting Willemstad volgen en in Zwingelspaan rechtsaf naar Tonnekreek. Consumpties meenemen, want er is niets te krijgen. Tenzij je daarna toch over de dijk naar Willemstad rijdt, want daar zijn cafés, restaurants en terrassen volop.
     
En als je wordt aangehouden door de politie zeg je dat je op weg bent naar camping Bovensluis.
Je hebt daar dan een afspraak met Hummie van der Tonnekreek zelf. Wel opletten wat je aantrekt.

Huizen aan zijweg

Oostdijk

Buitendijks

Buitendijk

 

 

 

 

La Ringhiera dell’Umbria

 

Neem nou Montefalco. 

      Een prachtig plaatsje in de centrale Italiaanse regio Umbrië .
Bijna 500 meter hoog.

 

Je bereikt het via bochtige weggetjes door olijf- en wijngaarden.
      La Ringhiera dell’Umbria wordt ‘t genoemd; het balkon van Umbrië.

       De wijnboeren hier in de omgeving maken de lekkere Montefalco Sagrantino en bij azienda agricola Titta Tommaso bijvoorbeeld kun je terecht voor extra vergine olijfolie.

 


Piazza del Commune


Alle straatjes in Montefalco gaan omhoog naar het Piazza del Commune. 

      Daar zijn het palazzo en het teatro en direct achter het plein is het Museo di San Francesco, waar de frescocyclus van Benozzo Gozzoli te vinden is.
      Natuurlijk zijn er terrasjes en restaurants, winkels, doorkijkjes en uitzichten op de dalen.

Palazzo del Commune

Teatro San Filippo Neri

Museo di San Francesco

Porta Sant' Agostino

Doorkijk

 

 

Een oud stadje aan de Tiber

 Umbrië in het voorjaar. Uitbundiger groen bestaat nauwelijks. 

      Deze streek in Midden-Italie heet Il Cuore Verde, dat je wellicht het best kunt vertalen als Het Groene Hart.
      Bergen, heuvels, rivieren en wildstromende beekjes, meren, akkers, bloemenvelden met felrode papavers, olijfgaarden, mooie oude steden, verstilde dorpjes, regionale producten als ambachtelijke worsten en hammen, gebraden speenvarkentjes, truffels, olijfolie, linzen, saffraan, rode en witte wijnen en mensen die soms nog een middeleeuwse uitstraling hebben.

Ik noem maar wat…


 

Drie stadsmuren

Toeristen zijn er natuurlijk volop. De meeste van hen gaan naar Assisi (Basilica di San Francisco), naar Perugia (Palazzo dei Priori) of naar Orvieto (Piazza del Duomo).
      Als je die drukte wilt vermijden, is het stadje Todi aan de Tiber een interessant alternatief.

Het ligt zo’n 400 meter hoog en wordt omringd door maar liefst drie stadsmuren.

 

Piazza del Popolo

 

  

De buitenste wal stamt uit de Middeleeuwen en daarbinnen vind  je restanten van Romeinse en Etruskische muren.

     

Het hart van Todi is het Piazza del Popolo, vrij algemeen beschouwd als één van de mooiste pleinen van Italië .

 

Jammer alleen dat er nog steeds auto’s geparkeerd mogen worden.

 

Duomo


Het Plein

Rechts: Palazzo dei Prioro; Links: Palazzo del Capitano



Muren & muren

San Fortunato

 

Poortje

 

 

 

Een nostalgisch dagje Zeeland

 

Wachttijden 

 

Hangcultuurmosselen 

 

Landelijke wegen 

                          Image

 Philipsdam 

                                Image

             

 Zijpe 

 

 

 

Winter 2008

DE KUST EN ZIJN COQUILLES

Hoeveel redenen zijn er om in de winter naar Dieppe in Normandië te gaan?
      Het antwoord is: ÉÉN!

 À la Dieppoise.

Rotsen, dorpjes & centrales.

Een tocht langs de kust naar het zuiden brengt je in Fécamp, waar natuurlijk ook een vissershaven is; een tocht naar het noorden gaat naar Le Tréport, waar een nog grotere haven is.
      Daar tussen liggen de krijt-en en kalkrotsen, die loodrecht uit zee verrijzen, een kerncentrale en idyllische badplaatsjes, die in de winter erg rustig zijn.
      En overal kun je coquilles eten, steeds op lokale wijze klaargemaakt. 

 Fécamp: Vissershaven
Image