Media (493)
- Details
- Categorie: Media (493)
Een mens van goede wil
(Door Els Smit, journalist te Rotterdam)
Wat is Kerstmis nou eigenlijk zonder mooie muziek, mooie verhalen en mensen van goede wil? Het kwam allemaal samen in een interview met de slimme, beminnelijke zangeres Marie-Cécile Moerdijk (geb. 1929) voor de GPD (een samenwerkingsverband van 42 dagbladen in Nederland en Vlaanderen) eind 1994.
Het is dat haar dochter Lotje aan het eind van de dag kwam zeggen dat ze wilde eten, anders had ik nu nog bij Marie-Cécile gezeten. Toen had ik inmiddels alle Kaukasische kerstliederen in alle Kaukasische dialecten gehoord. En veel imitaties van bekende mensen, van wie ze er veel persoonlijk kende. Zodat ik voor altijd wist dat prinses Christina van Oranje weliswaar een mezzosopraan was, maar dat ze als ze wilde een spreekstem had met een bas waarop Sarastro groen van jaloezie zou zijn.
Marie-Cécile (‘Cilleke’ voor intimi): een wervelwind in eigen huis, een monumentale boerderij in het Brabantse Luyksgestel. Met een inpandig theatertje (‘De Schater’) waar ze gasten, vaak met bussen aangevoerd, ontving. Ze onthaalde die op anekdoten, weetjes en ja, Veel Muziek: een selectie uit de 4000 liedjes die ze verzamelde op haar vele reizen tijdens haar studie ethno-musicologie. Ongetwijfeld geholpen door haar talenknobbel: in 23 talen kon ze zich goed verstaanbaar maken.
Nadat de gasten niet lang na het middaguur waren vertrokken was het hoog tijd voor andere bezigheden, zoals schrijven: gedichten, aforismen en voor het vertalen van liedteksten in het Nederlands, zoals uit het Russisch van de tekst bij Modeste Moessorgski’s compositie ‘Kinderkamer’. Met daarbij uiteraard de zorg voor de poezen, de honden, de pauwen en nog wat andere levende have op en rond het erf van haar boerderij.
Al die energie. Ondanks de portie aan verdriet die ze had gehad. ‘Drie mannen. Allemaal overleden, hoor, dus dat mensen niet denken: Olala.’ Maar: ‘Mensen vragen wel eens: dat u dan nog zo vrolijk bent. Dan zeg ik: juist daarom. Het zal ook wel een kwestie van genen en chromosomen zijn, maar ik denk dat je -als je veel verdriet meemaakt- des te meer aan het leven gaat hangen en van de tijd die je rest het beste wilt maken.’
En dan was er nog iets: ‘Mijn vader vroeg me ooit wat ik later wilde worden. Ik zei: “Iets met mensen” en ondanks alle liedjes die ik ken, de muziek van alle culturen waarin ik me heb verdiept, blijft het contact met mensen dat waarop ik drijf.’
Marie-Cécile woont nu in het kunstenaars-rusthuis Mariëngaarde in Tilburg. Ze is 92 en ze hangt onveranderd charmant aan het leven, met haar muziek, haar verhalen. En met haar goede wil.
'De klimop en de hulstboom'
https://www.youtube.com/watch?v=BW8u1I0fsa8
Kerst met Marie-Cécile, begeleid door die prachtige gitarist Benny Ludemann.
Uit de L.P.: Kerstfeest op de Strijpe. Uitgebracht in 1981.
Meer van Els: HIER
- Details
- Categorie: Media (493)
Een halve eeuw journalistiek
Els Smit is ruim vijftig jaar werkzaam in de journalistiek. Debuteerde in 1970 bij het Dagblad De Stem in Breda, waar ik toen ook actief was. Later werkte zij ondermeer bij Het Vrije Volk, de NRC en het Algemeen Dagblad.
Ze maakte daarnaast gedurende dertig jaar radioprogramma's en schreef een bundel reisverhalen, een boek over het Metropole Orkest en twee boeken over de kledingontwerpers en de juwelen van het Nederlandse koningshuis die beide bestselllers werden.
Zij stuurt mij met enige regelmaat bijdrages voor mijn blog.
Tot nu toe zijn verschenen:
4. Jared Sacks & Anna Fedorova
7. Ons kent ons
12: Teddy Scholten uit de mottenballen
17: Interview met Toon Hermans (1996)
18: Kerst, een tijd voor Sterren
19: Het frêle Weibchen en Robert Stolz
21: Interview met Prof. W. Buikhuisen (1983)
22: Mijn allerliefste klein sopraantje
23: Interview met Roel van Duijn (1982)
25: Interview met Frans Hoogendoorn
26: Interview met Ramses Shaffy (1983)
29: Interview met Jean Dulieu (1980)
30: That's the way the bookie crumbles
31: Interview met De Zangeres zonder Naam (1984)
33: Interview met Theresia Vreugdenhil (2007)
35: Interview met Lee Towers (1986)
- Details
- Categorie: Media (493)
Fabels rond Gutenberg en Lautje Coster
Als je -zoals ik- in Haarlem geboren en opgegroeid bent, ken je Laurens Janszoon Coster. Althans zijn standbeeld, want dat staat prominent in het centrum van de stad op de Grote Markt. Coster, die in Haarlem liefdevol Lautje wordt genoemd leefde in de vijftiende eeuw. In 1452 vond hij de boekdrukkunst uit.
Als je wat ouder wordt -laten we zeggen de middelbare schoolleeftijd- leer je dat dit een fabeltje is.
Sterker: je leert dat Laurens Janszoon Coster zelfs misschien niet eens bestaan heeft. Nee, de Duitser Johannes Gutenberg was de uitvinder van de boekdrukkunst. Hij vervaardigde in 1455 de bekende Gutenbergbijbel.
Maar ook die claim is dubieus. De boekdruk bestond al veel langer. Daarbij werd gebruik gemaakt van houtblokken. Gutenberg werd vooral bekend omdat hij het gebruik van losse letters introduceerde. Inderdaad een uitvinding van groot belang.
Het gaat hier over boekdrukkunst in Europa. Minder bekend is, dat die kunst in Korea al veel eerder beoefend werd. Dat is te horen in een podcast van mijn oud VPRO-collega Guido Spring, die nooit de waan van de dag volgt, maar bijvoorbeeld al jaren lang geïnteresseerd is in zowel Noord- als Zuid-Korea. Hij ging er ook diverse keren naartoe.
In zijn programma ‘’Korea’s boekdrukkunst en boekcultuur” gemaakt in opdracht van Korea Studies van de Universiteit Leiden, benadrukt Guido, dat in het land al in de vijftiende eeuw een eigen alfabet werd gemaakt in opdracht van de koning. En zo’n honderd jaar voor Gutenberg in 1377 werd een boek gedrukt met Boeddhistische teksten. Daarbij werd gebruik gemaakt van losse metalen typen.
Guido spreekt uitvoerig met Boudewijn Walraven, emeritus hoogleraar Koreaanse taal en letterkunde. Walraven noemt de eer voor Gutenberg in feite een Eurocentrische visie en memoreert dat Coster ‘’nota bene een standbeeld ’’ heeft gekregen.
Ze gaan ook naar het Hamelhuis in Gorinchem. Daar is een museum ingericht voor Hendrick Hamel, een in Nederland vrijwel onbekende zeevaarder, die daarentegen in Korea heel bekend is
Dat komt zo.
Hamel was boekhouder aan boord van het VOC-schip De Sperwer, dat in 1623 schipbreuk leed voor de kust van Korea. In totaal 36 bemanningsleden overleefden de ramp. Zij werden gevangen genomen. Hendrick Hamel zou er dertien jaar blijven. Hij leerde de taal en schreef een boek over een aantal aspecten van de Koreaanse samenleving o.a. de boekdrukkunst. Ook in Korea heeft Hamel een museum gekregen.
Luister HIER naar de podcast van Guido Spring
Hendrick Hamel te Gorinchem
- Details
- Categorie: Media (493)
Action, Action, Action
(Door Els Smit, journalist te Rotterdam)
Zaterdagochtend vroeg griepprik gehaald. Meteen maar door naar het winkelcentrum. Daar was het ook al zo druk. ‘Action, Action, Action’. In de smalle doorgang naast de buurtsuper stond een kraampje. Er in een man met een pofmuts met een grote pluimveer erop en vieze, zwarte vegen in z’n gezicht. Een schattig jongetje gaf hem stralend een mooi gekleurde tekening. Helemaal zelf gemaakt. Daar was de man met de zwarte vegen blij mee, zei hij in plat Rotterdams.
Naast de veer op zijn hoofd hing een luidspreker. Hiphop. ‘Sinterkláás’, blèrde een mannetje vanuit de luidspreker. En na enig ruim bemeten instrumentaal gehiphop nog eens: ‘Sinterkláás’ en daarna: ‘Marsepéin!’. Daar was over nagedacht, dat hoorde je zo.
Ik moest opeens uit de weg springen. Er kwam een winkelcentrum-treintje aan. Een hardplastic ogende locomotief met digitale fuut-fuut en zeven wagentjes netjes op een rijtje. Ze reden langs de Etos, het Trekpleister, het Kruidvat, de Jumbo, de AH en natuurlijk de Action, Action, Action. In de wagonnetjes voornamelijk driedubbel gevouwen vaders die het koud hadden, ernaast kindergezichtjes met daarop de verwachting dat het vast heel gauw heel leuk zou worden. Moest denken aan Toon Hermans: ‘Dus het was ook nog een treintje van niks.’
Op weg naar de parkeerplaats hoorde ik vanuit de verte opeens een ongetwijfeld ook door de winkeliersvereniging ingehuurde hoempa. Ze speelden meende ik te horen een zó oud melodietje. ‘Zachtjes gaan de paardenvoetjes.’ En toen moest ik even inhouden voor een me tegemoetkomende oudere meneer, een klein meisje aan de hand. Hij liep wat mee te neuriën en opeens zong hij: ‘Trippeltrippeltrippeltrap, het is het paard van Sinterklaasje.’ Het meisje keek naar hem. En hij knikte.
Meer van Els:
- Details
- Categorie: Media (493)
Van het ene feest naar het andere
(Door Els Smit, journalist te Rotterdam)
‘Is het al Kerst?’ vergoelijkt de Action de vroege introductie van zijn kerstassortiment. Want september ís vroeg voor engelenhaar en het kindje in de kribbe. Maar je laat je toch verleiden. Kom begin november en je mag blij zijn als er nog één kale slinger op voorraad is. En zo zit de stemming er al vroeg in.
Geen wonder dat er dan af en toe flarden van koninklijke kersttoespraken in je hoofd terugkomen. ‘We leven van het ene feest naar het andere’, zei Beatrix ooit en dat was lang voordat het woord hype gemeengoed was. Ze zei ook eens: ‘We moeten er aan wennen dat Nederland niet meer van ons is.’
Het moeten andere tijden zijn geweest, want ze werd niet verdreven van de troon, majesteit werd niet digitaal naar de galg gesleept en haatmail bestond nog niet. Er bestond trouwens helemaal geen mail. Maar om Herman van Veen vrij te citeren: Hilversum 3 bestond al wel. Daar werden weliswaar veel Engelstalige platen gedraaid, maar de Nederlandse taal werd, in het algemeen althans, in ere gehouden.
Want Nederland was van ons allemaal en ons kende ons. Dus waren er ook naamgrapjes over Nederlandse artiesten en iedereen begreep dan over wie het ging. De operazangeres Cora Canne Meijer heette in de volksmond al gauw: ‘Cora kannie wijer’. In politiek Den Haag (en al snel daarbuiten) stond journaliste Alice Oppenheim hier en daar bekend als ‘Alie Soppenheim’. En menig popredacteur afficheerde zangeres Anita Meijer ten burele al of niet met een knipoog als ‘Annie Temeier’.
De radio
Op de radio kon dat soort grappen natuurlijk (nog) niet. Maar er werd af en toe wel gestoeid met taal. Toen Rob de Nijs in 1985 zijn geluk beproefde bij wéér eens een ander genre zong hij op zijn album ‘Pur Sang’: ‘Laat alles wat ademt in vrede bestaan’. Bij de toen rebelse VPRO werd dat meteen: ‘Laat alles wat aanbrandt in vredesnaam staan’.
TROS-coryfee Tom Mulder wist zeker dat Olivia Newton John’s 1981-hit ‘Physical’ in het Nederlands ‘Vissenkop’ heette.
Maar ere wie ere toekomt: de hoofdprijs in dit verband gaat naar een begenadigde Radio 3 discjockey. Ik meen dat het Daniël Dekker was, maar wie het beter weet moet het zeggen. Hem moest iets van het hart over de Nederlandse versie van Leonard Cohen’s ‘Suzanne’ (‘neemt je mee naar een bank aan het water’).
Herman van Veen zong het, al in 1969 overigens, in de vertaling van Rob Crispijn. Er zit veel ‘Jezus’ in dat lied en ook veel ‘lijden’ en uiteraard veel Suzanne en op een gegeven moment heeft Herman het niet meer en weet hij zeker: ‘En de meeuwen in de lucht lijken net verdwaalde stippen’. Nu was Van Veen altijd al voornamelijk voor zichzelf helemaal duidelijk. Dus begreep ik Daniël Dekker zo goed dat hij had verstaan ‘En de meeuwen in de lucht lijken net verdwaalde kippen’.
Nóg kan ik het lied niet met droge ogen aanhoren.
Meer van Els:
Subcategorieën
Media Aantal artikelen: 99
Pagina 9 van 84