Media (502)

 

De ”Teddy Bears Picnic’’

(Door Els Smit, journalist te Rotterdam)

Koningin Camilla van het Verenigd Koninkrijk gaat komende donderdag (24 november) een ‘teddy bears picnic’ houden. Na het overlijden van The Queen (Elizabeth 1926-2022) in september lieten veel mensen die bij de koninklijke paleizen kwamen rouwen veel Beertjes Paddington achter. Camilla gaat nu deze en andere knuffels doorgeven aan kinderen die weinig knuffels krijgen.

https://www.youtube.com/watch?v=JpwAbvYoyw0

 Inspiratiebron voor dit Paddington eerbetoon aan the late Queen was het recente en meteen  wereldwijd miljoenen malen bekeken filmpje bij Elizabeth’s 70-jarig regeringsjubileum van een high tea van beer en queen.

https://www.youtube.com/watch?v=7UfiCa244XE

In Nederland worden goedbedoelde gaven van volk aan vorstenhuis gemeenlijk regelrecht ‘achter de rhododendrons gesodemiederd’. Dat diepgewortelde besef hebben we te danken aan de conference van Wim Sonneveld uit 1973 op tekst van Michel van der Plas over de opperstalmeester van koningin Juliana. 

https://www.youtube.com/watch?v=9p1n4OPwAqY     

Het Britse koningshuis springt anders om met medelevens van de andere mensen in hun land and beyond. In ieder geval nu. Met Style. En ontroerend.
Misschien is het alleen voor de bühne. Maar een koningshuis moet het ook van de bühne hebben.
      Alle bloemen die bij alle koninklijke paleizen in Engeland, Schotland wherever na de dood van Elizabeth zijn achtergelaten zijn gecomposteerd en dienen nu als mest voor nieuwe bloei. Ook daar heeft het Britse hof een you tube filmpje van gemaakt.

https://www.youtube.com/watch?v=PHTNcM3IU5s

Inmiddels heeft de nieuwe koning zijn zusje Anne en zijn broer Edward, mogelijk bij ontstentenis van zijn zoon Harry, nadrukkelijk onder de wapenen geroepen om hem als Charles III te vertegenwoordigen, voor het behoud van de monarchie.
      Alles en iedereen, geheel in de geest van de nieuwe koning in the recycling.
Nu Queen Elizabeth zelf nog.
      Maar ook daar wordt, zeker voor wie in reïncarnatie gelooft, aan gewerkt.

 
Meer van Els: HIER

 

 

Radio 4 wordt NPO Klasssiek

Een Hilversums dingetje. Die term heb ik vaak gebruikt, toen ik van 1977 tot 2006 bij de VPRO werkte. Ik was vrijwel altijd eindredacteur en moest  nog wel eens naar ‘’gezamenlijkheidsvergaderingen’’. Daar kwamen vertegenwoordigers van alle omroepen. Niet alleen om lopende zaken te bespreken, maar soms ook om nieuwe dingen aan te kaarten. Dingen die vaak door andere medewerkers waren verzonnen, maar door de bonzen werden gebracht of zij het zelf allemaal bedacht hadden.
       Soms leidde het gepraat tot een besluit. Ik was er bijvoorbeeld bij, toen men ertoe overging om Radio 5 de naam Radio 747AM te geven. Die zender was destijds namelijk alleen op de middengolf te beluisteren en men meende dat de luisteraars het beter konden vinden als AM in de naam stond. Natuurlijk gebeurde dat niet en een tijdje later werd het weer gewoon Radio 5. De luisteraars dachten bij 747AM vooral aan een Boeing 747 en dat leidde niet tot meer luistergenot.

Platforms

Iets dergelijks is nu weer aan de hand. Radio 4 wordt volgend jaar NPO Klassiek. Zendermanager Simone Meijer legde in de Volkskrant uit waarom.

Citaaat:

‘Het is iets wat ik al een tijd wilde, maar waar Hilversum nog niet klaar voor was. We werken er hard aan om nieuw publiek te bereiken, maar het kost moeite de term Radio 4 te laden bij mensen die ons niet al kennen. De naam was een drempel, terwijl wij juist een ijsbreker moeten zijn voor klassieke muziek. De tweede reden is dat we veel meer maken dan radio: met beeldregistraties en podcasts bereiken we ook mensen die niet vanzelfsprekend naar de radio luisteren. We bouwen aan één platform om die muzikale schatkist te ontsluiten.’

Dit is uit het hoofd geleerde apekool. 
      Radio 4 is al sinds 1975 in de lucht. Als het na bijna vijftig jaar tijd nog moeite kost om voldoende luisteraars te vinden, lukt dat natuurlijk ook niet als je het NPO Klassiek noemt.
       Ik luister vrij veel naar Radio 4. Maar ook naar ClassicNL. Dat is een zender, die alleen maar muziek uitzendt. Geen aan- en afkondigingen. Wel nieuwsuitzendingen. En als je wilt weten welke muziek er gedraaid is, kun je dat simpel opzoeken.

Op Radio 4 zijn wel aan- en afkondigingen. Ik vind dat niet onplezierig. Maar er zijn ook veel interviews met muzikanten, componisten en dirigenten. Daar zit ik nou weer niet op te wachten, maar ik kan me van de andere kant ook wel voorstellen dat je zoiets als presentator wilt. Anders ben je niets meer of minder dan een ordinaire  D.J.  En die horen elders thuis.

      Verder begint Simone ook nog over jazz op Radio 4. Een heet en trouwens ook oud hangijzer.
Citaat: ‘’ Als we jazz draaien, zet de helft van de luisteraars ons uit’’.
Hoe weet ze dat? Is daar onderzoek naar geweest? Heeft men dat in een representatieve steekproef gevraagd?
‘’Bent u voor of tegen jazz op Radio 4.?”
En: ‘’Zou u de radio uitzetten als er jazz gedraaid wordt op Radio 4?”
       Natuurlijk niet.
Simone was op een verjaardagspartijtje en daar waren een paar Radio 4 luisteraars aanwezig.
Iemand zei altijd de radio uit te zetten als er jazz op was. Een tweede beaamde dat. Twee andere aanwezigen deden dat niet en zo kwam Simone aan haar helft.

      Zij is dus zendermanager. Vroeger heette dat zendercoördinator. Ook die naam werd veranderd na een Hilversumse brainstorm.
Peter Flik maakte ooit een tekst voor Arie Kleywegt in Het Gebouw, een vermaard VPRO radioprogramma. Die ging als volgt:

’Enfin. Je bent uitgeluld in die vergaderingen en komt midden in de nacht thuis. Je gaat op je vrouw liggen en je zegt: Schat, ik ben zendercoördinator geworden’’.

 

 

Elizabeth

(Door Els Smit, journalist te Rotterdam)

Er zijn van die zinnetjes.

 ‘It takes something of a king to recognise a king.’

Ik leerde dat in een interview met de acteur John Lanting begin jaren tachtig. Hij is nog het meest beroemd geworden met zijn ‘Theater van de Lach’, een schier oneindige reeks kluchten (toneel met veel deuren). Hij had hiervoor gekozen nadat zijn briljante solovoorstelling van “De Aap’ van Franz Kafka hem meer had gekost dan opgeleverd.

     Sinds woensdagmiddag 14 september trekken myriaden mensen langs de baar van koningin Elizabeth II in Westminster Hall in Londen.

Een Theater van Traantjes.

Maar behalve dat oprechte verdriet is er onmiskenbaar een feest der herkenning.
In de zin van: ‘It takes something van een mens om een mens te herkennen’.

      Koning en mens. Het is een magische mix die maar weinig koningen bezitten. Weinig mensen ook trouwens.
Maar Elizabeth was een meester in die kunst.


      Ik heb sinds vorige week donderdag toen Elizabeth overleed aan de BBC gelijmd gezeten. Ook daar Britain op z’n best. Dankzij de presentatoren, de regisseurs, de cameramensen..Er waren veel getuigenissen, van de aartsbisschop van Canterbury en the men, the women en alle kindjes in the street.
      Er waren ook heel veel archiefbeelden.
  Al die reizen, al die werkbezoeken in eigen land. Met onveranderlijk een zenuwachtig ontvangstcomité.

      Ik herinnerde me een ander zinnetje:  
  ‘Een God moet zijn verschijningsvormen doseren. Dat houdt de mythe in stand''.

  Her Majesty arriveerde wherever onveranderlijk met een frozen face.
      Maar dan was daar voor iedereen onverwacht die Glimlach.

‘  And that twinkle in her eye.’

  ‘You know She was one of us.’

  Als bij toverslag.


Meer van Els: HIER 


 

Dit is het begin

(Door Els Smit, journalist te Rotterdam)

Er zat deze week opeens een muis in de huiskamer. Op het kleinste Perzische tapijtje dat ik heb en dat is heel klein. De poes zat er naast. Poes Popje, de lapjeskat. Normaliter een onverschrokken jager bij wie prinses Amalia voorlopig in het niets verdwijnt. Maar nu zaten ze daar dus: Pop en Muis. Ik dacht trouwens eerst dat het een speelgoedmuis was. Maar het bleek een typisch geval van Freeze.
      Ik heb dat eerder gezien en ook bij Pop, althans bij de kikker die ze ooit te pakken had. Ik dacht destijds dat Kikker het van zijn moeder had geleerd. Zoals poezen steevast van hun moeder leren: ‘When in doubt, wash.’ (dus ‘in geval van twijfel, altijd je vacht poetsen.’)
      Kikker bewoog niet meer toen; ik dacht ook dat hij dood was. Maar hij was niet dood. Ik heb me over hem ontfermd. Jé, wat hebben kikkers lange poten.

Misschien heeft de mare van kikker van doen alsof je gek bent, dood bent eigenlijk, de ronde gedaan in de achtertuin. Hoe dan ook, Muis bleef deze week binnen op het Perzische tapijtje onbeweeglijk zitten. Ik heb hem opgepakt. Dat mocht. Een prachtbeest. En nog helemaal gaaf. Geen bloed, geen wonden.
      Heb aan hem gevraagd: ‘Wat moet ik nu met je doen?’
Geen antwoord natuurlijk.
      Wel slimme oogjes. En ik mocht hem aaien, oogjes half dicht. Jé, wat een muis en dat die nu zomaar in mijn huis mag komen.
En wat een fantastische vacht.
En niet weg willen uit m’n hand.

      Maar je kunt een muis niet in huis houden. Niet met twee poezen en zeker niet als je veel boeken hebt, want muizen huizen graag achter en onder dingen en dan maken ze van je boeken nestjes. Net als motten kiezen ze dan het lekkerste en het duurste. Zo is een kapitaal boek over prinses Diana ooit naar de kloten gegaan. Door een muis.

Ben daarom met Mooie Muis naar de tuin gelopen en hem (of haar of negro-muis of transgender-muis, je weet het maar niet) voorzichtig neergezet onder lagen over elkaar groeiende heesters. Even gewacht en toen hoorde ik geritsel. Muizengeritsel.
      En Popje, de jager? Nog op het Perzische tapijtje even kijken waar muisje had gezeten en toen: grote gaap.
Als de leeuw slaapt naast het lam luidt de utopie, dan is de schepping voltooid.

      Popje gaapte voor mijn gevoel naast Muis. Ergens moet het beginnen.

 

Meer van Els: HIER

 

De Nieuwezijds, een krantenboulevard

Ik ontving een podcast van mijn oud VPRO-collega Guido Spring. Hij is in gesprek met Paul Arnoldussen en Rudie Kagie, hoofdredacteuren van de tweewekelijks verschijnende krant Argus.
       Een krant die nog echt knispert en vooral wordt geschreven door journalisten, die niet meer in dienst zijn van een krant, een tijdschrift of een omroep, maar hun vak niet kunnen vergeten en louter voor hun plezier gratis meewerken. Zo kan het blad zonder advertenties blijven bestaan en floreren.

      Het is een bekend verschijnsel. Ik ken veel journalisten, die op hun eigen wijze met hun vak bezig blijven. Zelf ben ik ook zo iemand, want inmiddels vul ik al meer dan vijftien jaar dagelijks mijn blog met dingen die ik leuk vind. En met mij inmiddels een aardig aantal medewerkers, dat er ook plezier in heeft om af en toe wat te publiceren. Zij plaatsen dat dan op hun beurt weer op Facebook of Instagram of wijden er een tweet aan.

      Arnoldussen en Kagie schreven het boek De Nieuwezijds, herinneringen aan een krantenboulevard.
Over de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam, waar in de naoorlogse periode een groot aantal kranten was gevestigd. De Volkskrant, Trouw en het Algemeen Handelsblad bijvoorbeeld. De Telegraaf natuurlijk, hoewel die krant vanwege zijn houding in de oorlog dertig jaar niet meer mocht verschijnen. Dat verbod werd overigens in 1949 opgeheven. In die periode werden bij De Telegraaf wel de verzetskranten Het Parool en Trouw gedrukt.

Café Scheltema

Het gesprek vindt plaats in café Scheltema, in die periode een meer dan beroemd journalistencafé.
       Ik kwam daar regelmatig. Dat komt zo.
In de jaren 1966/67/68 werkte ik achtereenvolgens bij het Leidsch Dagblad en het dagblad De Stem in Breda. Op zaterdag volgde ik in die jaren de opleiding aan het Instituut voor Perswetenschap, een onderdeel van de Universiteit van Amsterdam. Na afloop gingen we met een groepje studenten steevast naar Scheltema. Dan hoorden we er al een beetje bij.

      Veel aandacht schenken de heren aan De Waarheid, ook al een krant die uit verzet werd geboren.
Direct na de oorlog was dit een keurige krant met hoge oplage. Pas jaren later werd het de partijkrant van de Communistische Partij van Nederland. In 1959 was dit overigens een zeer verdachte krant.
      Ik was toen veertien jaar en heb die krant een tijdje bezorgd in een wijk in Haarlem-Noord. De krant had in die vrij grote wijk 54 abonnees. Zes daarvan waren verpakt in neutraal papier, zodat de buren niet zouden zien dat De Waarheid bezorgd werd. Wekelijks moest je trouwens toen bij een aantal mensen aanbellen om abonnementsgeld te innen. Dat was een vreselijke klus, want niet iedereen had (cash) geld. Men verzocht dan -al dan niet vriendelijk- om het een weekje uit te stellen. Anderen hielden zich opzichtig schuil en deden niet open.

Vrij Nederland

Ook Vrij Nederland, dat toen nog een veelgelezen en vermaard weekblad was wordt besproken. Een auteurskrant. Eigenlijk net als Argus nu. En De Tijd, toen nog een dagblad komt aan bod. Guido Spring gaat met de hoofdredacteuren naar het Kasteel van Aemstel, waarin De Tijd toen gevestigd was. Tegenwoordig is het hotel Ink (verwijzing naar drukinkt) en het restaurant heet De Pressroom.

      Uitvoerig staan de hoofdredacteuren stil bij het verschil tussen de journalistiek van toen en nu.
Het was vroeger bepaald niet beter. Arnoldussen bijvoobeeld merkt op dat hij in 1972 bij de Volkskrant (toen al verhuisd naar de Wibautstraat) begon als leerling-journalist, terwijl hij niet eens een diploma van de middelbare school had. Ik twijfel niet aan zijn woorden, maar ben er wel een beetje verbaasd over. Zelf begon ik eind 1971 bij de Volkskrant. Ik had toen dus al ervaring bij regionale kranten en die opleiding in Amsterdam afgerond.. Maar er werd bij de sollicitatie wel naar mijn HBS-diploma gevraagd.
      Trouwens: ook de School voor Journalistiek in Utrecht had toen zijn eerste studenten afgeleverd.  

Deze week is er op de Nieuwezijds een beeldje van Argus onthuld. Naar de Ollie B Bommelboeken van Marten Toonder. Daarin is Argus een volhardend, maar ook wat verdacht journalist van de Rommeldamse Courant.  
       Het VPRO-radioprogramma Argos, dat al sinds 1992 in de lucht is, zou overigens aanvankelijk ook Argus heten. Maar door de link met de Toonder verhalen is destijds besloten om er Argos van te maken.

Mooiste zin in het boek en dus ook in de podcast is volgens de hoofdredacteuren:
      Het Parool blijft Trouw aan de Waarheid van Vrij Nederland.

U kunt er HIER naar luisteren.  
En HIER kunt u voor 58 Euro per jaar een abonnement nemen op Argus


 

 

Subcategorieën